Krijnen.Com Krijnen.Com

Vrouwentongen en Mannenpraat


Wie wel eens door Vlaanderen fietst en bij onvermijdelijk opkomende dorst afstapt bij een mooi lokaal zal de foto’s op de tentoonstelling Vrouwentongen en Mannenpraat bekend voorkomen. Er staan sanseveria’s voor de ramen, achter de bar hangen droge worsten, een koffie is er altijd een filterkoffieke. In zo’n café speelt de jeugd op de kickertafels, terwijl de ouderen boltra doen op de baan in het achterzaaltje.
Welkom in het Vlaamse volkscafé, vereeuwigd in het Jenevermuseum in Hasselt. Waar fotograaf Jimmy Kets tot en met 26 september exposeert met 161 fantastische foto’s van Vlaamse volkscafés. Een bedreigde horecasoort. Waar al meerdere generaties kroegbazen dezelfde achternaam hebben, waar ‘het lokaal’ doorgaans bestaat uit een enkele ruimte, verlicht met tl-buizen.
De uitbater woont boven, op de vloer liggen kleurrijke cementtegels, de tafeltjes zijn van formica met barsten erin. Aan het plafond hangt een kooi met kanaries. Aan de muur een prijzenkast met de bekers van de plaatselijke voetbalclub, of van de door de klanten gesponsorde wielervedette uit het dorp.
Als het koud wordt gaat de kolenkachel aan. De klanten stoppen iedere week wat geld in de spaarkas, voor het jaarlijkse uitstapje. Dat kan de IJzerbedevaart zijn, de herdenking in Waterloo, een dagje Knokke, of de start van de Ronde van Vlaanderen. Het kan ook een dag dansen worden op de muziek van een Decap dansorgel, ergens in Vlaanderen.
Mannenpraat: geest, ziel en voornaamste reden van bestaan van een volkscafé. Mannen geven er af op de plaatselijke politiek, doen er samenzweringen en komen klagen bij de kroegbaas over moeder de vrouw. Ze zuipen er een stuk in hun kraag als ze door een lief gedumpt zijn, of parkeren hun nieuwe auto op de stoep aan de overkant. In de zon, zodat iedereen hem goed kan zien.
Vrouwentongen: de sanseveria. Geen volkscafé zonder minstens een sanseveria. Een sterke plant die tegen een stootje kan: je kan er een volle asbak of een glas verschaald bier in leeg kieperen, een sanseveria knapt er van op.
Mannenpraat aan de bar, vrouwentongen voor het raam, op de toog tussen de te spoelen glazen een stapel bierviltjes. De barman heeft de achterkant als bonnetjes gebruikt. Op het bovenste staat met hanepoten geschreven: DE NEEF JOS: te betalen 8.50, November 2005.
De dorst eenmaal gelest, moet een man naar de pissijn. Meestal is dat niet meer dan een aflopende zinken bak tegen een felgeel beschilderde muur. Als het daar niet werkt, dan doet u het maar buiten, als het maar niet tegen de muur van het café is.
Een van de mooiste cafés waar Jimmy met zijn Canon te keer gegaan is: De Pollepel in Reninge. Voor fietstoeristen: in West-Vlaanderen, onder Diksmuide, tegenover de kerk en de begraafplaats. Je zou er bijna iedere week je snor of je nekharen voor bij laten punten: een kapper waar een pint 1.20 euro kost, een een Trappist of een Duvel 2.40.
Volgens de overlevering is de naam van het café te danken aan wijlen kapper-kroegbaas Mieltje Pauwels die het na de Tweede Wereldoorlog begon. Die had hij in de kelder een vat bier staan, waaruit hij met een pollepel de karaffen voor zijn te knippen klanten bijvulde.
