Krijnen.Com Krijnen.Com

Ik wed niet meer, om niets, en met niemand

Ik ga me vandaag om te beginnen even op glad ijs begeven, maar als ik dat van tevoren netjes tegen u zeg pleit ik mezelf meteen al een beetje vrij voor het onverhoopte geval dat ik er doorheen zou zakken. Wie mijn bijdrage van vorige week gelezen heeft weet dat ik toen vanuit Byron Bay, een stuk of twintig melige vakantiefoto’s op internet gezet heb. Dat was alleen maar om aan te tonen wat nu al mogelijk is met een simpel digitaal cameraatje, een laptop en een internet-account. De reacties die ik een week later opgevist heb vanaf een andere locatie in het immense Australia zijn wisselend. De een vindt het leuk, de ander niks en een derde gelooft er geen bal van.
Overigens was vorige week mijn gepaste trots na het succesvol overpompen van die tekst en foto’s de volgende morgen ook snel verdwenen toen de juf achter de balie van het Lord Byron Resort met een stralende glimlach de telefoonrekening produceerde: of ik maar even 63 dollar wilde bijbetalen. Het was me even ontgaan dat Byron Bay net in een andere staat ligt dan Brisbane. Het doet er in dat geval niets toe dat de onderlinge afstand, naar Australische begrippen, met tweehonderd ‘clicks’ oftewel kilometers, ongeveer anderhalve steenworp is. ‘Byron ligt in New South Wales en ‘Brizzy’ is Queensland’, aldus die opgeruimde juf, ‘en dat is interstate , ander tarief in plaats van de afstand, en ik kan er verder ook niets aan doen dat mijn baas er nog wat bovenop gooit…’
Goed, inmiddels zit ik weer in Queensland, maar nu zo’n duizend kilometer verder naar het westen, ‘way beyond the black stump’, zoals ze dat hier noemen. Een blik in het telefoonboek heeft me geleerd dat interstate calls over zo’n afstand weer in een hele andere categorie vallen en dat ik die hoorn maar beter zo lang mogelijk op de haak kan laten liggen. Want Compuserve mag dan zo zijn gemakken hebben, een snelle en betrouwbare internet-verbinding valt daar nog steeds niet onder. Maar even een paar dagen niet internetten dus en volgende week in Sydney of in Melbourne nog maar eens even proberen, waar de local calls gratis zijn, hoe lang ze ook duren. Al zou dat de komende jaren wel eens snel gaan kunnen veranderen. Dat omdat, met de toename van het aantal internet-accounts, niet het internet zelf maar de telefoonnetwerken overbezet zouden raken.
Met Compuserve als mail-provider is nog steeds niets mis. Aanloggen, op het mail-icoontje clicken en binnen vier minuten had-ie een stuk of zesendertig achterstallige emails binnen gehaald, waaronder een complete week van Daily Planets, de dagelijkse e-zine onder leiding van Francisco van Jole. En de Webkrant van Marco Apeldoorn, iets minder regelmatig, maar daarom niet minder vol met allerlei nieuwtjes vanuit Cyberspace. Die je zelf ook wel zou kunnen vinden, maar het is net zo gemakkelijk als iemand anders dat voor je doet. En, in dit geval, een heel stuk goedkoper. Hoewel de Australische kranten, in vergelijking met de Nederlandse, opvallende veel aandacht aan computers en internet besteden. The Australian heeft zowel dinsdag als op zaterdag een compleet internet-katern, die op dinsdag zelfs een pagina of twintig, terwijl de andere grote kranten minstens een keer peer week flink uitpakken met een extra editie computers en wat dies meer zij. Ik blijf dus via het papier aardig op de hoogte, maar het is leuk om daarnaast het nieuws vanuit een Nederlandse invalshoek te kunnen blijven volgen.
Daarmee ben ik op dat gladde ijs voornoemd aangekomen: tot mijn plezier lees ik dat er in Amerika al campings aan beginnen te komen met voorzieningen voor reizende websurfers. Ik citeer een Daily Planet van vorige week: “De ANWB-campinggids kan weer een icoontje toevoegen aan het assortiment dat aangeeft welke faciliteiten er op campings beschikbaar zijn. Dat valt althans op te maken uit de site van Cruising America. Fiets-, kind- en hondvriendelijke campings waren er al. Nu komt ook de modem-vriendelijke camping. Op een speciale pagina is een overzicht te vinden van campings in Noord-Amerika die faciliteiten hebben voor de trekkende internet-gebruiker. Het tijdperk waarin we verlost worden van het ‘Groeten Uit’- kaartjes-gestuur lijkt aan te breken.”
