Klik: veel meer foto’s
Elfen en prinsen, engerds en tovenaars, hobbits en vertellers en voorspellers, roofvogels, zwaarden en katapulten, en fantastische bands op het podium. En heel veel regen, op het Fantastyval op landgoed Wouwse Plantage.
Een festival dat er nog fantastischer uit had kunnen zien als Heer Pluvius zich een beetje koest gehouden zou hebben. Wellicht dat de God van de Regen ontstemd was dat hij geen rol mocht spelen in de Lord of the Rings of andere films waarin sprookjes en dromen, sagen en legenden de sfeer bepalen. Op Landgoed Wouwse Plantage had hij de afgelopen twee dagen het hoogste woord. Nat is het woord dat iedereen die op het tweede Fantastyval geweest is, als eerste te binnen schiet.
Dat was opnieuw pech voor organisator Elly Stolk uit het Zeeuwse Kats, die eerste editie van Fantastyval, half oktober 2009, ook al met niet al te beste weersomstandigheden te kampen had.
„Maar in oktober is dat niet zo gek”, aldus Stolk, gekleed in spijkerbroek en laarzen. Lachend: „Ik heb nog even overwogen om mezelf ook te verkleden, maar dat past niet bij mij.” Wijzend op haar laarzen: „en die zijn het weekeinde goed van pas gekomen.”
Twee jaar geleden had Stolk de eerste editie ook in de zomer willen organiseren.
„Maar toen wilden we niet te dicht op de Elf Fantasy Fair in Arcen zitten. Bovendien was hier al een zomerfair en omdat er mensen op het landgoed wonen kan hier ook maar een beperkt aantal evenementen gehouden worden. Maar ja, je ziet dat je in de zomer ook geen garantie hebt.”
Zodat er ook op de tweede editie geld toegelegd moet worden. Net als in oktober 2009 trok het Fantastyval om en nabij de 6000 bezoekers, terwijl er op 12.000 gemikt was.
„En de kosten blijven even hoog”, aldus Stolk, „de artiesten komen niet voor niets, en de gages moeten betaald worden.”
Goed nieuws voor de aanwezigen én de thuisblijvers: er komt gegarandeerd een derde editie. „Dit is een evenement dat moet groeien. Ik zie het als een investering in de toekomst.”
Soppend door het doorweekte gras en de modder op Landgoed Wouwse Plantage valt de verscheidenheid in de beleving op. Er zijn er bij voor wie het een soort zomercarnaval lijkt te zijn, met de traditionele grappen en grollen. Maar er zijn ook prachtig verklede deelnemers die hun act kennelijk bloedserieus nemen en betekenisvol zwijgen en je doordringend aankijken als je vraagt wat het is, of waar het om gaat.
Kleine jongetjes slaan vol enthousiasme hun houten zwaard tegen een blinkend exemplaar van anderhalve meter, waar een levensgrote ridder ze plagend mee uitdaagt. De splinters vliegen in het rond, waarna ze beteuterd de schade aan hun eigen wapen taxeren.
Intussen staan er geweldige bands op het podium met een verrassend repertoire. The Old Firm bijvoorbeeld, Zeeuwen die met een aanstekelijk enthousiasme daverende Schotse en Ierse folkrock spelen. The Dolmen, nog zo’n band die daar staat als een huis, met middeleeuwse muziek gearrangeerd als rock. En Kingfisher, dat van rock, soul, klassiek en folk een hartverwarmende potpourri maakt.
Zondagmiddag, als de regen weer met bakken begint te vallen, staat daar Irfan, uit Bulgarije. Met zangeres Denitza Seraphimova. Met een stem waarmee ze in haar eentje de naam van het festival waarmaakt. Nou nog een beetje zon de volgende keer, dan komt het wel goed.