De naam Deo Volente betekent ‘Als God het wil’ en het schip is in China gebouwd. Afgelopen vrijdag arriveerde het in Rotterdam, bovenop een tweede boot. Met zijn tweeën op een nog veel groter schip. Maandagmiddag werd het casco naar Raamsdonksveer gesleept om daar te worden afgebouwd. Deze Deo Volente is de volgende in een lange rij schepen met dezelfde naam, gevaren in de schippersfamilie Van Zwol. Volgens de planning zal het in maart volgend jaar gedoopt en gezegend worden.
Nu prijken er op de boeg een paar Chinese karakters waarvan Bert van Zwol niet weet wat ze betekenen. “Ik weet wel dat het casco een naam heeft omdat er in China geen boot zonder een naam te water gelaten mag worden”, aldus Van Zwol. Samen met zijn vrouw Diny en zijn broer Piërre bestelde hij het ‘grote Rijnschip’ in juli 2007 bij de Chinese werf Yizheng Jianghai. Het heeft een laadvermogen van tweeduizend ton bij een lengte van 110 meter.
De familie voer toen nog op de vorige Deo Volente en de kredietcrisis had zich nog niet aangediend. Er was veel vraag naar schepen en de levertijden waren lang.
Nadat de contracten met de makelaar en de werf getekend waren, en de familie was begonnen met vier miljoen euro te investeren, veranderde de wereld rap. “Tja, we zullen de crisis nu even af moeten wachten”, zegt van Zwol, die de vorige Deo Volente inmiddels verkocht heeft. Het schip, dat wordt afgebouwd op de werf van Bayens in Raamsdonksveer, staat op dit moment in de grijze primer.
Het ziet er keurig uit, in vergelijking met het casco ernaast, waaraan het tijdelijk afgemeerd is. Vijftien meter langer, het model nagenoeg hetzelfde, maar voor het oog van de leek een stuk roestiger en wat minder netjes opgeleverd.
Afkomstig van een andere werf dan de Deo Volente, kennelijk van een andere kwaliteit? “Er zitten wel wat verschillen tussen de ene en de andere werf”, aldus de schipper, wiens vorige schip op dezelfde werf in China gebouwd werd. Over de boot van de buurman laat hij zich verder niet uit, maar hij is dik tevreden over de manier waarop zijn bestelling afgeleverd is.
Een vertegenwoordiger van de makelaar heeft er tijdens bouw en oplevering bovenop gezeten. Zelf is Van Zwol met zijn gezin twee keer naar China geweest om de vorderingen gade te slaan. Hij roemt de Chinese werf: ” Een ongelooflijke dynamiek daar, keurig alle afspraken nagekomen, en ze spreken allemaal vloeiend Engels.”
Doorslaggevend, naast de goede ervaringen bij de bouw van zijn vorige schip, was de prijs kwaliteit verhouding. “Er zijn er nog veel meer daar, en de prijs zal misschien niet zoveel uitmaken, maar wij hebben nu voor de tweede keer een keurig schip ontvangen.”
Het wordt stevig aanpoten de komende maanden om het schip eind maart doopklaar te krijgen. “De motor, de as, de schroef, de boegmotor, navigatieapparatuur, de kajuit, de woonverblijven, en nog veel meer.”
Terwijl zijn broer Piërre op een andere werf bezig is met de kajuit die er later opgetild gaat worden, steekt Van Zwol zelf ook de handen uit de mouwen. Met een slijptol werkt hij nog wat laspuntjes weg voordat het casco volgende maand gezandstraald zal worden voordat de primer en de afwerkingslagen erop gespoten worden. Tot de Deo Volente vanaf het voorjaar zand en grind, droge bulk en containers in de Benelux en Duitsland gaat vervoeren is Bert van Zwol schipper van een iets kleiner bootje; het pontje dat op de Bergsche Maas tussen Waalwijk en Drongelen op en neer vaart. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan; je bent schipper of je bent het niet.