Het zijn onzekere tijden voor de oldtimerbranche. Of de handel in het rijdend erfgoed zich dit voorjaar zal herstellen, hangt voornamelijk af van de plannen van staatssecretaris Frans Weekers van Financiën. Die moet volgende week een regeling voor de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers presenteren
Tot vorig jaar hoefde er geen motorrijtuigenbelasting (ook vaak wegenbelasting genoemd) betaald te worden voor auto’s ouder dan 25 jaar. Terwijl die regeling door het vorige kabinet al aangepast werd naar minstens dertig jaar, besloot de huidige regering in november om er helemaal een eind aan te maken.
Na de ophef die over dat voornemen ontstond, werd besloten dat Weekers met een nieuw aangepast plan zou komen. In november heeft hij beloofd om de Tweede Kamer daarover in de week na Pasen een brief te zullen sturen. Een en ander was een uitvloeisel uit het kabinetsakkoord.
Wat er ook in die brief staat: er zal een levendige discussie over gevoerd gaan worden door allerlei belangenverenigingen. Aan de ene kant de oldtimerliefhebbers, verenigd in de Stichting Oldtimerbranche, en de Federatie Historische Automobiel- en Motorfiets Clubs (Fehac).
Aan de andere kant milieubeschermers die belastingvrijstelling voor vervuilende oldtimers zo mogelijk liefst met terugwerkende kracht afgeschaft zien. Ertussenin een staatssecretaris wiens taak het onder meer is om zo eerlijk mogelijk zo veel mogelijk motorrijtuigenbelasting te innen, en niet om het rijdend historisch erfgoed te beschermen.
Volgens woordvoerder Wim van Giersbergen van de Stichting Oldtimerbranche Nederland is de afgelopen vijf maanden ongeveer een vijfde van de 150 aangesloten bedrijven failliet gegaan. De Helmondse handelaar in klassieke Volvo’s zegt dat er veel leden omgevallen zijn die niet als garage of schadehersteller ingeschreven zijn.
„Dat zijn bijvoorbeeld allerlei gespecialiseerde bedrijven, van bekleders en restaurateurs tot taxateurs en instrumentenbouwers.”
Op het het ministerie van Financiën is de afgelopen vier maanden hard gewerkt aan verschillende varianten op de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor oldtimers. Waarschijnlijk zal de brief enkele varianten of nieuwe voorstellen bevatten.
Zowel de Kamer als de staatssecretaris hebben daar in voorgaande discussies over gespeculeerd. Mogelijke variabelen zijn leeftijdsgrens, een zogenaamde 30- of 60-dagenkaart of een beperkt aantal kilometers per jaar.
Het probleem daarbij is dat in al die mogelijkheden de 153 miljoen euro, die in het kabinetsakkoord als bezuiniging opgedragen is, niet gerealiseerd kan worden. Geld om dat gat te dichten, zou elders gevonden moeten worden.
Met andere woorden: als de oldtimerbezitters (gedeeltelijk) vrijgesteld blijven van mrb, draaien andere automobilisten daar (deels) voor op.
Het ministerie van Financiën liet vorige week weten vragen over oldtimers niet te kunnen beantwoorden: ‘In verband met nader overleg met diverse organisaties kunnen de vragen niet binnen drie weken worden beantwoord.’
Oftewel: ‘U wacht maar op de brief van Weekers .’