Bij Eurovision staken ze in 2008 de vlag toen uit Terry Wogan aankondigde te stoppen als commentator van het Songfestival. Vandaag zullen ze die vlag in Genève hypocriet halfstok hangen. Terwijl ze intussen de champagnekurken laten knallen, omdat ze Terry nu echt nooit meer terug zullen zien.
De zondag overleden Wogan zal er zelf hartelijk om lachen, in hemel of hel. Hoe de hel eruit ziet, dat wist ie al: ‘want ik heb de afgelopen dagen de repetities gezien’.
Dat zei hij tijdens de opening van een van de 37 songfestivals die hij voor de BBC van zijn schitterende commentaar voorzag.
Wogan, de geboren Ier, tot Britser dan Brits genaturaliseerd. Shakespeariaanse woordenschat, stiff upper lip, op en top every inch a gentleman. Meester van de ironie, wereldkampioen van de vileine humor, met een gezonde dosis zelfspot.
Toen de Finse hardrockmonsters van Lordi in 2006 tot zijn verbijstering wonnen, viel hij voor één keer uit zijn rol van gentleman. Niet door de even afschrikwekkende als pompeuze Finnen, maar door de Nederlandse lolbroek, die vanuit Hilversum de punten toekende.
Voor wie het niet meer weet: het Limburgse trio Treble haalde de finale niet. Toen de Nederlandse stemmen uitgedeeld werden, vroeg Wogan zich hardop af wie ‘die idioot’ met zijn stompzinnige ‘gay jokes’ besteld had.
In het Schots, want Wogan speelde ook graag met dialecten.
‘That eejit’ was Paul de Leeuw, die van het Songefstival een tenenkrommend privé-showtje probeerde te maken. Dat soort zelfingenomenheid was niet besteed aan Wogan, die nooit schroomde om zichzelf op de hak te nemen.
„Mijn mening? Die heeft het gewicht van een ton veren. Neemt u mij vooral niet al te serieus.”