Mijn 65 jaar oude OM620 diesel loopt nog steeds, na al die jaren, nu in de derde ouwe Mercedes
Hij is net zou oud als melig, die grap over dure diesel; ‘maakt me niet uit, want ik tank toch altijd voor een geeltje’. Ik moest er aan denken toen ik deze week mijn trouwe kilometervreter volgooide en het telwerk pas tegen de honderd euro stokte.
Op mijn leeftijd reken je dat om naar guldens en voor dat bedrag reed ik in de seventies een maand of drie in Nederland, of twee keer op en neer naar Albufeira. Denken aan dieselen maakt me weemoedig. Eind van de jaren zeventig karde ik in mijn eerste diesel met de ster, net als een paar vrienden.
Toen vonden we zeventig ouderwetse cent de liter een vorm van oplichting door de staat waar we niet aan mee wensten te werken. Al was het maar omdat-ie op dat moment in de USA een kwartje deed, en we wisten zeker dat dat per gallon was.
Dus deden we qua diesel alles wat god en overheid verbood, zoals rode diesel kopen bij een soepele boer of bij een regelrechte boef in België, en huisbrand- of ordinaire stookolie van dertig cent de liter opstoken. Ik garandeer u dat een oude Mercedes diesel altijd en overal op blijft lopen.
Het ging destijds fout nadat mijn beste maat naar het Rasopark in Hoeven verhuisd was, daar waar nu Transformanten wonen. De telefoon ging, net toen Jan huisbrandolie aan het hevelen was uit de 1200 liter tank die achter in de garage stond.
Het gesprek liep uit, en werd wreed verstoord door loeiende sirenes, toen het halve Rasopark met een centimeter stookolie bedekt was.
Opruimingskosten en boetes waren mega, waarmee alle besparingen van de voorgaande twee jaar in één klap teniet gedaan waren. Sindsdien tanken we netjes, zoals iedereen, aan de pomp.