Met de Grote Kerk een onmiskenbaar icoon van Breda, tot ver buiten de Singels zichtbaar. Velen kennen het gebouw van buiten, maar weinigen zijn er in geweest. De Koepel: het is wellicht een schrale troost voor hen die er verplicht kost plus inwoning krijgen, maar kenners loven de Bredase bajes als de mooiste gevangenis van Nederland.
Fotoalbum: Google/mTIDv
Zaterdag grepen 150 gelukkigen de kans om er een paar uur binnen de muren te vertoeven. De Dienst Justitiële Inrichtingen opende tijdelijk de poorten van 48 instellingen voor het publiek.
In drie groepen van 50 bewonderden de bezoekers de architectuur van de Penintentiaire Inrichting Breda. Ze keken rond in de cellen, recreatieruimtes, de werkplaats en de luchtplaatsen. Op een van die luchtplaatsen staat een ex-BBA bushalte als rookhok. Een bus komt er uiteraard nooit langs.
De ingang is die van het oude gerechtsgebouw, op de hoek van De Sophiastraat en de Boschstraat.
De meeste bezoekers zijn wel eens met een vliegtuig mee geweest, dus ze zijn de incheckprocedure gewend. Die wijkt nauwelijks af van die op Schiphol. Het verschil is dat camera’s en mobiele telefoons niet mee naar binnen mogen. De verslaggever mag wel foto’s maken, maar wordt vooraf vriendelijk geïnstrueerd wat er straks wel en wat er niet op de foto mag. Zijn mobieltje moet hij echter, net als alle andere bezoekers, in een kluisje stoppen. Riem af, kleingeld en sleutelbos in het bakkie, en als het poortje niet piept nog even het paspoort laten zien.
Beveiligingsobjecten mogen niet worden gefotografeerd, en de bewoners ook niet. Dat zou niet eens kunnen, want de drie rondleidingen beginnen pas nadat het dagprogramma van de gedetineerden achter de rug is, en ze allemaal naar hun cellen zijn teruggekeerd. De namen zijn voor de duur van het burgerbezoek van de deuren verwijderd.
Vestigingsdirecteur Roos Hamers heeft in haar welkomstwoord al uitgelegd dat ook gestraften recht hebben op hun privacy. Reinheid, rust en regelmaat zijn niet alleen belangrijk voor een opgroeiend kind, maar ook voorafgaand aan de terugkeer van een ex-delinquent in de maatschappij. Mevrouw Hamers: „De kerntaak van deze inrichting is het zorgdragen voor een veilige, doelmatige en menswaardige tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen.”
Bij die maatregelen horen de alom aanwezige parafernalia die met de architectuur vloeken. Prikkeldraad, schrikdraad, hekken, gaas, camera’s, vuistdikke stalen deuren, sluizen en sloten. Heel veel sloten. Sommige deuren gaan met sleutels open, anderen met elektronische pasjes. Overal hangen camera’s.
Na het inchecken krijgt de bezoeker halverwege nog een keer het reisgevoel. Onder in de monumentale koepel zelf is is het net of je in de Sint Pieter staat. Het gebouw is pas sinds 2001 een rijksmonument, maar kennelijk is er de hele eeuw daarvoor ook altijd zorgvuldig mee omgegaan. De staat van onderhoud is onberispelijk. Dat is het ook in de voormalige rechtbank en de bijgebouwen die er de afgelopen 124 jaar in allerlei stadia bijgebouwd en aangebreid zijn. Een rondgang levert daardoor allerlei bevreemdende gezichten op. De ene architect zal er pijn van aan zijn ogen krijgen, terwijl bij een ander de handen zullen gaan jeuken om er iets leuks mee te doen.
Onder de helft van de vloer van de Koepel die niet door glas gedekt is, ligt een apart monumentaal juweeltje: de fitness-ruimte. Het is de oude waterkelder, uitgevoerd in rode bakstenen bogen. Pas een trap hoger, als er een celdeur achter hem dicht dreunt, beseft de bezoeker weer waar het om gaat. De stilte en de benauwdheid zijn pardoes verrassend beklemmend.
Wie volgend jaar ook de gevangenis in wil, moet op tijd reserveren
Tijdens de zevende editie van de Nationale Open Dag DJI namen zaterdag ongeveer 10.000 bezoekers een kijkje in 48 justitiële inrichtingen.
De Bredase koepelgevangenis staat bij veel mensen hoog op het verlanglijstje. „De 150 plaatsen die we te vergeven hadden, waren binnen een dag bezet”, zegt directeur Roos Hamers. Wat vaker organiseren?
„Al zouden we dat willen,” aldus Hamers, „dan is het nog maar de vraag of we het logistiek rond zouden krijgen. Het is niet te vergelijken met een willekeurige excursie. Naast de uitvoering van de straf is een geslaagde terugkeer in de maatschappij ons voornaamste doel. Dat valt nauwelijks te combineren met meer rondleidingen.”
Voor een van de mensen van zaterdagavond is het een terugkeer. Toon Schepens werkt enkele decennia als bewaker in de Koepel en vertelt gaande de rondgang allerlei anekdotes. Bijvoorbeeld over de Duitse oorlogsmisdadigers die er zaten, Fischer, Lages, Aus der Fünten en Kotälla. Hij wijst de cellen aan waar ze zaten.
Met Kotälla had hij helemaal niks: „Die heeft nooit enige spijt betuigd. Integendeel, hij leek tot zijn dood in 1979 trots te zijn op wat hij allemaal uitgespookt had.” Bij cel 14 wordt hij plotseling emotioneel. Hij staat stil en wijst naar de deur.
Zijn stem stokt. „Hier is het gebeurd. Hier zat een Nederlandse gevangene waar ik tot dan geen enkel probleem mee had. Ik opende de deur en ineens, totaal onverwacht, ging hij me te lijf en timmerde hij me helemaal in elkaar. Ze zijn in het voormalige Ignatiusziekenhuis aan de overkant uren bezig geweest om me weer op te lappen. Zoiets gaat je niet in je kouwe kleren zitten, kan ik u verzekeren.”