Soms is-ie mooi, en soms is-ie minder: de In de marge. Heel af en toe schieten de tranen van het lachen me in de ogen bij het lezen van dat korte stukje, linksboven op pagina twee van deze krant, bij toerbeurt gevuld door een aantal collega’s. Zoals afgelopen week, toen de eigenaar van een Japans restaurant op onnavolgbare wijze een eind maakte aan een discussie met een lastige klant die vond dat zijn rode wijn naar kurk smaakte: ‘Kan niet. Komt uit pak.’
Waren er altijd maar zulke mooie argumenten voorhanden om een punt te zetten achter een oeverloze discussie. Zoals bijvoorbeeld over bitrates. Zo heb ik een paar vrienden die blijven beweren dat ze mp3 maar niks vinden, omdat het allemaal zo vlak klinkt, in vergelijking met een niet gecomprimeerde cd. Feitelijk klopt er al niets van die laatste constatering, want natuurlijk is ook een standaard cd gecomprimeerd, zij het met een bitrate van 1411,2 kilobit per seconde.
Dat levert iets van tien megabyte per minuut muziek op. Als je dat met een natte vinger verrekent met de gemiddelde duur van de twee kanten van een ouderwetse lp, verdeeld over de beschikbare opslagruimte van een inmiddels ook overjarige cd, dan begin je te begrijpen hoe die standaard eind jaren zeventig tot stand gekomen is. Hoe dan ook, een liedje van vier minuten neemt in cd-kwaliteit ongeveer veertig megabyte in beslag, maar in mp3, op 128 kilobit gecomprimeerd, wordt het ongeveer een factor tien kleiner.
Ik ga u verder niet lastig vallen met allerlei technische details. Als u er echt in geinteresseerd bent, tikt u maar ‘wat is bitrate?’ in Google en dan bent u snel geholpen. Bijvoorbeeld door afterdawn.com, waar u onder het linkje ‘glossary’ een perfecte bibliotheek aantreft van verklaringen van honderden termen die iets met muziek, beeld, video en compressie te maken hebben.
Waar het me om ging is de zinloosheid, de oeverloosheid van discussies over de perfecte bitrate. Vorig jaar al stond er een pracht van een test in een Duits blad, dat een gerenommeerd gezelschap aan een test onderwierp. Een professionele operazangeres, een pianist, de producer van een van de grootste opnamestudio’s in Duitsland, een dirigent, een jazzy figuur, een paar rockers, en nog wat figuren met een perfect gehoor en kennis van zaken.
De bijeenkomst eindigde net niet in ruzie, als ik het wel heb, toen men dacht voor het lapje gehouden te worden. Toen werd aangetoond dat alles eerlijk gegaan was, moesten ze schoorvoetend toegeven dat ze mp3, mits gecodeerd op 192 kilobit, niet hadden weten te onderscheiden van originele cd-opnames.
Deed me denken aan de test die in datzelfde Duitsland georganiseerd werd door een Nederlands genootschap van groente- en fruitboeren. Het ging daarbij om het slechte imago van Die Wasserbombe, zoals de Nederlandse kastomaat in Duitsland bekend stond. Een geblinddoekt forum van koks en fijnproevers wees toen diezelfde waterbom uit het Westland aan als de smakelijkste tomaat die ze ooit geproefd hadden. Of zou dit ook weer zo’n urban myth zijn, die door een handige jongen van dat genootschap eerst het internet op en vervolgens de wereld in geholpen is?
Misschien iets voor Mythbusters, mijn favoriete programma op mijn favoriete zender, Discovery Channel. Waarin Adam Savage en Jamie Hyneman proefondervindelijk allerlei mythes bewijzen of kraken. Bijvoorbeeld of je een holle boomstam als kanon kan gebruiken en of je meer kans maakt om door de bliksem te worden getroffen als je een tong-piercing hebt. Prachtig programma!
Hoe dan ook, Computer Totaal! publiceerde vorige maand de resultaten van een mp3 luistertest en opnieuw waren de resultaten frappant. Vijf panelleden moesten luisteren naar drie verschillende muziekfragmenten (klassiek, jazz en pop), in zeven verschillende bitrates, van 64 k tot en met de oorspronkelijke cd kwaliteit. Ook dit panel wist uiteraard van wanten: de eindredacteur van een blad voor klassieke muziek, de voorman van een funkband, een jazz- en dub-reggae-kenner, een zanglerares annex zangeres en een it-consultant, tevens mp3 specialist.
Zij luisterden naar de Vijfde van Beethoven, Reincarnation of a Lovebird van Charles Mingus, en Kind of Cool 2 van Gare du Nord. De verschillende bitrates werden door elkaar gedraaid en het panel werd gevraagd om te noteren op welke bitrate gecodeerd was. Opvallende conclusie: geen van de luisteraars herkende het originele bestand. Aanrader die ik al een jaar of wat hanteer: als u uw muziek in mp3 op 192 kbps ript, dan is er geen mens (uw hond wel, want die heeft aanmerkelijk betere oren dan u) die bij het luisteren naar zo’n bestand, via de hifi installatie afgespeeld, nog iets van compressie weet te bespeuren.
Op 192 kbps wordt uw muziek qua omvang teruggebracht tot 13.6 procent van het oorspronkelijke bestand. ‘Dat moet voldoende zijn’, besluit Arian Ooievaar, de schrijver van het artikel in Computer Totaal!, ‘Als u desondanks nog commentaar krijgt op de geluidskwaliteit, weet u zeker dat u bent aangeland in een zinloze discussie.’
Die discussie ontstond begin jaren tachtig al tussen aanhangers van analoge lp’s en die van de eerste cd’s en wordt op sommige fronten nog steeds gevoerd. Hetgeen me terugbrengt naar de eigenaar van het Japans restaurant met zijn onsterfelijke ‘Kan niet. Komt uit pak.’
Gaande de verbouwing thuis is het misschien geen slecht idee om ergens onzichtbaar een draaitafel weg te werken. Om tijdens een feestje de ooit onvermijdelijke discussie over al dan niet hoorbare verschillen in mijn mp3’tjes te doen verstommen met de ultieme conclusie: ‘Kan niet. Is een LP.’