Waardin Jenny bedient de tapkraan, terwijl haar Andre schaar en scheermes hanteert. De twee stielen onder een dak blijken elkaar te versterken, ook al wordt er wel eens een voornemen veroorzaakt. “Het gebeurt wel eens dat er iemand voor te knippen komt, maar dan niet verder komt dan de toog.”
Dat wisten we: de wegen naar hel en vagevuur zijn niet alleen geplaveid met goede voornemens, ze lopen dwars door alle cafés van de wereld.
Gelukkig kan de knippende barkeeper, de tappende kapper, ook prima van pas komen. Wie op vrijdagmiddag te lang in het café blijft hangen hoeft immers niet te jokken: “Het was weer erg druk bij de kapper, schat.”
Jimmy Kets
Jimmy Kets (België, 1979) heeft grafische vormgeving en illustratie aan de kunstacademie Sint Lucas in Antwerpen gestudeerd.
Zijn afstudeerscriptie was een indringende fotodocumentaire over Nepalese straatkinderen. Kets werkte als persfotograaf voor De Morgen en maakt nu foto’s voor De Standaard.
Jimmy Kets heeft tweemaal zowel de Nikon Promising Young Photographer Award als de Sabam Award for the Best Humoristic Press Photo gewonnen. In 2009 was Kets’ werk te zien in het Flanders Center in de Japanse stad Osaka. Een gedeelte van de foto’s van de Vlaamse Volkscafes is vorig jaar op het Chassé Park tijdens Breda Photo tentoongesteld.
Op de website van Jimmy Kets staat mooie video: The making of Vrouwentongen en Mannenpraat (Plastic rozen verwelken niet. Op zoek naar Romantiek). Zo te zien is de techniek van Kets er een van heel veel schieten, vanaf de heup, vanuit alle mogelijke hoeken. Hij zet niets in scene, vraagt niemand om te poseren, zet nooit iets klaar.
Hoe groter de aantallen foto’s waar hij later achter zijn computer uit kan kiezen, hoe groter de kans op een unieke toevalstreffer. Sommige fotografen betitelen die techniek misprijzend als ‘vissen met een mitrailleur’.
Hoe dan ook: Kets maakt op die manier prachtige foto’s, en indringende documentaires. Ook al schiet hij, net als Lucky Luke, misschien wel sneller dan zijn schaduw, zijn adembenemende tempo staan zijn gevoel voor detail en compositie niet in de weg. Dat hij daarnaast ook nog beschikt over een gezonde dosis humor en relativeringsvermogen is meer dan meegenomen.
De opdracht voor Vrouwentongen & Mannenpraat kreeg hij van de stichting Volkskunde Vlaanderen. Die vond het belangrijk om een belangrijk element van het Belgische culturele erfgoed vast te leggen.
Omdat het verloren dreigt te gaan en ook voor toekomstige generaties behouden dient te blijven. Door hun alledaagse en ongedwongen karakter maken volkscafés deel uit van ons cultureel erfgoed. Niet alleen de vaak waardevolle interieurs, maar vooral de geschiedenis, de verhalen en de anekdotes mogen niet verloren gaan.
In de tentoonstelling in het Nationaal Jenevermuseum in Hasselt, met meer dan 160 foto’s, geeft fotograaf Jimmy Kets een inkijk in het volkscafé zoals het vandaag nog bestaat.
Tip: als u de tentoonstelling bezoekt, krijgt u er aan bezoek aan het keurig verzorgde Jenevermnuseum bij. Loop daarna een rondje door de binnenstand van Hasselt, ook de moeite waard. En natuurlijk drinkt u dan een pintje in het kleinste, oudste en onaanzienlijkste cafe dat u kunt vinden.
Meer foto’s: Google/qg0Ou
Website: JimmyKets.be
Blog: JimmyKets.wordpress.com
Jenevermuseum: Jenevermuseum.be
Website volkscafés: Volkscafes.be
Café De Pollepel: Dorpplaats 8, Reninge
In PDF (1.5 mb): Geen volkscafé zonder Sanseveria

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.