Moederheil. Laat de naam in Breda of omstreken op een verjaardagsfeestje, een bruiloft of een begrafenis vallen, en de helft van de aanwezigen laat weten er geboren te zijn. De tieners niet, want sinds 1995 wordt er aan Valkenierslaan 37 niemand meer geboren. Althans niet in het karakteristieke gebouw van Moederheil, dat bovendien al sinds 1975 met het naambordje Valkenhorst getooid was, voor het in 1996 door Stolwerk gesloopt werd. Op dat adres staan nu enkele appartementsgebouwen met dezelfde naam, Residentie Valkenhorst.
Niet zo gek dus dat er op een oproepje zoveel reacties kwamen dat we er een beetje mee overhoop zitten. Terwijl een groot gedeelte van de inzenders alleen maar lieten weten er óók geboren te zijn. Waaronder de droge mededeling van Willem Bazelmans: „Ik was er zelf bij en kan me alles nog goed herinneren.”
Het blijft gissen hoeveel vrouwen er op de ruim 25.500 dagen tussen 1924, toen de kraamkliniek van de Willemstraat naar Ginneken verhuisde, en 1995 in Moederheil bevallen zijn. Dat heeft te maken met het gegeven dat het instituut begon zoals het eindigde: ter bescherming en heil van ongehuwde moeders. Waarbij het de laatste twee decennia fungeerde als opvanghuis voor vrouwen in crisissituaties, in de praktijk een Blijf van mijn Lijfhuis.
Ter bescherming van de privacy van die ongehuwde moeders én van de vaders voor zover die überhaupt bekend waren, bleven de archieven gesloten. Ook voor hen die er geboren waren, tot ze via de rechter openbaarmaking van hun moeders naam afdwongen. De weigerachtige houding van het bestuur had zijn reden: geheimhouding was immers iedere ongehuwde moeder toegezegd. Hoewel er ook weer rechtszaken aan te pas moesten komen om de door datzelfde bestuur nogal voorbarig voorgenomen vernietiging van de archieven te voorkomen.
Bij benadering uitvissen hoeveel tienduizenden mensen er geboren zijn tussen de officiële opening aan de Valkenierslaan in 1915 en de sluiting van Valkenhorst in 1995, is een aardige uitdaging voor een historicus. Stel dat het er 5 per dag waren, dan hebben we het al over 127.740 stuks die tot 1942 in Ginneken ingeschreven werden, en vanaf de annexatie in Breda. Gelukkig hebben die niet allemaal gereageerd, maar helaas kunnen we hier niet aan iedereen recht doen.
Wat opvalt: nauwelijks iets negatiefs te vinden. Wel een paar ontroerende reacties van mensen, die er geboren zijn en pas toen ze volwassen waren, hun moeder en/of vader gevonden hebben. Vivian van Boxtel bijvoorbeeld: „Ik ben op 10 december 1964 in Moederheil geboren, door mijn moeder afgestaan, maar inmiddels heb ik contact met zowel mijn moeder als mijn vader.”
Jos Wiericx: „Ik ben er in 1945 geboren, via Valkenhorst heb ik mijn dossiers ingezien. Ik ben veel te weten gekomen en heb alles op kopie meegekregen. We zijn daar toen goed ontvangen.”
Marianne Feenstra Kuiper is er in 1959 met carnaval geboren, samen met haar tweelingbroer. Bijna twintig jaar later ging ze terug naar Valkenhorst, om er stage te lopen. De moeder van Eugenie Adank is er wellicht het vaakst geweest. „Ik ben de oudste dochter van elf kinderen, en we zijn allemaal in Moederheil geboren. Mijn moeder is daar altijd heel goed verzorgd door de nonnen. Iedere vrouw bleef er toen na de bevalling tien dagen en ze kwam altijd als herboren thuis. Alle lof voor Moederheil.”
Van opvangtehuis via kraamkliniek en Blijf van mijn Lijfhuis naar appartementen
Doorgangshuis, kraamkliniek, kapel, mensa en Tafeltje-dek-je
Moederheil begon in 1915 aan de Willemstraat in Breda, opgericht door de Sint Magdalena Stichting en de RK Vereeniging tot Bescherming van Meisjes.
De dagelijkse leiding was in handen van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph en was gericht ‘op het werkelijke heil der ongehuwde moeder, die gezondigd had tegen God en tegen de Maatschappij’. In 1924 verhuisde de kliniek naar de gemeente Ginneken, waar er een reguliere kraamkliniek aan toegevoegd werd, met een kapel, waar de ‘gevallen vrouwen’ konden bidden om vergiffenis. In 1975 werd het omgedoopt tot Valkenhorst en werd het een opvanghuis voor vrouwen in crisissituaties, in de praktijk een van de grootste Blijf van mijn Lijfhuizen van Nederland.
De kapel werd omgebouwd tot mensa, de de kraamkliniek werd in 1996 gesloten. Van 1988 tot 1992 was de mensa een Tafeltje-dek-je voor ouderen. De toen nog resterende kinderdagopvang werd in 1993 naar elders verhuisd.
In 1996 werden de gebouwen gesloopt, waarna er een aantal luxe appartementen voor in de plaats kwamen: de Residentie Valkenhorst.