An Argentine is an Italian who speaks Spanish, thinks he is a Frenchman en dresses like an Englishmen.
Die is niet van mij, ik las hem in de Lonely Panet, maar hij zou kunnen kloppen. Wat ze eraan toe zouden moeten voegen in die onmisbare reisgids voor backpackers, is dat Maxima een echte Argentijnse is. Die innemende charme, die altijd aanwezige lach, de beleefdheid het is kennelijk zo Argentijns als het maar zijn kan.
Link: Fotoalbums Argentina 2005
Wat een aardige innemende mensen, in de immense metropool Bueos Aires, met het tempo van New York en de elegance van Parijs, op de eindeloze pampa´s, in het ongeloflijke Mar del Plata (Torremolinos in tienvoud), en in de touristenplaatsen in de Andes en Patagonia.
Als New York de stad is, die nooit slaapt, dan is Argentinie het land dat altijd wakker is. Geboren nachtuilen, die tegen middernacht in een restaurant nog vrolijk aan het diner beginnen, en waar het s´nachts nooit rustig. Het is even wennen voor de argeloze tourist die dacht een rustig hotelletje in een achterafstraat gevonden te hebben. Blijkt er beneden alweer een restaurant te zijn dat pas om tien uur in de avond de eerste klanten verwelkomt, waarna het nog lang luidrustig, onrustig, maar vooral gezellig is. Zelf hebben ze door dat nooit ophoudende nachtbraken een ander talent ontwikkeld: ze kunnen altijd en overal slapen, als het moet staand. Iedere keer als we een busreis beginnen, of het er nou een van twee of van twintig uur is, valt alles wat Argentijns is nog voor het vertrek in slaap, en slaapt vervolgens dwars door alle fantastische vergezichten heen.
Het sterft er van de internetcafes, gemiddelde prijs anderhalve peso per uur, en een peso is sinds de voor Argentijnen zelf desastreuze devaluatie van 2001 nog ongeveer een eurokwartje. Goede internetcafes ok, allemaal breedband, en voor vijf peso branden ze de foto´s van de flashcard van je digitale camera naar de cd´tje, zodat de back-up geregeld is, en de flash card gereset kan worden voor de nieuwe foto´s.
Aan de verbindingen (wat een verschil met een jaar of acht geleden) lag het dus niet dat ik nog niets van me had laten horen. Ik had gewoon geen zin om in achter een computer te gaan zitten, en aangezien de verplichting in de vorm van een deadline er niet is, zal dat de komende tijd niet al te veel veranderen. Het reizen is veel te leuk en neemt veel te veel tijd in beslag om er nog uitgebreid verslag van te doen. Af en toe moet ik wel, want flash card vol, dus dan tik ik meteen nog wel eens wat, maar niet al te vaak vrees is.
Na een weekje Buenos Aires en de Tigre Delta zijn we via Mar de Plata, Bahia Blanca en Neuquen in het Lake District beland, in de oostkant van de Andes, het noorden van Patagonia. Totaal nu iets van 1700 kilometer in allerlei bussen en busjes op asfalt en honderden kiometers gravel afgelegd. Vijf dagen San Martin Des Andes – opgesierd met een bezoek van El president Kirchner vanwege het naamfeest van San Martin, vijf dagen in het schitterende Bariloche met een slopende mountain bike trek, en de beklimming van de Cerro Gran Catedral. Oh ja, intussen nog lama´s gekust en naar de Hupia vulkaan geweest, bijna vergeten. Vandaag – 37 graden – zitten we in El Bolson, een dorp vol hippies aanverwant volk. Allemaal heel vriendelijk en aardig maar hier waarschijnlijk – zegt mijn instinct – wel iets beter op rugzak en portemonnee letten.
Nou, ik ga eens kijken of ik de Image Batch Uploader van ImageFolio aangetrapt krijg en of de cd speler van deze XP machine in dit internetcafe in El Bolson het doet. Dan kan ik nog een paar albums aanmaken en vullen. Maar wat dat betreft verandert er nooit iets: het blijft Windows. Als ie het niet doet ben ik zo eens weg, naar het net zo christelijke als brandschone hotelletje waar we gisteren toevallig beland zijn.
Adio, hasta lluego!