Ik weet niet wat het met die voetballers is maar het is altijd weer hetzelfde liedje. Aan de vooravond van een EK of WK, net als ik in mijn bureau op zoek ben naar mijn oranje speldje, begint er weer eentje te melken dat-ie niet op links wil spelen, of op rechts, of liever achter de spits dan in de frontlinie, of half, of libero, of weet ik veel wat.
Namen mag u zelf invullen; het mankeert er alleen maar aan dat Van der Sar met een pruillip het trainingskamp verlaat omdat-ie van Advocaat nooit libero mag spelen, en dat Van Hooijdonk zijn kont tegen de krib gooit omdat-ie vanavond tegen Ierland niet mag keepen. Terwijl ik nog een paar dagen de tijd heb om mezelf te bezinnen, heb ik de bureaulade met een klap dicht geschoven, met een met de dag sterker wordend gevoel dat ik beter een lekker eindje weg kan gaan trappen op mijn racefiets, iedere keer dat dat zootje zeurpieten het veld op gaat. In de wetenschap dat het dan lekker rustig is op wegen en dreven, is de problematische vraag van wel of niet voor éé duel al opgelost door een makker wiens bruiloft we tijdens die wedstrijd vieren.
Die mot niks van Oranje hebben, waarmee tevens verklaard is waarom ik beter op kan schieten met Feyenoordsupporters dan met die uit Amsterdam: Rotterdammers hebben in de regel minder met Oranje op dan Amsterdammers. Op het gevaar af psychologie van de koude grond te bedrijven: dat komt volgens mij doordat er bij Feyenoord minder gezeurd en gezeverd wordt. Bij de club wordt hard werken traditioneel gewaardeerd, en het de vedette uithangen wil nogal eens tot mislukking leiden.
Denk ervan wat u wilt, maar nadat ik het eerste kwartier tegen België tegen beter weten in bekeken had, nam ik een wijs besluit en ben ik iets leukers gaan doen. Die tegen dat ploegje vissers van die eilandjes waarvan ik niet eens weet waar ze precies liggen heb ik helemaal overgeslagen, waarmee een zeldzaam persoonlijk record gevestigd werd: twee wijze besluiten binnen drie dagen!
U kunt mij er nu op wijzen dat ik geen recht van spreken heb, omdat ik die wedstrijden niet bekeken heb en daarom niet heb kunnen constateren dat het af en toe toch best eigenlijk wel leuk was. Of dat ik niet moet vergeten dat het hier om oefenvoetbal ging, waarbij de coach van alles moet proberen en dat het er straks pas echt om gaat. Als u die praatjes van Dick Advocaat gelooft, dan praat u hem maar na, maar aan mij is dat geleuter niet besteed: ik heb er weinig fiducie in, dat het voor ons een leuk EK wordt.
Ik kan natuurlijk ongelijk hebben, want in 2000 geloofde ik er vooraf ook helemaal niks van dat het iets zou worden, en toen hebben we toch nog flink genoten, tot er weer strafschoppen aan te pas kwamen.
Laten we derhalve hopen dat mijn argwaan en gebrek aan fiducie opnieuw afgestraft worden, maar in dat kwartiertje dat ik gezien heb, heb ik geen team gezien. Maar goed, dat was in ’88 ook zo, en toch slaagden al die loslopende ego’s er destijds in om twee keer drie kwartier een eenheid te zijn.
Wat me het meest zorgen baart is het tergend gebrek aan uitingen van plezier in het werk. Dat kan natuurlijk van alles betekenen. Dat ze er echt geen plezier in hebben bijvoorbeeld, of een kwestie van overconcentratie. Of dat er weer allerlei eenmansbedrijfjes dan wel kleine coöperaties rondlopen, die elkaar eigenlijk het licht in de ogen niet gunnen en intussen net doen alsof ze goed met elkaar overweg kunnen. Dat het met Kluivert en Van Nistelrooij samen nooit iets worden zal is nogal wiedes. Je hoeft echt geen psycholoog te zijn om aan de lichaamstaal van die twee te zien dat ze misschien nog net geen pleurishekel aan elkaar hebben, maar dat ze ook nooit met elkaar door een deur zullen kunnen.
Als er dan ook nog een shot van de bank in beeld komt, waar Advocaat alleen maar zorgelijk zit te kijken, Van Hanegem niet eens zijn best hoeft te doen om ongeïnteresseerd over te komen, en Wouters zich constant af lijkt te vragen waar hij in godsnaam aan begonnen is, weet ik het ineens heel zeker: laat maar liggen dat speldje. Ik ga lekker fietsen.