Maurice de Hondt heeft als voorspeller van verkiezingsuitslagen een keer een flinke uitglijder gemaakt. Een van de redenen dat het in mijn geheugen is blijven hangen, is het gegeven dat De Hondt weigerde om stil te blijven zitten toen hij door de media geknipt en geschoren werd.
In plaats van sportief toe te geven dat-ie na al die goede voorspellingen voor de eerste keer een flinke miskleun gemaakt had, kwam hij met allerlei smoesjes op de proppen; het lag niet aan hem!
De andere reden dat het is blijven hangen, is dat we in Nederland gewend zijn aan redelijk kloppende voorspellingen.
In Australië klopt er meestal geen biet van. John Howard won Down Under begin deze maand voor de vierde keer op rij de verkiezingen, nadat door voorspellers de plank flink misgeslagen was. Tot in de vroege avond voorspelde het grootste en meest achtenswaardige onderzoeksbureau in Sydney nog met grote stelligheid een historische ommezwaai naar Labor.
In Amerika ging het ook wel eens fout. Historisch is de foto van de herverkozen Harry Truman die op 3 november 1948 breed lachend de voorpagina van de Chicago Daily Tribune boven zijn hoofd houdt, die over de volle breedte kopt: ‘Dewey defeats Truman!’
Vier jaar geleden klopte er in Amerika niet veel van. Het verschil tussen Gore en Bush was minimaal en daar was dan nog dat gedoe in Florida, waar een en ander opnieuw geteld moest worden. Na de hertelling waren de meeste Democraten van mening dat er flink gerommeld is en dat Al Gore in plaats van George Bush de verkiezingen had moeten winnen.
Op internet zwerft een humoristisch flashfilmpje rond met een simulatie van een Diebold stemcomputer. Probeer daarop maar eens op Kerry te stemmen. Als u eindelijk denkt de knop te pakken te hebben, wordt alsnog bedankt voor uw stem, namens George W.
Zo gewend als we hier zijn aan stemmachines, zo krampachtig doen ze daar in Amerika over. Het is iets waar hier nogal eens lacherig over gedaan wordt, dat die Amerikanen er niet in slagen om zoiets goed te regelen. Zo gek is die koudwatervrees niet, gezien wat er de laatste jaren fout gaat met computers, internet, hackers en virussen. Toen de stemmachines hier ingevoerd werden, was er nog geen internet en van hackers had nog nooit iemand gehoord. Desondanks nemen wij de foutloze werking van die machines als vanzelfsprekend aan.
Zou het? De enige manier om er achter te komen wat er met uw stem gebeurd is, is het koppelen van uw stem aan uw naam en het desbetreffende bestand toegankelijk te maken. Willen we dat? In ieder geval niet via internet, zou ik zeggen, en de vraag is of op een andere manier foolproof te regelen is.
Internet of niet, dankzij datzelfde internet gaat John Kerry op zijn gemak de verkiezingen winnen. De Republikeinen weten het, de Democraten weten het, maar beide partijen zwijgen over die wetenschap. Voorgaande boude uitspraken zijn niet van mij, maar van Bob Cringely. Volgens hem kan Kerry nu al de vlag uitsteken dankzij het P. Diddy effect.
De rapper, die niets met politiek en politici te maken wilde hebben omdat het niks is, niet werkt en niks wordt. Maar Diddy, ouder en wijzer, is op internet een actie begonnen onder het motto Vote or Die. Hij geeft geen stemadvies, waar het om gaat is dat iedereen in Amerika moet gaan stemmen, hij richt zich op de jeugd, en voert zijn actie alleen maar op internet.
Nou heb ik niks met de muziek van P. Diddy, maar er is een belangrijk gegeven dat me doet vermoeden dat Cringely gelijk zou kunnen hebben.
De resultaten van alle polls in Amerika komen via telefonisch onderzoek tot stand. Een bureau verzamelt 500 willekeurige telefoonnummers en stelt wie opneemt de vraag wat-ie gaat stemmen. Dat heeft altijd goed gewerkt; in een land waar de penetratie van vaste telefoonaansluitingen 95 procent is, wijkt de doorsnee van de telefoonbezitters nauwelijks af van de doorsnee van de bevolking.
De verandering van dat ooit zo vaste gegeven is de crux van de voorspelling van Cringely. Die erop wijst dat de onderzoeksbureau’s een belangrijk teken des tijds negeren: jeugd heeft geen vaste telefoonaansluiting meer. Jeugd heeft een breedband internetverbinding, jeugd belt via VOIP over die breedbandverbinding, jeugd wisselt nog gemakkelijker van mobieltje dan van partner.
Jeugd wordt daarom te weinig gevraagd, hetgeen vorig jaar al duidelijk werd bij de burgemeestersverkiezing van Philadelphia. Waar de in wetenschappelijk opzicht tot dan kloppende methodiek volledig faalde en de onderzoekers de verkeerde winnaar voorspelden.
Oorzaak: ze waren niet op de hoogte van het gegeven dat de ploeg van winnaar en uitdager John Katz er via een intensieve campagne – volledig via internet gevoerd – in geslaagd was om enkele duizenden studenten van elders zich in Philadelphia als kiesgerechtigd te laten registreren.
Het doel van de campagne van Diddy is om 20 miljoen extra jongeren te bewegen te gaan stemmen. Op een totaal van 110 tot 120 miljoen kan Kerry nu al op zijn lauweren gaan rusten, want de meerderheid van jeugd gaat niet op George Bush stemmen.
De belangrijkste vraag: als het allemaal waar is, waarom horen we er dan niets van? Omdat de analisten van de Democraten bang zijn dat het effect verloren gaat, als ze nu al op hun borst beginnen te kloppen en de Republikeinen, die ook niet gek zijn, er op geen enkele manier hun voordeel mee kunnen doen. Ze houden allebei hun adem in en hopen er het beste van.
We zullen zien, volgende week. Als Bush er met de gladiolen vandoor gaat, wijs ik, in de traditie van Maurice de Hondt, met een beschudigende wijsvinger naar internet-analist Bob X. Cringely. Aan mij lag het niet.