Duiken er pardoes bisschoppen in de sport op. Het eerste wat me te binnen schoot was Don Camillo, gespeeld door de in een lange zwarte jurk geklede Fernandel, die op een stoffig veldje tegen een voetbal trapt, het paardengebit breed ontbloot.
Het is volgens mij ook een wederkerend thema, in soepjurken geklede priesters die in verfilmingen van historische streekromans een voetbalwedstrijd organiseren tegen de goegemeente van een aanpalend dorp, of, als het een progressief boek was, tegen de protestanten uit hetzelfde dorp.
Hij zal het wel niet met de mijter op zijn kop doen, of met de staf in de hand, maar kardinaal Simonis heeft het plan opgevat om morgen een voetbalwedstrijd in de eredivisie te bezoeken. Heel vroeger hadden we op de krant een verslaggever geestelijk leven, en spuwde de telex geestelijke berichten uit, die uit Rome of van de perschef van een bisdom afkomstig waren. Dat is niet meer het geval. Dus komt het bericht dat de aartsbisschop van Utrecht zich morgen na het lezen van de hoogmis door zijn koetsier bij stadion Galgenwaard af laat zetten, tussen de sportbrei terecht.
Monseigneur Simonis maakt in Utrecht kennis met de spelers en coach van de thuisploeg, voordat ze de mouwen opstropen en ADO Den Haag te lijf gaan. Waarom? Volgens het van het Rooms Katholiek Kerkgenootschap afkomstige persbericht omdat het hem ‘als inwoner van de Domstad en oud-Hagenaar een goede gelegenheid leek om zijn debuut op de voetbaltribunes te maken’. Het zal wel een eenmalige exercitie blijven, want als-ie liefhebber was geweest, was dat debuut niet zo lang uitgebleven.
Mooier is het bericht over een kardinaal in Italie, waar men zowel sportgekker als geloviger dan in de lage landen is. De kardinaal in kwestie heeft niet alleen een column over de dood van Marco Pantani geschreven in sportkrant Tuttosport, het hij heeft ook al enkele malen op de televisie het live-commentaar verzorgd bij thuiswedstrijden van zijn geliefde Genova.
Kennelijk heeft de eerwaarde aanleg, want staatszender RAI heeft hem uitgenodigd om eind deze maand het commentaar te verzorgen bij een oefenduel dat het nationale elftal in Genua speelt. Wie in een column en in een microfoon over sport lult, kan in een preek, geheel in de geest van Dom Camillo, op de preekstoel natuurlijk niet achter blijven. Dus heeft monseigneur Tarcisio Bertone vanaf het gestoelte een prachtige preek afgestoken over de Barmhartige Samaritaan en alle nog levende renners en kampioenen gewaarschuwd om de Piraat niet te volgen op diens heilloze afdaling van zijn laatste col.
Kardinaal Bertone heeft het woord doping in preek en column niet gebruikt. Zoals met de meeste preken kun je er alle kanten mee op, maar aan het eind is de conclusie hetzelfde: alleen geloof en god kunnen redding bieden. De vraag welke rol doping precies gespeeld heeft in de teloorgang van de klimgeit, is na zijn overlijden nauwelijks gesteld. Het is er ook één die moeilijk te beantwoorden is, want niemand weet of Pantani geen problemen met drugs gekregen zou hebben als hij tijdens zijn carrière nooit een spuit gezet zou hebben. Resteert, met de twee mooiste voorjaarsklassiekers voor de deur, de vraag of het peloton er iets van geleerd heeft.
Terwijl het seizoen nog maar net lekker op gang gekomen is, begint het al naar onoorbaar medicijn te rieken. Bijvoorbeeld bij de Franse Cofidis-ploeg, waardoor Cedric Vasseur en Mederic Clain morgen niet starten in Vlaanderen. Vasseur, ex-gele trui in de Tour, is door zijn eigen ploegleider geschorst, maar wat dat wil zeggen weet je nooit. Het gedonder in de glazen begon met de arrestatie van de Pool Rutkiewicz. Die werd met een voorraad dope aangehouden waarmee het halve peloton de hele zomer door had kunnen komen.
Dat een door de wol geverfde ploegleider niet weet wat zijn renners uitspoken, wil er bij mij niet in. Als-ie het niet ruikt aan het zweet, dan ziet-ie het wel aan de pupillen van zijn pupillen, en als er dan nog geen lichtje gaat branden is-ie niet geschikt voor zijn vak. U hoort mij niet roepen dat manager Alan Bondue een Farizeer is, maar als ik morgen een preekstoel zou moeten beklimmen zou ik het wel weten.