Juup, een topsporter met een dominant karakter
De 3-jarige Mechelse herder die zondagnacht in Bavel een inbreker bij de kladden greep, heeft daarvoor geen extra beloning ontvangen. „Dat hoeft niet,” zegt zijn vaste begeleider Stijn (31), „voor Juup is het leven één groot feest. Hij doet alleen maar dingen die hij leuk vind. Daar is de hele training en opvoeding op gericht. En als meneer daar moe van is, dan mag hij uitrusten. Zo’n leven zouden we toch allemaal wel willen hebben, niet dan?”
Juup is de tweede politiehond in de carrière van Stijn. Rocco, met wie hij ruim negen jaar zijn leven dag en nacht gedeeld heeft, moest 3 jaar geleden met pensioen. „Dat was een emotioneel moment”, aldus Martijn, „maar hij heeft het goed getroffen. Rocco woont nu in Friesland bij een gepensioneerde politieman met een grote tuin. Die leeft daar als God in Frankrijk.” Rocco zelf thuis houden was geen optie. „Juup en Rocco zouden elkaar het kot uitvechten. Deze honden zijn topsporters, met dominante karakters.”
Net als de begeleiders? Lachend:
„Dat hoort u mij niet zeggen. Je moet wel stevig in je schoenen staan en de hond altijd duidelijk laten merken wie de baas is, anders gaat hij met je aan de loop.”
Over de aanhouding in Bavel mag Stijn verder niets vertellen. „Op het moment dat je de hond opdracht geeft om iemand aan te houden zet je geweld in namens de staat. Volgens het protocol moet er in dat geval altijd een geweldsrapportage opgemaakt worden, en die ligt nu ter beoordeling bij de Rijksrecherche op tafel.”
In dezelfde nacht dat hij met Juup in actie kwam moest hij nog iets doen, waar iedere politieman een verschrikkelijke hekel aan heeft.
„Een aanzegging. Ouders gaan vertellen dat er met hun kind iets gebeurd is. Een van de ergste dingen die we ons vak mee kunnen maken. Als ik zou kunnen kiezen zou ik op dat moment liever met Juup tegenover een bende hooligans staan.”
‘Honden die je niet aan de eerste de beste mee geeft’
De politiehonden van het Korps Midden en West Brabant sporen inbrekers op, houden hooligans en dronken stappers in bedwang. Ze staan dag en nacht klaar.
Volgens docent en coördinator Gerard Straatman zijn de hondenbegeleiders van het korps Midden- en West-Brabant dit jaar al ongeveer duizend keer opgeroepen door de meldkamer.
„Er moet altijd geweldsrapportage opgemaakt worden als de hond opdracht gekregen heeft om iemand aan te houden. Vaak is de aankomst van de hond aan de lijn genoeg om iemand op andere gedachten te brengen. Die inzet verschijnt niet in de cijfers.”
Binnen het korps zijn op dit moment 32 honden in dienst, met hun vaste begeleiders oproepbaar vanuit politieposten in Tilburg, Oosterhout, Breda en Bergen op Zoom. Het zijn vrijwel allemaal mannelijke Mechelse herders. Bij niet alle korpsen in Nederland zijn alleen maar reuen in dienst. Dat het in Midden- en West-Brabant wel zo is, komt volgens Gerard Straatman doordat de begeleiders busjes met daarin twee kooien delen.
„Als er een keer een teef in vervoerd is, loops of niet, dan is een reu afgeleid.”
Straatman is al dertig jaar verantwoordelijk voor selectie, opleiding en examinering, van honden en begeleiders. Hij kiest de pups bij de kennels en bepaalt wie de jonge hond krijgt om samen opgeleid te worden.
„De karakters moeten bij elkaar passen.” Kennelijk heeft hondenveteraan Straatman, die zelf uiteraard ook een Mechelse herder heeft, een goede neus voor mens én hond. Het slagingspercentage van zijn cursisten is altijd tegen de honderd procent.
Hij zet dat hoge gemiddelde zelf in perspectief: „Dat kun je alleen maar halen door een strenge selectie vooraf. De honden komen van fokkers en hebben bloedlijnen die we uit en te na kennen. En de begeleiders krijgen ook niet zomaar een hond. Die moeten bewezen hebben over de benodigde passie en fysieke en psychische kwaliteiten te beschikken.”
Pup en begeleider worden in anderhalf tot twee jaar voor actieve dienst klaargestoomd, en moeten dan samen een zwaar examen afleggen. Haalt het duo het certificaat, dan moet het om de twee jaar herexamen doen. Tot de hond 9 jaar oud is.
„Op die leeftijd zie je ze wat langzamer en minder alert worden.” De jong gepensioneerde viervoeter komt na bewezen bijna altijd bij een gepensioneerd begeleider terecht, of een politieman buiten dienst. „Die worden ook streng geselecteerd. Het zijn geen honden die je aan de eerste de beste mee kan geven, ook al is het een groot hondenliefhebber