Krijnen.Com Krijnen.Com

Update van twee restauratie-projecten

Het blok van de W180 voor het naar Keizer vertrok . . .
Update van twee restauratie projecten. Dorus staat bij HotRod in Doesburg, het blok van de grijze W180 ligt 20 kilometer verderop bij Keizer in Doetinchem. De versnellingsbak van de W180 wordt nog zeventig kilometer verder naar het noorden onderhanden genomen, bij Ganzeboom in Almelo.
De startmotor was ik vergeten mee te nemen naar Doetinchem, dus die is inmiddels gereviseerd bij Smolders in Tilburg. Ik heb hem eergisteren zelf glanzend zwart gemaakt met Hammerite. Snap nog steeds niet waarom dat spul binnen vier uur na de eerste laag nog een keer aangebracht mag worden, of anders pas na veertien dagen. Ik heb me daar nooit iets van aangetrokken en nooit gemerkt dat er daarom iets fout gaat.
Waarom allemaal zover weg? HotRod heeft Dorus 22 jaar geleden ook helemaal gedaan. Goed werk geleverd toen. Verder heb ik geen enkele ervaring met andere VW restaurateurs. Bovendien; op een restauratie die al met al bijna een jaar gaat duren maakt het niet uit als je een paar keer een paar honderd kilometer op en neer moet rijden.

Dorus op de brug bij HotRod in Doesburg
Heb inmiddels via onderdelenzoeker.nl voor 75 euro (inclusief verzendkosten) een achterklep van een Caddy pickup type-1 gescoord. De letters zijn eruit gesneden, en worden straks in de oorspronkelijke stalen achterklep vertind. Wat u op bovenstaande foto ziet is nog een polyester afdruk van een achterklep, op watervast multiplex, en aan de binnenkant aluminium tranenplaat.
De watervastheid van hout is meestal tijdelijk. Als je verschillende materialen (polyester, multiplex, aluminium) tot een geheel verwerkt, krijg je op termijn onvermijdelijk ergens problemen. Polyester bijvoorbeeld zet bij temperatuurstijging dertig procent meer uit dan staal, dus dat is nooit mooi op te vangen. Zoiets blijft een tijdje mooi, tot er ergens een druppel water tussen een kier terecht komt, en vanaf dat moment wordt het erger.
De offerte voor Dorus wordt in modules opgebouwd. Op die manier kan ik kiezen wat er wel en niet gaat gebeuren in Tsjechië, waar HotRod straalt en knipt, last en vertint, schuurt en spuit. Ze spuiten daar nog in 2K, hetgeen in Nederland tegenwoordig overigens ook weer mag voor oldtimers. Maar ja, intussen zijn vanwege de regelgeving alle 2K installaties in Nederland verdwenen en is het hier allemaal watergedragen.
Wat ik straks met het blok van Dorus ga doen weet ik nog niet. Dat is volgens mij helemaal goed, hooguit een kwestie van kleppen stellen, hier en daar wat vastdraaien en volgend jaar zomer misschien twee Webers erop. Het is een 1600, en met vol gas liep hij al uit de teller, dus boven de 140. Hard zat, met die pendelassen achter.
De koets zal hoe dan ook van het chassis af moeten voor het bodemherstel en de nieuwe warmtekanalen. De bak van de pick-up zal ook gestraald en gelast moeten worden. Goed nieuws: de vier spatborden zijn stuk voor stuk keihard, honderd procent. De achterspatborden heeft Frans destijds bij Garage Van Riel in Riel met de hand gemaakt (Transit bus dubbellucht spatborden twintig centimeter verbreed) en ze zijn nog steeds fantastisch. De naden vol vertind en dat blijft altijd goed.
Over Dorus later meer.

Het blok in onderdelen
De W180 zou over een paar weken weer moeten rijden. Vorige week langs geweest bij Keizer. Het blok ligt in honderden onderdelen uitgespreid over een pallet. Goed nieuws en slecht nieuws: de kop ziet er geweldig uit, volgens de heer Peters is-er waarschijnlijk al een keer een nieuwe kop op gezet. Het blok daarentegen blijkt onbruikbaar; een scheur over de lengte, achter de brandstofpomp. Waarschijnlijk vorstschade. Geen nood; er wordt een ander blok als basis gebruikt. Op de zijkant van mijn oude blok zit nog steeds een plaatje gepopnageld van Van Tilburg Bastianen: in 1972 al een keer gereviseerd. Dat moet er nog af gepeuterd worden, for old times sake.

