Krijnen.Com Krijnen.Com

De Dagelijkse Planeet

Ik heb nogal wat reacties gekregen over mijn jammerklacht van vorige week. U weet misschien nog wel, over een paar minpuntjes ten aanzien van mijn provider, Compuserve, waar ik nou niet bepaald over te spreken was.
Een paar lezers raadden me aan om maar zo snel mogelijk naar Planet Internet over te stappen omdat dan meteen al mijn connectie-problemen uit de wereld zouden zijn. Daar geloof ik niet zoveel van, omdat ik links en rechts al wat gruwelverhalen van Planet Internetters gehoord had.
Eén lezer, sinds kort abonnee van Planet Internet, waarschuwde me dat ik beter kon blijven zitten waar ik nu zit. Hij krijgt het nummer van zijn scoop-card maar niet ingevoerd, en zit vervolgens, steeds kwader wordend, een kwartier, à 40 cent per minuut, te luisteren naar achtergrond-muziek als hij de help-desk belt. Overdag inloggen schijnt nog wel te lukken, maar het spitsuur in de vooravond levert ook de nodige problemen op.
Ik blijf dus toch maar gewoon Compusurfer. Ik weet zeker dat daar in Columbus, Ohio, altijd dag en nacht gewerkt wordt, en dat de problemen binnen afzienbare tijd opgelost zijn. Ik las de afgelopen week al een paar keer in het Nederlands computer-forum, dé plaats waar heel wat afgekankerd en gemopperd wordt zodra er iets fout gaat, dat sommige lokale inbelpunten ineens lekker zijn begonnen te lopen, met échte 28K8-verbindingen. Volgende week dus nog maar eens wat rommelen met winsocks en connect-scripts, wincim 1.4 nog eens een keer voorzichtig vervangen door 2.0 en eens kijken wat dat nummer in Breda wil doen.
Bovendien was ik in mijn chagrijn vorige week even vergeten dat Compuserve mij, naast nog een heleboel andere extra’s, één ding biedt dat vooralsnog geen enkele provider mij kan bieden. Zowel uit hoofde van mijn werk als uit liefhebberij mag ik er graag op uittrekken, Toshiba in de koffer. Waar ter wereld ik ook kom, in iedere stad, in ieder gat, staat óf een server klaar of een lokaal netwerk waarmee ik een verbinding leggen kan, en dat is me toch ook heel wat waard.
Intussen moet ik toegeven dat Planet Internet toch ook zijn goede kanten heeft. Zoals de Daily Planet, een dagelijks verschijnend bulletin over dingen die met Internet en het World Wide Web te maken hebben. Je hoeft geen abonnee van PI te zijn om de Daily te kunnen lezen. Hij is iedere dag vanaf 12.00 uur te vinden op het adres http://www.pi.net.
Je kunt hem ook dagelijks gratis op je eigen E-mail adres krijgen door een briefje te sturen naar welkom!pi.net met als enige inhoud: subscribe.
Samensteller en eindredacteur Francisco van Jole levert iedere dag een aardig uittrekseltje van wat er links en rechts gaande is op het web. Zo wees hij in de editie van donderdag ondermeer op de website van Saturday Night Live, het populaire satirische tv-programma waarin ondermeer de Blues Brothers ooit geboren werden. Het is geen kleintje, die site; meer dan driehonderd pagina’s met uiteraard nogal wat geluidsfiles en video-films voor de liefhebbers.
Overigens is dat downloaden van geluidjes en films nog steeds een liefhebberij die snel over gaat met de huidige stand van de techniek. Pik maar eens een jingle van nog geen minuut van zo’n site. Die zal gecomprimeerd een kilobyte of drie-, vierhonderd zijn, en uitgepakt om en nabij de 600.000 bytes. Voor één minuut muziek. Zolang we nog met 28K8 modems aan de gang moeten blijven is de verhouding download-time en play-time te onevenredig. De openingsgreep van A Hard Day’s Night teistert nog steeds mijn trommelvliezen als ik wincim aanzet. Die greep, door George Harrison geslagen op zijn 12-snarige Rickenbaker, neemt op mijn hard-disk 53.800 bytes in beslag. Hij galmt slechts precies 2,48 seconden, dat laat de media-player je desgevraagd zien.
Dat schiet dus nog steeds niet op zolang we nog niet met zijn allen via ISDN of een ander kabelnet zo rechtstreeks mogelijk aan een internet-backbone hangen. ISDN kan nu ook al, maar dankzij de niet aflatende groei van het aantal Internetters kom je elders weer in een file te staan, en loopt het alleen wat verder van je voordeur in de soep. Maar eens, en ik denk toch zeker voor de eeuwwisseling, zal dat allemaal goed gekomen zijn en kunnen we beeld en geluid on-line, live binnenhalen.
Terug naar de Daily Planet. Een paar weken geleden stonden er in één aflevering vijf storende type-fouten. Ja, rustig maar, ik weet heus wel dat ik dat gemiddelde soms ook met gemak haal, maar ik kon het toch niet nalaten om Francisco even een kat te sturen.
Tien minuten later al had ik antwoord. Bedankt, had niet gemogen, druk gehad, maar ik ga het niet herstellen, want dat vind ik geschiedvervalsing. Daar had ik niet bij stil gestaan, want ik had hem dat nootje met goede bedoelingen gestuurd. Hij zou immers de mogelijkheid hebben om die foutjes te herstellen, en bij mij kan dat niet meer als u de krant al onder ogen heeft. Ik vind het een integere opstelling, maar ik denk niet dat veel andere leveranciers er ook zo over denken.
Wat integriteit betreft heeft de Cyberian Outpost ook typische streken. Ik heb al een paar keer geschreven over die geweldige winkel in cyberspace met die concurrende prijzen. Ik had er de Apple Quick Take 150 besteld, die digitale camera met behulp waarvan ik straks mijn home-page op ga tuigen. Die 689 dollar is een koopje voor dat ding, en op het elektronische bestelformulier was toch duidelijk te lezen dat het ding available en shipping now was.
Mooi dat-ie nog steeds niet binnen is, en dat ik een briefje van ene Jim van Cyberian Outpost kreeg met uiteraard de nodige beleefde excuses en de droge vermelding dat ze de nieuwe voorraad, hoogstwaarschijnlijk, op 12 januari binnen krijgen. Nou kan ik wel kwaad worden en ze schrijven dat ze hem mogen houden, maar daar schiet ik niets mee op want hier kost hij over de vijftienhonderd gulden. Gewoon maar even wachten dus, volgende keer toch eerst maar even een mailtje sturen alvorens definitief te bestellen. En intussen goed in de gaten houden of ze zich aan een andere belofte houden. Ze zouden het geld namelijk niet afschrijven voordat de doos daar op 12 januari de deur uitgaat. Ik ben benieuwd.
Voor degenen die mij steeds mailen met de vraag naar bepaalde adressen heb ik tenslotte nog een tip. Koop, als het tenminste nog in de kiosk ligt, het oktober/november-nummer van Tele-PC, een uitgave van VNU-Bussiness Publications. Op zich al een lezenswaardig blad voor iedereen die geïnteresseerd is in alles wat met pc’s en communicatie te maken heeft. Het kost nog geen tientje, en bij dat nummer zit ook nog een mooie Sinterklaas-surprise. Een handzaam boekje met meer dan duizend internet-adressen, keurig gerangschikt naar onderwerp. Zo, ben ik tenminste weer even van de vragen naar die adressen af.