Versleutelt u bestanden op uw computer? Dan bent u strafbaar, want wie dat doet, heeft snode plannen. Althans, volgens een Amerikaanse rechter, die geinspireerd zou kunnen zijn door een stukje Nederlandse geschiedenis. Waar ooit ergens in de Lage Landen op de staander van de galg, naast de strop, gebeiteld was: ‘Wie goed doet, heeft niet te vrezen.’
Het is een gedachtengang – die van die Amerikaanse rechter, niet die van Joost van den Vondel, aan wie de spreuk ontleend is, die op termijn gecorrigeerd zou kunnen worden door hogere gerechtshoven. Hoewel je dat nooit zeker weet in het land waar qua rechtsgang van alles mogelijk is. Denkend aan O.J. Simpson en de scholen die door federale rechters geruggesteund zijn in hun opvatting dat God in zijn eentje in zes dagen de wereld geschapen heeft om er op de zevende dag de mens op te boetseren.
Niet gehinderd door last of ruggespraak – wie controleert dat? – worden op internet door overheden en regeringen streken uitgehaald die ze hun onderdanen verbieden. Na september 2001 lijken de in de Verenigde Staten traditioneel net zo luidruchtige als sterke organisaties die opkomen voor het beschermen van privacy, wat minder kabaal te maken. De redenen daarvoor zijn begrijpelijk: dat soort groepen van Democratische of linkse signatuur wil niet het gevaar lopen in een nog linksere hoek weggezet te worden in de strijd tegen het terrorisme. De liberale en rechtse beschermers van de privacy zijn wat eerder geneigd om de streken van Bush en consorten acceptabel te vinden in de strijd tegen dat hogere doel.
De Da Vinci Code van Dan Brown heb ik nog niet gelezen, maar wel een boek dat-ie in 1998 schreef en dat nu meelift op het succes van de wereldwijde bestseller: Digital Fortress. Gezien de titel zal het ook in de Da Vinci Code gedeeltelijk over code gaan en alles wat met cijferraadsels en -reeksen te maken heeft, wekt mijn nieuwsgierigheid.
Aanradertje voor mede-liefhebbers: Robert Kaplan heeft een boek van 500 pagina’s geschreven over het getal nul en het boeit nog ook, van begin tot eind: Het Paradoxale Niets, een geschiedenis van het getal nul. Verwar de schrijver niet met Robert S. Kaplan (geen familie), maar geen nood, als u per ongeluk een boek van de andere Kaplan koopt, want die zijn ook meer dan de moeite waard. Twee keer Googelen, een keer met en een keer zonder S. en u krijgt de biografieën van beide Kaplans vanzelf.
Digital Fortress kon ik destijds alleen al door de titel niet laten liggen en al helemaal niet door het thema: encryptie, versleuteling van bestanden. Een boeiende wereld, waarin nogal wat omgaat. Bin Laden durft al jaren geen mobiele telefoon of radio meer te gebruiken, want dan drukt-ie zelf op de startknop van een Hellfire of een soortgelijk projectiel, dat in real-time op zijn mobieltje gericht wordt. Tasjesdieven, georganiseerde hooligans en andere soorten boeven van lager allooi doen het nog, maar zouden ook sneller dan ze denken door de techniek achterhaald kunnen worden.
Behalve als ze een goed versleutelde communicatiemethode hanteren, hoewel iedere wiskundige weet dat iedere code gekraakt kan worden. Dat is sneller gezegd dan gedaan. Als het algoritme maar moeilijk genoeg is, heeft zelfs een supercomputer zoveel tijd nodig om alle combinaties van de gehanteerde sleutel te proberen dat de daad gepleegd is en de crimineel overleden, voordat de oplossing van het raadsel uitgespuugd is.
Het is dus niet zo gek dat de Amerikaanse regering er nogal wat aan gelegen is om een adequate versleuteling van bestanden te verbieden. Terwijl voor- en tegenstanders van data-encryptie over elkaar struikelen, gaat de techniek vrolijk verder. Digital Fortress is gebaseerd op een onmogelijkheid: de onbreekbare code. Mischien snap ik het en misschien niet, maar als ik het wel heb, is de gehanteerde sleutel in staat zichzelf constant te verversen.
Bijna onbreekbare code is een nachtmerrie voor regeringen en een zegen voor criminelen. Waarbij overigens de vraag is, welke regeringen crimineel zijn en welke onderdanen beter af zijn met encryptie. Als regeringen en veiligheidsdiensten wel mogen versleutelen, maar pers en onderdanen niet, is de klok teruggezet naar 1984 en lacht Big Brother in zijn vuistje.
We hoeven ons echt niet af te vragen of de ideeën van die Amerikaanse rechter hier opgepakt worden, we hoeven alleen maar te wachten tot dat windje hier begint te waaien. Er is al volop gedoe over providers die gegevens van ons moeten bewaren om ze tot nadere order aan de overheid op te lepelen. Verder rommelt het op dat gebied uiteraard in meerdere Europese contreien.
Terwijl de Tweede Kamer worstelt met een Europees voorstel om alle internet- en telefoongegevens van burgers op te gaan slaan, komt uit Litouwen het voorstel om providers ook alle wachtwoorden en pincodes van ons op te laten slaan. Terwijl ik dit zit te tikken, piept de RSS reader in Firefox: in Amerika heeft de FBI afgelopen nacht de Bit Torrent servers, waarmee illegaal films verspreid zijn, uit de lucht gehaald. Er zijn tien beheerders van sites opgepakt, de FBI is geholpen door de platenindustrie. Daar is kennelijk niet alles versleuteld geweest en heeft de FBI providers gedwongen om adresgegevens van hun klanten af te staan.
Zoals altijd op internet is het kabaal na de inval snel en groots, maar nogal wat reacties op de blogs en fora zijn zo krom als het maar kan zijn. Wie de laatste Star Wars nu al op zijn computer heeft staan, is zelf misschien niet strafbaar, maar er is minstens een strafbaar feit aan vooraf gegaan om het mogelijk te maken. Misschien moeten ze Vondel er nog maar eens op naslaan. Want wie goed doet, heeft niets te vrezen. Niet dan?