Of ik dat tennis eigenlijk niet mis, wordt mij nogal eens gevraagd. ?Nou, nee?, zeg ik dan meestal, ?het waren mooie tijden, en die pakken ze me nooit meer af, maar op een gegeven was het mooi geweest, tijd voor iets anders.? Al is er ieder jaar een moment waarop ik, net zoals kinderen bij sommige kranten wel eens verslaggever voor een dag mogen zijn, best weer eens de tennisverslaggever uit zou willen hangen.
Komende zaterdag bijvoorbeeld, op de middelste zaterdag van Roland Garros, waarop de traditionele Beaujolais Party voor de deur staat.
Beweren dat het altijd een louter culinaire en culturele aangelegenheid was zou een beetje jokken zijn. Zo begon het altijd wel, in de geruststellende wetenschap dat er op desbetreffende zaterdag niet al te veel aandacht aan tennis besteed hoefde te worden. Op zondag verscheen toen geen enkele krant in Nederland, en in Engeland slechts een enkele, zodat dit mooie feest wel eens ontaardde in een wedstrijdje Beaujolais scoren tussen Nederlandse en Engelse tennisverslaggevers.
Maar ik heb er een paar vrienden voor het leven aan overgehouden ? waar zouden ze gebleven zijn? ? en met het culturele aspect zat het best goed. Zo viel onlangs de mond van een in wijnen liefhebberende collega in opperste verbazing open, toen ik zonder haperen de tien grand crus Beaujolais op wist te noemen. Tevens het bewijs dat het met het misbruik destijds best meegevallen moet zijn, anders had Korsakov of een van diens consorten me nu meer parten moeten spelen: Brouilly, Chénas, Chiroubles, Côte-de-Brouilly,
Fleurie, Juliénas, Morgon, Moulin-à-vent, Régnié en Saint-Amour. En niet eens gespiekt op internet!
De mooiste wijnboer uit iedere streek, het zal ieder jaar wel het resultaat zijn van een wedstrijdje van het Franse Departement du Beaujolais of zoiets, komt er opdraven met een Peugeot of Citroën vol flessen. In zijn kielzog de beste traiteur uit de omgeving, sjouwend met manden vol worsten, patés en kazen.
Heel wat anders dan Wimbledon, met die die astronomisch geprijsde aardbeien met slappe room, hotdogs en Pimms. Er was altijd een mooie toespraak van een zichzelf zeer important achtende hotemetoot, en de hostessen waren van het kaliber dat u binnenkort weer iedere dag aan weerskanten van de etappewinnaar van de Tour de France ziet verschijnen.
Heel anders dan Wimbledon waar Mrs. Bernardine op het perscentrum ook na tien jaar nog geen enkele blijk van herkenning vertoonde, en meewarig zuchtend verzocht om netjes in de rij te gaan staan als zich meer dan een persoon voor haar bureau meldde.
De suppoosten op Roland Garros zijn afgetrainde atleten in messcherp gesneden wijnrode colberts, en de meeste meiden die er werken, lijken rechtstreeks van de catwalk gekomen te zijn. Heel anders, het wordt eentonig, dan Wimbledon. Waar suppoosten, kaartjesknippers, bewakers, obers, en de juffrouwen van de retirade uit een bonte mix van verenigingen en organisaties geselecteerd zijn.
Naast het overleggen van bewijs van onbesproken gedrag lijkt een minimum leeftijd van veertig het belangrijkste criterium te zijn. Ze mogen hun eigen uniform aanhouden, hetgeen resulteert in een bonte mꬥe van uniformen, al dan niet voorzien van onderscheidingen of andere parafernalia, zoals rode en wit-gele kruizen. Net alsof er iedere dag opnieuw een aflevering van Dad?s Army wordt opgenomen. Heel vriendelijk allemaal, heel beleefd, maar tamelijk saai.
Aan de andere kant, alles wat op Roland Garros mooi en scherp loopt te wezen, vormt meestal het levende bewijs dat het stigma van hautainiteit de Parijzenaar zo mogelijk nog beter past dan zijn haute couture.
Hoewel dat ook steeds meer mee begon te vallen, naarmate de Beaujolais Party vorderde.
Je moet ze niet, zoals in dat reclamefilmpje, met Jeu de Boule voor joker zetten, en dan kan het nog best wat worden. Voor je het weet slaan ze je zo hard op je rug dat de tranen je in de ogen schieten, en krijg je, net als Rijk de Gooyer destijds in een ander filmpje, je eerste Franse lessen via het rijtje ?Du vin, du pain et du chagrin.? Laat maar schuiven die Fransen. Misschien toch nog maar eens proberen om een keer een toernooitje in te pikken.