Paniek in de tent; ‘s morgens vroeg liggen alle kabels van de jukebox los.
De jukebox, dat is de computer, met een potente externe geluidskaart en een dikke boombox, die, op zijn eigen rijdende onderstel, vanaf de internetredactieburelen in de morgenuren de sfeer op de redactiezaal bepaalt.
Tot vreugd van de aanwezige meerderheid, maar tot chagrijn van sommigen, die hypergevoelige oren of een afwijkende smaak hebben. Daarom is een bestand van kracht, waarin vastgelegd is dat de muziek tot negen uur op oorlogssterkte mag, maar na negen uur op muzak-niveau moet. Paniek: alle kabels liggen los, niets werkt er meer. Kennelijk is er een gauwdief binnen geweest die het hazenpad gekozen heeft toen hij iemand aan hoorde komen. Op de internetredactie ligt de oplossing voor de hand; binnen een uur staat er een webcam die automatisch aanslaat als hij beweging detecteert. De techniek doet een nacht lang keurig zijn werk, maar er komt niemand in de buurt van de jukebox.
De volgende morgen vraagt Leonore van de schoonmaak of me niets opgevallen is onder mijn bureau.
Hoezo dat?
‘Nou, we hebben daar gisteren eens goed huisgehouden, want het was er nogal een stoffige boel. We hebben die kar vooruit getrokken en tussen die kabels alles eens goed schoongemaakt…’