De Berlijnse Muur mag twintig jaar geleden gevallen zijn, in Herzogenaurach had je nog steeds de rivier. Rechts hoefde je er met Adidas niet te komen, want dan werd er op je voeten gespuugd. Links moest je niet proberen om op Puma pils te bestellen, want dan werd je straal genegeerd.
Ver voor de val van de Muur mocht ik mee met een uitstapje naar Herzogenaurach, cadeautje van wijlen Hennie Warmenhoven, de onderkoning van Adidas in Nederland.
Ik dacht op zaterdagmorgen de boel wat op te leuken door met een T-shirt van Nike aan het ontbijtbuffet van het Adidas-hotel te verschijnen, tot een geschokte ober in een smetteloze witte schort met drie zwarte strepen me dringend verzocht iets passenders aan te trekken: ‘Das kann doch nicht!’
Het was een mooi verhaal van de twee broers – Adolf en Rudi Dassler – die in 1924 in Beieren een schoenfabriek begonnen en die schatrijk werden met de levering van het schoeisel dat het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog gebruikte.
Na de oorlog kregen ze slaande ruzie, waarop de een met Adidas verder ging en de ander Puma stichtte. Sindsdien was het dorp fanatiek in twee kampen verdeeld.
De broers spraken niet met elkaar, van de ene naar de andere fabriek overstappen was ondenkbaar, gemengde huwelijken waren not done.
Twintig jaar na de val van de Muur is de rivier overbrugd.
Twee directeuren schudden elkaar donderdag de hand, waarna de werknemers van Adidas en Puma een potje voetbalden.
De uitslag weet ik niet, maar ik wed dat Adolf en Rudi zich in hun graf omgedraaid