‘Einde verhaal’, aldus Janus van Nispen na een blik op de scheuren in het frame van mijn oude trouwe Giant FCR. “En ben maar blij dat je het gezien hebt voordat je er doorheen gezakt bent”.
Het tellertje staat op net iets over de twintigduizend kilometer, geen idee of dat veel of weinig is voor zo’n frame. Wel een beetje klote qua timing, want vorige lente nog een hele grote beurt laten geven, en er twee nieuwe wielen, een nieuwe ketting, een triple en een nieuw zadel op gezet.
Lassen? Dat vond Janus niks, en die heeft er verstand van. Ik kan me ook herinneren van allerlei gedoe met oldtimer onderdelen dat aluminium in principe wel te lassen is.
Als je maar weet precies wat voor aluminium het is, van de tientallen verschillende soorten. Met hun eigen legeringen en smeltpunten, waar het gasmengsel en de vlamtemperatuur van de lasser op afgesteld moet worden.
Plus dat ik geen zin heb om iedere meter die ik op die fiets zit tussen mijn benen te kijken of het frame niet aan het scheuren is.
Volgende vraag: nieuw frame, of nieuwe fiets? Komen we maandag wel uit, Janus gaat eerste met Giant bellen wat een los frame kost.
Bye bye Giant, je was een lekker fietsje, in heel Holland, ook tijdens als die vakanties in de Lot en de Provence, en Alpe d’ Huez op.
Zoals te doen gebruikelijk in dit huis was het mijn betere vileine wederhelft die het allerlaatste woord over het gebroken frame had: ‘vind je het gek, met dat gewicht wat er op zit?’.