Krijnen.Com Krijnen.Com

De achtste pilaar van wijsheid is de back-up

T. E. Lawrence

Ook wel eens op het verkeerde moment op de verkeerde knop gedrukt? Net een uur zitten werken en alles kwijt? Het kan erger, als je op een Linux server denkt dat je een loze directory aan het weggooien bent, vergeten bent dat je als ‘root’ aangelogd bent en niet in de gaten hebt dat je ergens anders op server staat. Weg filesystem, dag website.
Wat u ook overkomt, het kan altijd erger, moet u maar denken. Bob Cringely gooide 25 jaar geleden, werkend op een klassieke IBM mainframe, per ongeluk met een verkeerde aanslag een boek weg dat hij zojuist geschreven had: 8000 regels, 100.000 woorden foetsie. Waarna de back-up tape onleesbaar en tot overmaat van ramp onherstelbaar bleek te zijn.
Een kwart eeuw na dato herinnert Cringely zich dat, op het moment dat hij zich realiseerde wat hij met het indrukken van desbetreffende toets aan het doen was, de tijd leek te bevriezen. Minuten lang hield hij hem ingedrukt, intussen zijn hersens pijnigend of er een noodgreep mogelijk was voor hij de toets losliet. Die was er niet, maar, zo weet hij ook, hij kan altijd erger. Bob geeft een voorbeeld dat u misschien eerder gelezen had, maar dat ik nog niet kende. Lawrence of Arabia liet het door hem met de hand geschreven manuscript van zijn autobiografie, getiteld The Seven Pillars of Wisdom: a Triumph, in 1920 op het perron van een station in Londen liggen. Het kwam niet meer boven water, zodat hij opnieuw begon voordat het meesterwerk van 350.000 woorden een jaar later zijn eerste druk beleefde.
Als u nog meer rampvoorbeelden heeft, verneem ik ze graag. Zelf ben ik ook wel eens iets te enthousiast aan het schonen geweest, al is dat iets wat je zonder computers kan doen, net zoals dat T.E. Lawrence overkwam. Zelf hadden we het huiselijk drama van de fotoalbums, vol jeugd en jonge poezen, die bij de laatste verhuizing naar het Kringloopcentrum gebracht zijn, terwijl de lege exemplaren op zolder opgeslagen werden. Er is later nog heel wat afgezocht bij het Kringloopcentrum, maar ook die parafernalia, vanuit persoonlijk perspectief van meer importantie dan zuilen van wijsheid, zijn nooit meer boven water gekomen. Erger dan een handgeschreven manuscript, want dat kan je opnieuw gaan tikken, maar teloorgegane en niet nog eens afgedrukte foto’s (back-ups avant le lettre) zijn nooit meer opnieuw te maken.
Minder erg dan een halve website die je per ongeluk pardoes om zeep helpt of een verhaal dat net af is, waarna het naar de Filistijnen in plaats van naar de redactie verstuurd blijkt te zijn. Of, wat regelmatiger voorkomt, dat er iets fout gaat met een andere hobby, de batch scripts in Paint Shop Pro, die vervolgens een half uur werk binnen drie seconden teloor doen gaan. De moraal van dit verhaal? Maak een back-up en daarna een back-up van de back-u, en daarna, juist, U begint het te snappen. Vrij naar Lawrence: de achtste pilaar van de wijsheid is de back up. Cringely oppert het idee, om een ‘peer tot peer’ netwerk te maken, dat niet gericht is op het verspreiden van muziek of films, maar op het werelwijd back-uppen van elkaars data. Een legitiem Kazaa, Grokster, Bearshare of Blubster, waarmee iedereen zonder gelazer met Buma en advocaten zijn voordeel kan doen. Cringely suggereert Baxter als naam en geeft het business model, dat voorziet in een prijs van een dollar of vier per maand, er gratis bij.
Zou u het gebruiken? Eerst maar eens goed nadenken over allerlei mogelijke complicaties, maar interessant is het wel. Zelf heb ik de gewoonte om wat van waarde is, op een beveiligd gedeelte van mijn webserver op te slaan. Nou is dat ook weer niet zoveel en mijn Amerikaanse host staat garant voor een back-up. Maar ook die samengeperste back-up gaat ten koste van mijn totale schijfruimte en die begint na een paar jaar gedoe op die digitale toko dicht naar zijn maximum toegestane hoeveelheid van 200 megabyte te groeien.
Die Amerikanen leveren perfecte service, maar het zijn eerst zakenlieden en daarna techneuten. Dus krijg ik iedere dag, zodra de server tegen de 80% van zijn kwantum zit, een geautomatiseerd mailtje, met waarschuwingen en aanbevelingen. Dat logfiles opschonen wellicht enige tijd soelaas biedt, maar dat het op termijn wellicht tijd wordt om van een virtual private server naar een echte, op een eigen bak, te verhuizen. Dat lijkt me nou ook weer een beetje overdreven, zeker gezien het prijskaartje dat eraan hangt.
Bovendien, tweehonderd megabyte is een overzichtelijke hoeveelheid, die je verplicht om er af en toe de bezem er eens doorheen te halen. Het begint ook een beetje uit de klauwen te lopen dankzij een nieuwe hobby; het spelen met Flash. Wie daar mee aan de slag is, weet dat Flash-files dankzij slimme algoritmen weliswaar verbazingwekkend klein en snel zijn, is het niet in dienst van de navigatie, dan wel ter verfraaiing. Maar ja, omdat het zo lekker loopt en oogt, worden die bestanden overal gekopieerd en opgenomen in bestaande stukkies website en voordat je het in de gaten hebt, is de spielerei met Flash een digitale konijnenplaag aan het worden. Dat heeft een voordeel, want als je iets verstiert of per ongeluk weggooit, is dat geen ramp; er zwerft altijd wel een kloon op je website rond.
Een andere interessante optie is om gebruiker te worden van Gmail, de email-dienst van Google, waar je liefst een gigabyte opslagruimte op de servers van Google krijgt. Daar heb ik wel oren naar, maar voor die dienst kun je, zolang hij nog in de testperiode verkeert, jezelf niet aanmelden; je moet er voor uitgenodigd worden. Daar wachten we dus nog maar even op.
P.s.
Wie de column in de krant gelezen heeft, zal zich afgevraagd hebben of ik malende ben.
Het antwoord op die vraag is (volgens mij) ontkennend, de oorzaak van de wartaal in enkele alinea’s een stupide spellcjecker in combinatie met een suffende eindredacteur.
Hieronder de originele versie zoals ik hem (zoals altijd geproduceerd in het onvolprezen TextPad) heb gevoerd, voordat dat door mij nooit geprezen wangedrocht van een redactioneel tekstverwerkingssysteem met de net zo welluidende als pretentieuze naam Hermes er onzin van bakte.
Zo maakte de spellchecker van de opgesomde peer to peer netwerken ‘Kazaa, Grokster, Bearshare en Blubster’ achtereenvolgens ‘Kazoo, Gerekter, Boersere, Blubbert’, veranderde hij ‘schijfruimte’ in ‘schijfremmen’, werd 80% omgetoverd in 80a, en ‘mijn webserver’ werd ‘mijn observeer’.
Goed nieuws: ondanks die nonsens die zo in de krant afgedrukt werden, heeft een lezer het toch goed begrepen en mij per ommegaande een eervolle uitnodiging gestuurd: een inviatie voor het lidmaatschap van Gmail. Ik ga ermee aan de slag, en kom er ongetwijfeld op terug.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.