Het is de goden verzoeken, maar ik heb nu eenmaal een deadline voor deze column. Op zondagavond is dat een in beton gegoten 21 uur 30. Het zou dus kunnen dat de Amsterdamse binnenstad afgelopen nacht tot en met de A10 op ring zuid na die tijd in vlammen opgegaan is.
Dat de Arena afgefikt is, dat er geen pand meer overeind staat op het Leidseplein. Tot dan constateer ik dat het een schitterende sportweekeinde geweest is.
Zonder wanklanken, louter lol – en een beetje leedvermaak richting Mokum. Niet omdat in een en hetzelfde weekeinde drie titels naar Brabant gingen; eredivisie voetbal, plus de twee hoofdklassen hockey.
Mooi voor de Brabo’s die alvast de roodwit geblokte vlag uitgestoken hadden. Leuk dat in Gelderland intussen lekker gefietst werd.
Maar het mooiste sportevenement speelde zich rond Breda af. En in nog 33 locaties over de hele wereld; Wings for Life.
Jezelf te barsten lopen voor wie dat niet meer kan. Vanwege een gebroken rugwervel, een versplinterde nek, een stom auto-ongeluk, een kogel in de rug, een stomme duik in ondiep water.
Dingen, die iedereen kunnen overkomen. Waarna je de rest van je leven van anderen afhankelijk bent.
Zondagmiddag heb ik geprobeerd alle ontknopingen wereldwijd bij te houden, op drie computers en een iPhone. Plus die in Doetinchem en Zwolle.
Maar ja, alle vreugde, alle plezier, en alle frustraties in Amsterdam en Eindhoven zijn allemaal zo onbelangrijk, vergeleken met de ware warriors bij Wings for Life.
De strompelde knokkers met een ‘caudalaesie’ die pas na 2 kilometer door Max Verstappen werden ingehaald.
Of met andere laesies, die in rolstoelen zwetend en ploeterend probeerden om Max zo lang mogelijk voor te blijven.
De ware winnaars van een schitterende sportweekeinde.