De kop, klaar voor het vlakken en kotteren
De kenners zullen zijn na het zien van de foto’s afvragen waar het in godsnaam om gaat. Niet schrikken: het is een OM621 200D uit een W110 van 1965. Ik weet ook wel dat het blok niet thuishoort in een W180 220S van 1955, maar het ligt er toch echt al een jaar of vijfentwintig in, en het blijft daar. Het blok bleek destijds keurig te passen op zowel het carter als de bak van de 220. Het enige wat er aan gebakken moest worden waren de versnellingsstangen en de cardanas die negen centimeter verlengd moesten worden. Net als een verlengstuk en een passende bocht in de uitlaat.
Ik heb het blok dagelijks gereden tussen 1978 en 1982. Eerst in de oorspronkelijke auto, een tabaksbruine W110 200D. Toen die slooprijp was hebben we het blok in mijn oude groene 280S W108 van 1969 gelepeld. Zelfde verhaal: schakelstangen en cardanas verlengen, uitlaat aanpassen, en rijden maar. Met dat blok in die vier jaar iets van 150.000 km gereden, waaronder mooie reizen naar Turkije, Griekenland, Spanje, Portugal en Italie. Altijd weer verbaasde pompbedienden die diesel in een 280S moesten gooien.
Intussen had ik in Hellevoetsluis de W180 zonder blok gekocht, voor 2500 gulden. De W108 liep in 82 op zijn laatste benen, de hele bodem begon weg te rotten. Blok eruit, en een jaar later in de W180. Blok bleek toch niet tof meer, er kwamen andere auto’s, en Dorus arriveerde in 1986. De Kever PickUp was van 86 tot 2000 mijn enige auto. In die jaren zal ik er – met twee verschillende blokken – tegen de 500.000 kilometer mee gereden hebben. Die eerste restauratie heeft zich daarmee aardig terug verdiend, want nogal wat declarabele kilometers. Wimbledon, Roland Garros, de ATP finale in Stuttgart, Davis Cup in Munchen, Veendam-NAC, Groningen-NAC; Dorus is er geweest.
Intussen was de W180 nog steeds kei- en keihard. Dat zal-ie voorlopig ook blijven, want ik heb hem eind jaren tachtig met de hand van onderen helemaal in twee lagen rode menie gezet, gevolgd door twee lagen zwarte Hammerite. Verder heb ik toen alle kogels, fusees en spoorstangen vervangen. Dagen en dagenlang met de hand een stuk schuurband om de nieuwe bronzen bussen staan halen, tot ze zonder geweld met zachte drang in de ophanging geperst konden worden. De remtrommels geschuurd, nieuwe remcilinders, nieuwe remleidingen.
Toen ik in 1995 uiteindelijk bij de RDW kwam voor de keuring kwam zei de keurmeester na afloop: ‘meestal is het andersom’. Huh? ‘Ja, meestal komen ze met dit soort auto’s en die zien er dan mooi en glanzend uit, maar als we eraan gaan trekken dan blijkt er van alles mis te zijn. Deze auto ziet er niet zo mooi uit, maar aan de onderkant is werkelijk alles perfect. De techniek is honderd procent. Gefeliciteerd.’
De aandrijftrein – blok en motor – niet dus. Komt nu goed. Over een week of twee is het blok klaar, de planning van de bak eind volgende week.
Waarom Keizer en Ganzeboom? Keizer is de expert als het om historische Mercedessen gaat. Doet heel veel voor de Mercedes Benz Veteranen Club en ik heb er nog nooit iets negatiefs over gehoord. Als je er voor de eerste keer uit de auto stapt zie je al dat het zo’n bedrijf is waar alles aan klopt: smetteloos. En ook nog een hele prettige ontvangst.
Waarom Ganzeboom? Omdat Keizer ‘Ganzeboom’ zei, toen ik vroeg waar ik met de bak heen moest: ‘nooit een probleem mee gehad. Altijd goed.’ Daar dezelfde ervaring: smetteloos bedrijf, op een prettige manier te woord gestaan. Komt wel goed met dat blok en die bak.
Volgende week breng ik de cardanas naar Rietveld in Oosterhout om hem te laten balanceren. In ’95 hebben we dat gedaan met twee slangklemmen. Auto op de brug, achterwielen los, en draaien maar. Net zo lang starten en remmen en die twee slangklemmen ten opzichte van elkaar verdraaien en vastzetten tot de boel trillingsvrij was. Het enige risico wat je loopt is dat er ooit een steen tegenaan springt en je dan ineens een trillend stuur in handen hebt. Ook dat komt goed.
Over onbalans gesproken: de zes bouten in de hardyschijf tussen de bak en de cardan bleken van verschillende maten te zijn. Foutje van 1995. Die bouten zijn veel zwaarder dan die in de slangklemmen, maar toch was de onbalans weg. Al die geïmproviseerde contragewichten moeten derhalve toevallig netjes verdeeld geweest zijn.
Op naar de schuur: tweede laag Hammerite op de startmotor.

De startmotor van de W180, na de eerste laag Hammerite
Oh, ja, er gaat ook nog iets gebeuren met de daily driver, de groene W124 300D automaat. Daar komt volgende week een zwart leren interieur in. Het groene textiel heb ik nooit mooi gevonden, en de bestuurdersstoel is doorgezakt en versleten. Mag ook wel na 430.000 kilometer 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.