Het is weer voorjaar, zodat me verzocht is boeken en tijdschriften te ruimen, wat weg kan, weg te flikkeren, en de computer- en sportrommel zoveel mogelijk mee naar de krant te nemen. Aan zulke rituelen moet je vooral niet proberen te tornen. Het bijkomend voordeel is dat je weer eens wat tegen komt wat je lang geleden gelezen had, en weer uit je geheugen verdwenen was.
Zoals The Sportswit Hall of Fame, een amusante pocket die me, blijkens een signatuur voorin, op 20 januari 1984 op Barbados door Jeanne als verjaardagscadeau overhandigd is.
Ach ja, dat was een mooie trip, met een memorabele zondagmiddag, een onbesliste weddenschap tussen cricketers en honkballers.
Honkballers vinden dat cricket maar een ouwewijvenspelletje, maar als je een keer zo’n met gestrekte arm door een bowler afgeleverde zoevende stuiter op kaak of sleutelbeen ontvangen hebt, ga je daar anders over denken. Waarna die gitzwarte grappenmakers met witte hoeden op hun beurt het lachen verging als ze een honkbalknuppel in handen kregen, waarmee ze vooral veel lucht, maar nooit een bal wisten te raken. Honkbal en cricket vergelijken heeft verder weinig zin, want de technische verschillen zijn zo mogelijk nog groter dan die tussen handbal en voetbal.
Maar wat een leuke pocket, die Sportswit Hall of Fame van Lee Green. In de totaal 374 pagina’s met ruim 1700 citaten en anekdotes komen twee landgenoten voor: Rinus Michels en de Nederlandse koningin.
Dat was u ongetwijfeld ook vergeten, maar voordat Michels Oranje naar de Europese titel leidde, is hij nog een tijdje coach geweest van de Los Angeles Aztecs. Daar werd hem tijdens een persconferentie gevraagd hoe lang het zou duren voordat er een topvoetballer met een Amerikaans paspoort zou zijn. Het antwoord van Michels: Vijf jaar. Zo lang duurt de naturalisatieperiode. Niet dan? Die van The Queen of The Netherlands is een hele mooie, maar er staat niet bij om welke koningin het gaat, en een jaartal ontbreekt. Geen nood; Dizzy Dean, als pitcher net zo gek als goed, die na zijn carriére als radioverslaggever qua populariteit een soort Theo Koomen werd, stopte met spelen in 1941. Dat gegeven deducerend kunnen we concluderen dat de familie Van Oranje, tijdens de Tweede Wereldoorlog verblijvend in Canada, waarschijnlijk van daaruit een honkbalwedstrijd in Saint Louis heeft bezocht. Dean, die enige commotie op de tribunes ontwaarde, vertelde zijn luisteraars dat het opstootje kennelijk iets te maken had met een dikke vrouw. Een bobo die beter wist, rukte de microfoon uit zijn handen en fluisterde hem toe dat het om de Koningin der Nederlanden ging. Waarop Dean, nooit op zijn mondje gevallen, een leven lang ruzie met bobo’s, het hele land live liet weten dat het raadsel opgelost was: The fat lady, ladies and gentlemen, is the Queen of Holland.
De volgende hoop ik zelf nog eens mee te maken op vrijdagmiddag. Red Smith, sportverslaggever van de New York Times, tegen de vrouw aan de hotelbar die voor honderd dollar bereid bleek al zijn wensen te vervullen: Mijn typemachine staat op kamer 123. Hier is de sleutel. Maak maar een sportcolumn. Hij moet om 18:00 klaar zijn.