Einde citaat. Da’s allemaal mooi, maar is het ook waar? De Daily Planet geeft er een adres bij, maar dat kan ik dus nu niet nakijken, dus ik moet het maar even voor zoete koek aannemen. Maar ik ben een beetje sceptisch, want de Daily Planet is er niet vies van om iemand een loer te draaien. Omdat ik die dingen een week lang heb opgepot, lees ik ze nu in de verkeerde volgorde en zo heb ik net kunnen vernemen dat De Volkskrant in een leugentje van de Planet getrapt is. Dat hebben ze, naar eigen zeggen, en met kennelijke trots gedaan, omdat een hoop kranten nogal wat berichten vanuit de Planet over blijken te nemen zonder bronvermelding, en dat zit ze niet lekker. Dat bericht over een niet bestaande internet-mavo, blijkbaar klakkeloos overgenomen door de Volkskrant, staat in dezelfde aflevering als waar het bovenstaande over die camping in staat. Zouden ze twee van die foppers in één editie gestopt hebben?
U moet mij maar niet kwalijk nemen dat ik een paar dollar in mijn zak wil houden, maar u moet zelf maar even kijken of het allemaal klopt. Volgens de Planet, en als ik lieg dan doe ik dat nu in commissie, is dat adres http://www.cruising-america.com/phone.html In een andere Planet, maar het kan ook een Webkrant geweest zijn, dat ben ik, met excuses aan Francisco of Marco, even kwijt, lees ik een andere oplossing voor e-mailen ‘on the road’. Blijkt dat ik mijn computertje helemaal niet meer mee hoef te nemen. Er is een nieuw programma dat je thuis op je PC kan installeren, vooropgesteld dat het minstens een Pentium 75 met een Voice Modem en nog wat toeters en bellen is, en dat je mail voor je op leest als je er een verbinding mee legt. Dat zou ik wel eens willen zien (en horen) maar ik vrees dat ook in dit geval enige skepsis gerechtvaardigd is.
Het programma, onder de naam Email Reader zou het mogelijk moeten maken dat je via bepaalde toetsen op je telefoon, dan wel door het toespreken van je PC, je email zou moeten kunnen oplezen, en vervolgens opslaan als gelezen. Da’s ook allemaal allemachtig prachtig, maar dan zal je zien, en zeker het aspect dat het programma alleen geschikt is voor Windows 95 doet me het ergste vrezen, dat die PC meteen nadat je de deur achter je dicht geslagen hebt, een lekkere vastloper krijgt. Ik wed, zonder er verder iets van af te weten dat het ding zichzelf in zo’n geval niet automatisch herstart, ook al heb je daarvoor een of andere voorziening getroffen. Moet je zeker je schoonmoeder of de werkster gaan bellen, of die alsjeblieft even op de reset-knop knop wil gaan duwen en dat ze niet van het gepiep moet schrikken enzovoort. Maar wie er desondanks in geinteresseert is moet vooral even gaan kijken op http://www.msw.com
Ik wed, wacht even, laat ik maar even niet meer wedden, want ik weet ook niet hoe cyberspace er over drie maanden uitziet, laat staan over een jaar. Gelukkig ben ik niet de enige die wel eens blundert, zo moge tenslotte blijken uit een trio historische miskleunen die de Webkrant weer ergens anders vandaan gehaald heeft. Hier zijn ze: “What use could this company make of an electrical toy?” Met deze woorden weigerde de directeur van de telegraaf-onderneming Western Union de aankoop van de telefoonmaatschappij van Graham Bell te fiatteren. “Computers zullen in de toekomst waarschijnlijk niet meer dan anderhalve ton wegen”, aldus het nog steeds zeer lezenswaardige blad Populair Mechanics in 1949 bij een beschouwing van de ontwikkeling van de computertechniek.
De laatste is nog maar twintig jaar oud, maar wel de grootste vergissing. Dit zei de oprichter en directeur van Digital Equipment in 1977: “Er is geen enkele reden voor wie dan ook om een computer in huis te hebben”. Ik wed niet meer, zelfs niet met die grappenmaker die me per email heeft laten weten dat hij er geen barst van gelooft dat ik in Australië zit en dat ik al die foto’s vanaf de redactie van De Stem gestuurd heb. Ook al zou ik graag die tatoeage op zijn voorhoofd zien die hij zegt aan te zullen laten brengen als ik alles kan bewijzen. Ik gun hem zijn ongeschonden aanzien en koester me nog maar even in de wetenschap dat ik hier beneden zit en hij daarboven.