Het is een van de zegeningen van de Europese eenwording en regelgeving: een auto zelf importeren is een stuk simpeler geworden. Wie een gebruikte Opel, Audi, Mercedes of BMW koopt in Duitsland kan dat tegenwoordig binnen een dag geregeld hebben. De export van tweedehandsen heeft er ook baat bij.Steeds meer particulieren blijken er dankbaar gebruik van te maken. Ze doen het zelf, maar er is ook een groeiende aantal bedrijven dat, al dan niet voor een vaste vergoeding, de import en het papierwerk regelt.
De import van gebruikte personenwagens is daardoor sterk gestegen. Het is een trend die vanaf 20026 is ingezet. Werden er in 2005 nog iets minder dan 44.000 gebruikte auto’s ingevoerd, in 2007 steeg dat aantal naar ruim 74.000. “Dat was een gevolg van het gegeven dat vanaf 2006 bij export van een gebruikte auto de BTW teruggevorderd kon worden”, aldus Paul de Waal van de BOVAG.
“Daardoor steeg niet alleen de export sterk, maar ook de import omdat daar ruimte vrij kwam door de tweedehands die naar het buitenland verdwenen. Er worden nu veel meer leaseauto’s geëxporteerd, en aangezien die contracten meestal over vier jaar lopen zie je daar nu een sterke stijging.”
Verder is er volgens de BOVAG aan de regels van import en export niet zo veel veranderd. Wel aan de afhandeling. “De Rijksdienst voor het Wegverkeer den de Belastingdienst werden verplicht om een aantal dingen gemakkelijker te maken. De afhandeling verloopt nu veel soepeler en sneller,” aldus De Waal, “ook al omdat een gedeelte van het papierwerk verschoven is van de RDW naar de belastingdienst.”
Werden er in het eerste kwartaal van 2009 nog 16.094 auto’s geïmporteerd, het eerste kwartaal van dit jaar waren er dat al 22.875. De stijging zette zich door in het tweede kwartaal: 27.377 auto’s tegenover 19.548 in het tweede kwartaal van 2009.
De stijging wordt niet louter veroorzaakt door particulieren die zelf een auto op gaan halen en afhandelen. Ook door leden van de BOVAG, die in het buitenland aanhangers of vrachtwagens vol laden met gebruikte auto’s en ze thuis in de showroom zetten, op een nieuw Nederlands kenteken.
“De activiteiten lopen dwars door alle geledingen van onze leden heen”, aldus De Waal, “van eenmansbedrijven tot met merkdealers. Maar er zijn er ook die er niets van moeten hebben.” Niet verwonderlijk: in de grensstreken, waar het buitenland wat dichterbij is, is er meer activiteit.
Als de papieren kloppen is het tegenwoordig een kwestie van een halve dag opnemen, als je eenmaal een auto gekocht hebt. Vroeger moest er maanden van tevoren een afspraak gemaakt worden voor de strenge keuring van de RDW. Tegenwoordig loop je tussen acht en twaalf een keuringsstation binnen. Je trekt een bonnetje uit de automaat en sluit je aan in de snel slinkende rij wachtenden.
De papierwinkel is vereenvoudigd en bij ieder RDW station is nu een douanekantoor waar direct de fiscale afhandeling geregeld kan worden. Als de BVB voldaan is u heeft de benodigde papieren kunt u een kenteken ophalen en bij uw eigen garage de APK laten doen. Op de website van de RDW staat een stappenplan met dingen die gebeuren moeten.
Adders onder het gras?
“Het is niet voor iedereen weggelegd”, zegt De Waal, “want niet iedereen durft zelf een gebruikte auto te kopen. Het grootste probleem is natuurlijk je garantie. Je kan niet hier naar een dealer als er iets is, je zal dan terug moeten naar de verkoper in het buitenland. Sinds we in Nederland de Nationala Auto Pas hebben wordt er met jonge auto’s nauwelijks nog gerommeld met kilometerstanden.
In Duitsland hebben ze zoiets nog niet, dus kan kan je te maken krijgen met gekke kilometersprongen in de historie vand e wagen. Je hebt geen garantie dat de kilometerstand klopt. Het kan een lucratieve bezigheid zijn. Maar je zal van tevoren alle risico’s en kansen af moeten wegen, een rekensom moeten maken. Want klagen achteraf zal altijd moeilijker zijn dan met een in Nederland gekochte auto.”