Krijnen.Com Krijnen.Com

Rugnummers?

Ieder dier verdient een naam. De schaapsherder, varkensboer en melkveehouder hebben hun best werpende ooi of zeug van een mooie naam voorzien. Maar net zoals de populariteit van de koe staat en valt met de hoeveelheid melk die ze levert, is die dierenliefde zakelijk.
Als de uiers uit beginnen te drogen, en de beklimmingen van beer en ram geen biggen en lammeren meer opleveren worden ze rap naar het slachthuis getransporteerd. De namen worden overgedragen, of vergeten.
Of, als Klaartje 13 een miljoen hectoliter door de spenen heeft laten trekken, op een maquette gegraveerd, waarna de volgende melkkoe Klaartje 14 heet. De bewoners van de dierentuin hoeven het slachthuis niet te vrezen.
Al kun je als giraffe beter niet in Denemarken geboren worden. Daar kreeg Marius een spuitje omdat zijn genen wat minder waren dan die van Elmer. Met wie de hengst vocht om de gunsten van de jongedames.
Als educatieve bonus werd zijn kreng ten overstaan van kinderen en persmuskieten door een slager in grove stukken gesneden, die vervolgens voor de leeuwen gegooid werden. Pragmatische oplossing voor een prangend probleem, want geen dierentuin wilde Marius hebben.
Als het aan directeur Haig Balian ligt, verdwijnen alle namen uit Artis. Omdat ie niet wil dat wilde dieren vermenselijkt worden. Beetje onhandig voor de verzorgers, want hoe hou je ze uit elkaar? Met rugnummers?
De legendarische commentator Barend Barendse zou er vanuit zijn graf voor tekenen.
Op 23 mei 1958 hoorde hij tijdens een wielerronde vanuit Hilversum in zijn koptelefoon dat Pierre Pflimlin was gevallen.
Een boze Barendse: ‘Aan namen heb ik niks. Rugnummers moet ik hebben!’
Niet wetende dat Pflimlin geen renner was, maar de premier van het gevallen kabinet van de Franse Republiek.