Prosper Ego in zijn appartement, met uitzicht op de Watertoren aan de Wilhelminasingel. Foto Thom van Amsterdam.
De rek en het vuur zijn er na bijna zestig jaar uit. De Stichting Oud Strijders Legioen wordt op termijn opgeheven, maakte aanvoerder Prosper Ego onlangs bekend. Een gesprek met de voorman van de roemruchte conservatieve stichting.
Het is een regel uit een oud soldatenliedje, in zijn afscheidsrede onsterfelijk gemaakt door generaal Douglas MacArthur: Old soldiers never die, they fade away. Oud-strijders blijken niet alleen te verdwijnen, maar soms ook geen tijd, of geen zin meer te hebben.
In linkse kringen zal er geen traan om worden gelaten, maar de Stichting voor Vrijheid en Veiligheid OSL/Stichting Oud Strijders Legioen wordt op termijn opgeheven. Dat maakte voorman Prosper Ego twee weken geleden bekend in de laatste nieuwsbrief van de 58 jaar oude, roemruchte conservatieve stichting.
Het clubblad van de organisatie, de Sta Vast, was al wijlen. Zijn kantoor is gesloten, de volledige jaargangen, de dossiers en zijn archief heeft Ego aan het Nationaal Archief geschonken.
Prosper Ego stopt nu ook met de nieuwsbrief omdat medewerkers en begunstigers in aantal teruglopen en het ontbreken van een secretariaat opbreekt.
„De abonnees van Sta Vast beginnen uit te sterven en het is tegenwoordig steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden. Dat lijkt helaas een maatschappelijk fenomeen. Er zijn er wel nieuwe veteranen bij gekomen, van Libanon en Bosnië tot Afghanistan, maar die hebben allemaal hun eigen organisatie. Ik geloof dat er in Nederland inmiddels meer dan dertig verschillende clubs van veteranen bestaan.”
In de hoogtijdagen werd het blad op 14.000 adressen bezorgd en waren de zalen te klein uit als het OSL een congres organiseerde.
Dat was begin jaren tachtig toen honderdduizenden tegen de komst van de kruisraketten demonstreerde. Waar Ego en de zijnen met alle plezier voor de luizen in de pels van links Nederland speelden en vliegtuigen met sleep boven de demonstranten opdoken. De teksten: ‘Liever een raket in de tuin dan een Rus in de keuken’ en ‘Eenzijdige ontwapening? Miljoenen willen dat niet’.
Dat was toen, en nu is nu.
De wereld is veranderd; was er überhaupt nog reden om de stichting in de lucht te houden?
„Maar natuurlijk”, zegt Ego. „Waakzaam zullen we altijd moeten blijven. Kijk maar naar de geschiedenis, en wat zich daarin allemaal heeft herhaald.”
De stichting wordt op termijn geliquideerd, maar de achterban, die nu nog uit 2400 mensen bestaat, krijgt, als daar acute aanleiding toe is, in de toekomst nog wel een e-mail. Van de 2400, veelal bejaarde leden van het OSL maken er rond de 1800 gebruik van een computer en een internetverbinding.
„We blijven nog even in de lucht, maar op een gegeven moment moet je realistisch worden en een besluit nemen. Zowel de rek als het vuur is eruit.”
Prosper Ego, zijn ouders kwamen uit Zeeuws Vlaanderen, oogt jeugdiger dan zijn 82 jaar, zoals altijd keurig gekapt en in het pak, bekroond met dé stropdas. Dezelfde stropdas die George Bush senior op een van de foto’s draagt, ooit door Ego aan hem geschonken.
In ‘Een man van Sta-Vast’, het boek dat Vincent Dumas in 2008 over Prosper Ego en de geschiedenis van het Oud Strijders Legioen (OSL) schreef, staan enkele tientallen foto’s. Ego met Joseph Luns, Bob Smalhout, Joop van Tijn, Hans van Baalen, Mat Herben.
