Nou die pick-up nog even na die post van gisteren over de DS Electric. Op de staande achterruit prijkt een sticker: “Van boeren moet je houden”. Met die tekst kan je twee kanten mee uit, die in dit geval twee keer kloppen, maar ook een keer niet. Dat zit ongeveer zo: Mariët, de vrouw van Henk Reins, houdt van boeren, én, naar we aannemen ook van Henk.
Dat zal wederzijds zijn, maar Henk is niet zo gek op boeren als zijn vrouw, die boerin is. Snapt het al? Mooi zo: Mariët Reins-Hage draait het akkerbouwbedrijf waar ze opgegroeid is, Henk werkt als technisch directeur bij Delta Glas in Tholen.
Hoe dan ook, de de pickup, die volgens het bedrijfskenteken 1610 kilo hooi of stro mag vervoeren, komt er regelmatig van pas als werkpaard.
Reins, altijd al gek op DS’en geweest, ontdekte zijn pick-up in de zomer van 2001 toen hij te koop werd aangenboden in een autoblad. Liefde op het eerste gezicht, die zoals wel vaker het geval is, zo blind maakte dat ie haar om het uiterlijk kocht.
Het innerlijk bleek thuis op Tholen al snel wat minder dan het smoel. Om een lange opsomming maar even heel kort te maken: lekke stuurinrichting en hydraulische leidingen, rotte dorpels, doorgeknipte kabelboom was doorgeknipt, her en der losse bedrading, een rijdend accident, waiting to happen, maar hoe zeg je dat ook alweer zoiets in het Frans?
Het voor de ombouw naar pick-up vervaardigde subframe was ook niet iets om over naar huis te schrijven. Er waren 20 x 50 mm profieltjes voor gebruikt, die meer geschikt zijn voor een papegaaienkooi, aan elkaar gebreid met slordig laswerk. De afwatering van het dak en de achterbak ontbraken, kennelijk gedachtig het idee dat water vanzelf zijn weg naar beneden wist te vinden.
Goed, Henk besefte dat ie met de aanschaf van zijn kroonjuweel ook een paar jaar werk gekocht had, dus ging maar aan de slag. Repareerde wat lek was, verving en herstelde wat rot was, trok een nieuwe kabelboom, maakte afwateringsgoten en produceerde een kuip van hechthout.
Dat hij na een aantal jaren weer vervangen heeft door aluminium tranenplaat. “Geen zin meer om ieder jaar dat hout weer te lakken, te polijsten, te lakken.” Precies, dat ken ik, heb er ook een paar jaar hechthout in de achterbak van de Kever gehad dat aanvankelijk mooi glanzend was, maar ook ik had geen zin meer om ieder jaar te lakken en te polijsten. De oplossing is kennelijk universeel: aluminium tranenplaat 🙂
Volgens het kenteken – net zoals bij mijn Kever pick-up in 1984 – heeft ie van de RDW een typegoedkeuring ontvangen, gehonoreerd met een bedrijfskenteken. En net als bij mijn Kever staat er op het kentekenbewijs: open bedrijfswagen. Zo’ typegoedkeuring biedt mogelijkheden: mocht u er zin in hebben kunt u hem als referentie meenemen naar de RDW als u klaar bent met de ombouw.
De DS is op 15 december 1972 toegelaten. Bij basis typegoedkeuring staat: EEGK-9999, waar waarschijnlijk eentje uit een bijzondere serie. Het chassisnummer 00FF0025 hoort weer wel bij een vroege standaard en mechanisch geschakelde DS 23 break.
De onderkant van de achterkant zijde is nog steeds op zijn breaks, met een naar beneden openende klep, en passende achterverlichting. Schitterend detail: de twee kentekenplaten, die in een hoek van negentig graden ten opzichte van elkaar bevestigd zijn. Als de achterklep open gaat verdwijnt de ene uit het zicht en verschijnt de andere in beeld. De Berline richtingaanwijzers zijn mooi opgenomen op de cahterhoeken van de cabine, op het dak prijkt het ingekorte bagagerek van de break.
Het grote raadsel blijft wie hem omgebouwd heeft, waar en wanneer. Henk noch de Nederlandse vereniging van Citrofielen heeft dat raadsel op kunnen lossen.
“In het Noorden schijnt ooit een beige versie gesignaleerd te zin”, aldus Reins, “Maar deze is in ieder geval nooit beige geweest, dat weet ik wel zeker na al het schuur en spuitwerk.”
Google even op DS pick-up en er duiken er wel meer op. Allemaal zelfbouw, allemaal net iets anders. Net zoals je van alles tegenkomt als je op Kever pick-up zoekt. Het verschil: ik weet wel wie mijn Kever destijds in Oisterwijk omgebouwd heeft. Dat is Dorus, wiens logo, ‘Dorus Dream’ nog steeds als eerbetoon in de achterruit gegraveerd staat. Ik ben hem al bijna 30 jaar uit het oog verloren, en zijn achternaam weet ik niet meer, dus als iemand iets weet hou ik me aanbevolen.
Henk koestert het vermoeden dat zijn pick-up in Frankrijk omgebouwd is. Bijvoorbeeld omdat er authentieke verweerde Franse stickers op de ruiten te vinden zijn. Anybody?
Click: Photo Album om Google Photos: