Vandaag verstrijkt de deadline van het tweede bod van het Nederlandse Spyker Cars op Saab. Rijders van het Zweedse merk wachten in spanning af. Een eerste bod van Spyker mislukte eind december. General Motors (GM) zou op dit moment met meerdere geïnteresseerden in Saab in onderhandeling zijn.
De Chinese branchegenoot BAIC zou belangstelling hebben in het intellectuele eigendom van de Saab-modellen 9.3 en 9.5, zodat die modellen in China voor de met duizelingwekkende cijfers groeiende lokale markt gebouwd kunnen worden. GM had zichzelf oorspronkelijk tot eind december de tijd gegeven om een koper voor Saab te vinden.
Wie in de wachtkamer bij de tandarts of de dokter uit nieuwsgierigheid wel eens door het tijdschrift Arts en Auto heeft gebladerd, kent Saab. Het nieuwste model van het merk werd er steevast in besproken en in de advertenties werden de tweedehands steevast ‘door een collega aangeboden’.
Uiteraard vergezeld van een smetteloos boekje waarin de staat van onderhoud punctueel was afgestempeld. Een nieuwe Saab, dat had altijd iets deftigs, daar reden – naast medici – rechters en advocaten in. Of kunstenaars en schrijvers die goed verkocht hadden. Koningin Beatrix reed ooit Saab, al is de koninklijke familie inmiddels bekeerd tot Audi.
Saab is volgens Jeremy Clarkson van Top Gear – het best bekeken televisieprogramma ter wereld – het merk dat gereden wordt door ‘nice people’. Die op recepties hoog opgeven van de unieke eigenschappen van het eigenzinnige merk: de souplesse, het lijnenspel, de veiligheid en de zuinigheid.
Dealers van Saab zijn er niet meer in West-Brabant, sinds de Bredase vestiging een half jaar geleden failliet ging. Specialisten nog wel, zoals Rien Mol in Bergen op Zoom, die zowaar garen lijkt te spinnen bij de achteruitgang en de mogelijke teloorgang van zijn geliefde merk. Specialist, kenner, liefhebber, met een klantenkring in heel Nederland.
Met mensen die voor een Saab de showroom betreden, moet het altijd prettig onderhandelen geweest zijn, niet dan? „Dat klopt wel”, aldus Mol, die zijn geld ook verdient met het opvoeren en tunen van nieuwe Saabs. „Het is meestal prettig praten met het type klanten dat op een Saab uit is. Dat zal met andere merken wel eens anders zijn.”
Uiteraard zou het Mol pijn doen als het merk Saab verdwijnt. Ondanks dat hij er zelf niet zoveel last van zou hebben. Zijn winst en omzet zitten in de occasions en het onderhoud. Over zijn eigen toekomst maakt hij zich daarom niet al te veel zorgen, ook al zou de fabriek in Zweden definitief gesloten worden.
Het zou zomaar kunnen dat zowel de klassiekers als de youngtimers daardoor in waarde gaan stijgen. En het onderhoud blijft. Mol zegt dat voor concurrerende uurprijzen te kunnen blijven doen. „Ik zit niet in zo’n autopaleis, zoals de laatste jaren de trend was. Mooi, maar die investeringen moeten wel terug verdiend worden en het is de klant die dat voor een groot gedeelte via het onderhoud op zal moeten hoesten.”
De liefhebbers
Wie op zoek gaat naar de echte Saab-liefhebbers, komt al gauw in de klassieke hoek terecht. Zo- als bij wethouder Jan Paantjens van Halderberge, die in een Saab 96 uit 1972 door West-Brabant tuft, op milieuvriendelijk en goedkoop gas. Hij heeft zijn Saab zes jaar geleden gekocht van een restaurateur in het noorden. Paantjens is gevallen ‘voor de vormgeving en de uitstraling, het eigenwijze van dat ronde model. Maar vooral omdat-ie zo lekker rijdt.’ Lachend: „Al staat-ie nu toevallig in de garage. Niet vanwege de sneeuw, maar er zit een gaatje in de uitlaat.”
Jo van Hoof uit Breda rijdt al 22 jaar in een witte 99, die hij kocht toen er nog een Saab-dealer in de wijk Belcrum zat. Zijn Saab was toen zes jaar oud en functioneert nog steeds naar volle tevredenheid. „Geen toeval, we waren bewust op zoek naar een 99, omdat we dat allebei een heel mooie auto vinden.”
Deze Saab heeft inmiddels 330.000 kilometer gelopen, zonder grote problemen. Nou ja, eentje dan, hetgeen hem overigens een gratis nieuwe motor ople- verde. „De distributieriem brak ooit toen ik hem startte, maar omdat de motor niet aansloeg, had dat geen probleem hoeven te zijn; er was verder nog niets be- schadigd. Ik heb hem zelf naar de garage gesleept en uitgelegd wat er aan de hand was. Kennelijk waren ze dat de volgende dag vergeten, want toen hebben ze geprobeerd om hem aan te slepen en ging de motor kapot. Die fout hebben ze toegegeven en goed gemaakt.” Voor hem zou het verdwijnen van het merk geen probleem opleveren. Zijn Saab is al jaren in onderhoud bij een monteur die meerdere merken doet.
Onverbrekelijk met Saab verbonden: de cabrio. José Besters rijdt in een 9.3 cabrio, al blijft de kap deze dagen dicht. „Ik rij er niet zoveel mee, voornamelijk op en neer naar het werk. Ik denk dat ik onder de 7000 kilometer per jaar blijf. Als het even kan, gaat de kap open. Heerlijk, dat gevoel van vrijheid.”
Ook zij vindt het doodjammer als het merk verdwijnt. „Het is toch een heel markant merk, met een lange historie.” Ze wil nog heel lang van haar cabrio genieten en maakt zich geen zorgen over het onderhoud. „Ook al is er in Roosendaal geen dealer meer, de beschikbaarheid van onderdelen is voor minstens tien jaar gegarandeerd.”