Ze hangen ook in zijn werkkamer, acht hoog in een prachtig appartement in een van de vijf woontorens op het Bredase Chassé park, aan alle kanten heeft hij uitzicht over Breda.
De man van stavast poseert met Amerikaanse generaals, een president, een Afghaans stamhoofd.
Wat opvalt: er is nauwelijks een foto te vinden waarop Ego serieus, fronsend, moeilijk of kwaad kijkt.
U bent kennelijk een tamelijk optimistisch en opgewekt type, is er wat dat betreft verschil tussen linkse en rechtse mensen?
„Nou, valt wel mee hoor, maar als je met hen aan tafel zit om eens lekker te eten, dan wordt toch nog regelmatig geklaagd over de misstanden in de wereld. Terwijl op dat moment, of je dat bord nou wel of niet leeg eet, elders in de wereld niets verandert. Geniet eens een keer ergens van, denk ik dan.”
Rechts en aartsconservatief heette Ego, die in zijn leven duizenden ingezonden brieven geschreven moet hebben aan alle kranten in Nederland, immer ondertekend door P. J. G. A. Ego. Maar binnen zijn eigen club is hij ook een liberaal, die er in in 1995, tot ongenoegen van een groot deel van zijn aanhangers, voor pleitte om nou eindelijk eens Duitsers uit te nodigen voor de nationale Dodenherdenking.
Datzelfde jaar liep hij tegen een veroordeling op vanwege een artikel in Sta Vast, waarin zo ongeveer alles wat niet-Nederlands was, voor het gemak over één criminele kam geschoren werd.
Ego staat onvoorwaardelijk achter de monarchie, maar die liefde bleek zes jaar geleden niet stekeblind, toen hij zei: „Ik vind Beatrix een echte vorstin maar kijk eens even wat er nu allemaal naar binnen schuift. De monarchie blaast zichzelf zo nog op.”
Een lintje ontbreekt op zijn revers, maar dat ligt niet aan die uitspraak over het Koninklijk Huis: „Tja, dat kan natuurlijk niet meer door die veroordeling in 1995. De tekst van dat artikel was niet eens van mijzelf. Maar ik wilde me niet verschuilen achter mijn medewerker. Ik sta pal voor mijn mensen. Ach, mijn tegenstanders ter linkerzijde zijn nooit veroordeeld. Zij hebben allemaal een lintje gekregen, ik vanwege mijn strafblad niet. Nu ja, dat is het ergste niet. Mijn belangrijkste onderscheiding is de steun van mijn begunstigers. Ik heb nooit een cent subsidie ontvangen.”
Als u achterom kijkt, is er dan iets, waarvan u denkt, nou daar heb ik helemaal mis gehad?
Na enig aarzelen: „Zuid-Afrika. Daar ben ik achteraf anders over gaan denken. Daar zijn tijdens de apartheid dingen gebeurd waardoor ik het met dat beleid niet eens had moeten zijn.”
Maar zelfs in de tijd dat u achter het beleid in Zuid Afrika stond, konden ze u toch moeilijk van racisme beschuldigen, gezien het feit dat u destijds met een Indische vrouw was getrouwd?
Hij herinnert zich een journalist van Vrij Nederland, of De Groene Amsterdammer, in elk geval links, die hem aan de vooravond van een bijeenkomst van het OSL belde met de vraag of er ook kleurlingen aanwezigen zouden zijn. Volgens Ego verwachtte deze een ontkennend antwoord. ‘Ja hoor’, antwoordde Ego echter, ‘mijn vrouw’. Waarop verder geen vragen meer werden gesteld. „Maar ja, die types zaten ook wel eens klem als ze op een bijeenkomst van het OSL verschenen, waar dan Pim Fortuyn en David Pinto bleken te spreken. Oftewel: een homoseksueel en een allochtoon van Berberse afkomst. Dat konden ze ook niet goed plaatsen.”