De een zijn dood is de ander zijn brood. Gelukkig heeft mijn onvergetelijke voorganger het pand in goede gezondheid verlaten. Hoe dan ook, mij is de eer te beurt gevallen om vanaf deze mooie Bredase kansel om de veertien dagen te mogen preken.
Zeg maar ‘De Vuilen Hoek’, zoals ze in nogal wat Bredase cafés de gezelligste hoek noemen. Het zal even wennen zijn voor Princenhage, waarover en van waaruit mijn voorganger regelmatig berichtte. Vrees niet daar, ik begin er mezelf al half thuis te voelen nu ik zowat iedere dag over de Haagse Markt fiets, op en neer naar het redactiekot, hoog in het Trivium in Etten-Leur.
Zoals ik mezelf, jawel, ook nog in Moederheil geboren, en aan de Valkenierslaan 18 jaar later bovendien verkering gehad met een kraamverpleegster – altijd en overal thuis gevoeld heb in Breda. Moederheil was toen nog geen tehuis voor gevallen meiden die op bevallen stonden, maar dé plek waar iedere Bredanaar geboren werd.
Om in de maanden daarna iedere week in het ‘consternatiebureau’ gecontroleerd te worden op afwijkingen en gewicht. Ik zweer dat er nu nog oudere stadgenoten rondlopen die niet weten dat het geen consternatie maar consultatie was.
Mooi Breda, waar ik in meerdere wijken, op allerlei adressen, voor kortere of langere tijd, en altijd met veel plezier, gewoond heb. In Brabantpark, in Geeren Noord, in IJpelaar, op diverse adressen in ‘t Ginneken, in de toen nog prille Haagse Beemden, in Belcrum en pal tegenover De Koepel, in Zandberg en aan de Kloosterlaan.
Boven het kaaspakhuis van Jac Hennekam, inmiddels in goede doen gepensioneerd, mede dankzij zijn arbeidsmotto: mag het een bietje meer zijn?
Ik rook destijds zelf naar oude kaas, en dichter bij stamcafé De Beyerd heb ik nooit gewoond. Al scheelt het goed honderd meter met mijn huidige stee in het mooiste straatje van Breda: de Van Goor.
Alweer ruim een kwart eeuw daar waar je volgens sommige Bredanaars moet wonen om jezelf een echte Bredanaar te mogen noemen: binnen de Singels. Hoewel, da’s typisch Bredase navelstaarderij.
Intussen woont er minstens een paar honderd, of misschien wel een paar duizend geïmporteerd mens aan import binnen de Singels.
Van mij mogen ze, omdat ze er zijn gaan wonen om dezelfde reden als dat ik er altijd gebleven ben: waar of waarom zou je ergens anders willen wonen?