Ooit kende Chaam twee brouwerijen: De Morgenster en De Avondster. De huisbrouwers van De Pimpelmeesch willen nu ook op de professionele toer.
Als gezellige proevers die wel eens een vreemd biertje in de kroeg probeerden, belandden ze begin deze eeuw op een cursus bierbrouwen. Nu leiden Ad Kusters, Jeen Brouwer en Johan Cornelissen zelf een man of honderd op tot amateurbrouwer. Ondertussen fanatiek experimenterend met gerst, gist, hop, water en suiker, en wat er nog meer aan te pas komt bij het maken van bier. Inmiddels produceren ze acht tot tien keer per jaar hondervijftig liter bier: een licht bier, een witbier, een dubbel of een tripel.
Maar ze willen meer. Als het aan de drie brouwers van huisbrouwerij De Pimpelmeesch ligt, is alles wat ze de afgelopen tien jaar gedaan hebben een opstapje. Naar de revival van een volwassen brouwerij in Chaam, waar ooit twee professionele brouwerijen de hele omgeving naar hop en gerst lieten geuren. Met de mooist mogelijke namen van concurrenten die elkaar het leven zo zuur mogelijk maakten.
De ene brouwerij heette De Morgenster, de andere De Avondster. Als het aan Kusters, Brouwer en Cornelissen ligt, staat er straks dus weer een brouwerij in Chaam. Waar Chaamse Pel, Chaam Witbier, Chaams Dubbel en Chaams Triple gebrouwd en gebotteld gaan worden. Als de logische en onontkoombare bekroning van een uit de hand gelopen hobby. Wie wel eens geproefd heeft van de producten van het Chaamse trio, op de huisbrouwerij in Chaam of op de jaarlijkse Meermarkt in het Belgische Meer, zal zich geschrokken afvragen waar de meest spraakmakende producten gebleven zijn.
De Blonde Snol, De Vurige Non en de Heisse Weisse. De liefhebber van die smaken hoeft zich geen zorgen te maken, zegt Ad Kusters, de man die door zijn twee companen unaniem aangewezen wordt als de smaakmaker van het gezelschap als het om het bier gaat. „Die namen hebben we ooit ’s nachts om twee uur verzonnen, nadat we een avond aan het bottelen en proeven waren geweest. Trappist mag niet, want dat is een beschermde naam. Op een gegeven moment riep iemand dat-ie de tripel een ‘heerlijk blonde snol’ vond.” D
e Blonde Snol, een naam die stond volgens het brouwtrio, bleef op de zelfgedrukte etiketten staan. Het assortiment zou later worden aangevuld met twee namen, in dezelfde onbezorgde geest geschonken: De Vurige Non en de Heisse Weisse.
Een goede raad voor wie nog een fles met die kenmerkende etiketten heeft staan: goed bewaren, want ze worden zeldzaam. Onder het nieuwe beleid van de in Chaam geboren en getogen brouwers gaat De Pimpelmeesch vanuit Chaam met Chaamse namen de wereld veroveren. Onder het logo van het vogeltje met zijn kobaltblauwe kruintje prijken namen als de Zilverpel (oftewel het Chaamse Hoen), het Chaams Tarwebier, de Chaamse Dubbel en de Chaamse Tripel. Gestreefd wordt naar samenwerking met restaurants die het Chaamse Hoen op tafel zetten.
„Het zou natuurlijk schitterend zijn als ze daar onze Zilverpel bij serveren”, aldus Johan Cornelissen. Lachend: „Er zijn een paar gerenommeerde restaurants die een Chaams Hoen opdienen. Die hadden we niet hoeven vragen of ze hun gasten een Blonde Snol of een Vurige Non voor willen schotelen.”
De Zilverpel werd ontwikkeld in samenwerking met de Chaamse Hoender Club, die in 2001 werd opgericht. Doel: het Chaamse Hoen, ook wel bekend als Kaamse Kiep, Kaamse Pel of Zilverpel, niet alleen voor uitsterven behoeden, maar ook naar volle glorie terug fokken. Het is een gehard ras, bekend om de hoge eierproductie en de fijnvlezigheid en specifieke smaak van de gecastreerde hanen.
Met de smaak van de Zilverpel, uiteindelijk bepaald via expirementeren en proeven, hebben Brouwer, Cornelissen en Kusters de afgelopen maand twee grote stappen gezet op weg naar het realiseren van hun droom: van De Pimpelmeesch een professionele brouwerij maken. „Op wat voor termijn weten we niet, al zou het een slok op een borrel schelen als de Staatsloterij er de hoofdprijs in zou steken”, lacht Jeen Brouwer. In afwachting van een De Pimpelmeesch gunstig gezinde trekking, hebben ze vijfhonderd liter Zilverpel laten brouwen bij ’t Hofbrouwerijke in het Belgische Beerzel. Op recept van Kusters.
„Best spannend”, legt hij uit. „Met hondervijftig liter zit er al verschil tussen het ene en het andere brouwsel, dus het was even afwachten hoe die vijfhonderd liter ging smaken.” Het antwoord: perfect. Daarom wordt het binnenkort een paar dagen flink aanpoten. Na het vervoer van Beerzel naar Chaam moeten er van het brouwsel met de hand zeshonderd pijpjes en vierhonder driekwartliterflessen gevuld en geëtiketteerd worden. De tweede stap was naar de notaris, waar De Pimpelmeesch tot stichting werd bekrachtigd.
„Er moest wel iets gebeuren”, aldus Kusters. „We zijn nu een rechtspersoon, met de Zilverpel hebben we een basis en nu kunnen we in commercieel opzicht het een en ander gaan ontwikkelen. Als thuisbrouwer mag je verder helemaal niks, behalve je eigen brouwsel maken en opdrinken.” Nu nog een gebouw, uiteraard in Chaam. De kelder en de garage van de karakteristieke woonboerderij van Kusters worden te krap. „We zijn op zoek naar betaalbare huisvesting, liefst in een pand met een authentieke uitstraling. Dat pand moet passen bij het ambachtelijk karakter van ons brouwproces. Nu we een stichting zijn, kunnen we vergunningen aan gaan vragen om alcoholhoudende dranken te brouwen, te schenken en te verkopen.”
Een businessplan is er nog niet; eerst wordt een onderzoek gestart naar de financiële mogelijkheden voor de benodigde inversteringen. Naast hun bieren hebben de Chaamse biermakers een filosofie ontwikkeld waarin de verbondenheid met hun dorp en de streekproducten centraal staat. „Samenwerking behoort absoluut tot de mogelijkheden”, aldus het driemanschap. „Sterker nog, dat moet. Maar wel met partijen die ambachtelijk bereide, geteelde of gefokte producten promoten. Als we op die manier zouden kunnen samenwerken, kunnen we met zijn allen de bekendheid van de ambachtelijke streekproducten veel beter vergroten.”
Dat zou ook moeten gebeuren via de activiteiten waar de drie brouwers al tien jaar mee bezig zijn: het organiseren van proeverijen en het geven van brouwcursussen. „Maar ook door het geven van lezingen over onze passie en door ons altijd te profileren op allerlei evenementen, tot in de verre omgeving”, aldus Johan Cornelissen.
Etiketten met een Blonde Snol, een Vurige Non of een Heisse Weisse zullen niet meer op de flessen geplakt worden. Maar de knipoog blijft. Het logo, de lachende pimpelmees met zijn blauwe kuif, is de knipoog naar waar de drie vrolijke brouwers van Dorpsbrouwerij De Pimpelmeesch voor staan: de blije, drinkende mens.