Hoe meer ik fotografeer, hoe meer er lukt, en hoe meer er mislukt. En hoe meer respect ik krijg voor de fotografen van vroeger. Die waren echt niet aan het vissen met een mitrailleur, zoals ik nog steeds veel te vaak doe.
Voor één geslaagde foto maak ik er nog veel te veel, volop experimenterend met sluitertijd, diafragma, en ISO. Het framen kost me niet zoveel moeite, kwestie van kijken, positioneren en schieten. Hoe dan ook, als doende hoop ik iedere dag iets bij te leren. Maar vroeger, met zo’n Rolleiflex, met daarin een zwart wit rolletje, hadden die fotografen niet zoveel kans.
Bovendien waren ze achteraf uren bezig met ontwikkelen, en afdrukken, waarbij dat laatste ook nog een vak op zich was.
Daarom blader ik ook graag door oude archieven en bezoek ik allerlei fotosites, om te ontdekken hoe ze deden en wat ze deden. Zo kom je af en toe prachtige verhalen tegen, over aan de vergetelheid ontsnapte negatieven.
Zoals het verhaal van amateur historicus John Maloof die in 2007 op een veiling voor 380 dollar een doos met 10.000 nooit afgewerkte negatieven kocht. Toen hij begon met ontwikkelen ontdekte hij een schat: ze waren van Vivian Maier. Wat heeft die fantastische foto’s gemaakt van het alledaagse straatleven in het New York, Chicago en Miami van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.
Voordat hij haar wist te vinden was ze overleden, in 2009, en nu trekken de exposities van haar werk wereldwijd volle zalen.
Hier het verhaal over de ontdekking: upshout.com/vivian-maier