Krijnen.Com Krijnen.Com

Openen, antenne uit en surfen: dream on..

Er mogen dan veel dingen snel veranderen op het net, maar met de laptop in de kofferbak kan ik eens te meer constateren dat het voor een internettende reiziger nog steeds een kwestie van veel behelpen blijft. In Amerika schijnen er al campings te zijn waar je je computer in het netwerk kan prikken, maar hier in Australië moet ik de eerste nog tegenkomen.
Ik blijf optimistisch: gisteren zag ik zowaar een uithangbord dat naast de obligate opties voor de verwende kampeerder, zoals verwarmd water, pingpong tafel en zwembad, ook de mogelijkheid tot faxen aanprees. Op de vraag of ik inplaats van die fax wellicht ook mijn Toshiba aan het net kon knopen slechts een verbaasde blik.
Overigens, en het heeft helemaal niks met internet te maken, maar desondanks: uit een oude Nissan die tien meter van ons vandaan geparkeerd stond, klonk keihard ‘Meneer de president, slaap zacht’, van Boudewijn de Groot. Daar keek ik niet zo van op, want ik kom hier meer Nederlanders tegen dan me lief is, maar mijn verbazing gold meer het miniatuur NAC-shirtje dat voor het zijraampje van de bejaarde Japanner bengelde. Bleken het dus twee oer-Bredase jongens te zijn die hier in Mildura druiven aan het plukken zijn. Dat hun cluppie van Helmond Sport gewonnen had, maar van Heerenveen verloren, dat wisten ze nog niet. Maar dat had ik nou weer op een computer in Melbourne nog snel even meegenomen toen ik daar De Stem Online opgeroepen had.
Zeshonder kilometer verder naar het noordwesten is het aan de oever van de ‘mighty Murray’ voornamelijk bloedheet. Dankzij die hele brede rivier, waaruit het hele jaar onbeperkt water gepompt kan worden is Mildura, een stad van 50.000 inwoners, een grote tentoonstelling van groen en bloemen, ondanks het feit dat het hier al maanden lang iedere dag over de dertig graden is. Internet kennen ze ook al, en de meeste bibliotheken kunnen een voorbeeld nemen aan de manier waarop de plaatselijke library er mee omgaat. Er staan vier terminals, die met een ethernetkaartje aan een zo te zien redelijk snelle verbinding hangen, en waarvan gratis gebruik gemaakt kan worden. Omdat ze liever niet hebben dat ze de helft van de tijd kwijt zijn met aanpassen van de preferenties in de mailprogramma’s, hebben ze die afgeschermd, maar dat is tegenwoordig geen probleem meer met allerlei gratis mail-sites, waarvoor in ruil je alleen maar wat reclame voor lief dient te nemen.
Hotmail kende ik al, maar bijvoorbeeld www.checkmail.com nog niet. Het werkt simpel: kom je ergens, bijvoorbeeld bibliotheek voornoemd of in een internetcafé, waar je een paar dollar per uur dient te betalen, achter een terminal te zitten met Explorer of Navigator dan ga je even naar de site van checkmail. Je tikt je e-mailadres en je password in een venster waarna op de achtergrond een mailprogramma de hele handel afwerkt en de resultaten vervolgens in de browser presenteert. Daarna kun je weer netjes beantwoorden, of een en ander op een flop opslaan. Al willen ze die flop vantevoren wel graag even op virussen controleren, hetgeen een voor de hand liggende eis is.
Mooi, die bieb, en die aardige meneer Hanson was terecht trots op zijn internetfaciliteiten, maar omdat het gratis is en omdat ook in Mildura iedereen internet wil kennen moet je wel even reserveren en donderdag en vrijdag waren van negen uur s’morgens tot zeven uur s’avonds volgeboekt. ‘Maar op Lime Street’, aldus een bibliothecaresse, ‘ergens tussen seventh en eight avenue, zit een internet serviceprovider, en daar kan misschien ook wel iets, als zal je er daar voor moeten betalen’.
Dat klopte, en zo zit ik hier op vrijdagmorgen, terwijl het in Nederland nog donderdagavond is, achter een Pentium in het kantoortje van http://ozland.net.au, tegen een vergoeding van acht dollar per uur (ongeveer een tientje) deze bijdrage in elkaar te flansen. Ik had het van hun ook nog op de camping mogen doen, en dan vanaf de virusvrije flop de mail mogen versturen, maar ach, het is een stuk goedkoper dan eerst een motelkamer huren en me daar vervolgens blauw betalen om een nummer in Melbourne te draaien om Compuserve aan het draaien te krijgen.
Het is dus nog steeds zoals in die reclame van IBM waarin een bezweet fotomodel midden in het oerwoud, weg kwijt, moeilijk kijken, haar ThinkPad openklapt, pats, boem, via de satelliet een perfecte verbinding, geen lege batterijen, geen geruis, niks geen problemen, alles is weer goed. Dat moeten die jongens van ‘Big Blue’ me maar eens voordoen hier.
Verder kan ik eens te meer constateren dat Australië en Nederland, en de rest van de wereld waarschijnlijk ook, wat betreft het net met precies dezelfde problemen te kampen hebben. In de IT-bijlages van de kranten, niet alleen hier, maar ook in Singapore en Maleisië, kom je dezelfde elementen tegen: veel reclame, waarin fabrikanten van hard- en software, en internet service providers de hemel en alles daar voorbij beloven. Maar ook dezelfde verhalen als in Nederland, over providers die elkaar opkopen of om zeep helpen, terwijl de ingezonden brieven-rubrieken ook hetzelfde geweeklaag bevatten over bugs en bandbreedte.
Compuserve blijft zo ook zijn nukken houden. Vlak voor ik Nederland verliet was ik blij verrast over de spectaculaire verbetering in de snelheid van het netwerk. Hier is mijn enthousiasme weer wat getemperd, want het is weliswaar beter dan een jaar geleden, maar snel is anders. Zeer irritant is dat ik mijn post niet op kan halen via een telnetsessie vanaf de browser van Ozland. Dat moet kunnen, want ik heb het vaker gedaan. Als ik een telnetsessie opstart zegt Compuserve keurig dat er mail klaar staat. Probeer ik hem op te halen dan krijg ik de mededeling dat ik ik eerst moet overstappen naar het old-mailsystem omdat het nieuwe niet opgestart kan worden in een telnetsessie. Dat doe ik, waarna het systeem me even vrolijk laat weten dat er geen post voor me is. Nogal wiedes, want alles zit kennelijk in mijn new-mail. Loop, bug, vicieuze cirkel, het maakt me niet uit hoe u het noemt, maar u weet nu waarom u geen antwoord heeft gekregen op eventuele brieven: ik heb ze niet kunnen lezen. Even geduld, over een week of twee zijn we via Broken Hill en Bourke, als de boel onderweg tenminste niet onder water staat, in Queensland beland en daar kan ik weer goedkoop aanloggen bij de Brisbane-node van Compuserve.
Intussen blijf ik maar hopen ooit in dezelfde situatie te komen te verkeren als die IMB-juf: op de camping de laptop open klappen, antennetje eruit trekken en draaien maar. Dream on, boy…..