Een auto, en een kenteken, met een verhaal. Een triest verhaal. Het is een Opel Record met het kenteken AP-11-18, en het is maandagmorgen 14 maart 1960. De foto is door Hans Chabot gemaakt, kort nadat het levenloze lichaam van Rat Verlegh er in aangetroffen is. Het is een vrij nieuwe auto; voor zover ik na heb kunnen gaan is het kenteken afgegeven in november 1959.
Antonius Wilhelmus Verlegh, roepnaam Antoon, bijnaam Rat, is het NAC-icoon waar het stadion van NAC én de straat aan de achterkant naar genoemd is. Rat Verlegh, geboren op 29 maart 1896, was speler, trainer, secretaris, voorzitter en erevoorzitter, én acht maal international, met twee doelpunten achter zijn naam in Oranje. Verder was hij actief in de Commissie Jeugdvoetbal en Keuze Commissie van de KNVB, tot hij Zeist in 1953 voorgoed verliet na een aantal conflicten.
Twee weken voor zijn 64e verjaardag raakte hij ‘s nachts, op de terugweg van Den Haag naar Breda, met zijn Opel Record bij Prinsenbeek te water. De volgende dag, toen NAC thuis tegen Sportclub Enschede speelde, wist niemand waar Verlegh was. Toen bleek dat hij niet thuis gearriveerd was, werd er een zoektocht opgestart, waarna de Opel met de bestuurder in het latere zwembad De Kuil werd aangetroffen. Dat nadat iemand bij de wedstrijd van NAC, die het verhaal hoorde, zich herinnerde dat hij de avond tevoren op de A16 bij Prinsenbeek een Opel Record een rare manoeuvre had zien maken bij Prinsenbeek, naar hij dacht een plotselinge parkeeractie. Volgens de schouwarts had Verleg waarschijnlijk al rijdende een hartaanval gekregen.
Wat opvalt in het Stadsarchief, vergeleken met tegenwoordig: kentekens werden toen niet geblurd, en er bestond soms ook geen enkele schroom om gewonden of overleden verkeersslachtoffers in beeld te brengen.
Over Hans Chabot (1921-1996) heb ik vaker geschreven. Zijn hele carrière bleef ie onafhankelijk freelancer, met een gloeiende hekel aan aan namen en rugnummers. Het was een opgewekte en charmante kerel, maar namen, straatnamen, data, ho maar. Zodat het bij het merendeel van de bijna 1700 foto’s van zijn hand die gedigitaliseerd in de beeldbank zijn opgenomen gissen is naar het wie, wat en waar. Bovendien liggen er ook nog enkele duizenden negatieven te wachten om gedigitaliseerd te worden, waarbij geen letter beschrijving voorhanden is.
Wat ik me daarom ook afvraag: of Rat Verleg op deze foto nog in de auto zit, of dat ie er al eerder door duikers uitgehaald is. In het Stadsarchief is daarover niets te vinden, maar via Delpher wel een aantal kranten van 15 maart gevonden, met het lot van Verlegh op de voorpagina. Waaronder bijgaand de Zeeuwse editie van Dagblad De Stem en het Vrije Volk. Er waren nog meer fotografen aanwezig bij het optakelen van de auto, maar deze foto van Hans Chabot bleef overal buiten beeld. Maar omdat hij vaak voor De Telegraaf werkte zou deze foto misschien daar terecht gekomen kunnen zijn en die editie heb ik online nog niet kunnen vinden.
Uit de tekst van deze twee kranten is in ieder geval te lezen dat de auto door de duikers van de Genietroepen uit Raamsdonksveer op acht meter diepte ondersteboven aangetroffen werd, met de deuren klem in de modder, en Verleg nog achter het stuur. Maar ja, misschien mochten de fotografen hun werk pas doen nadat het lichaam uit de auto gehaald was. Het is ook niet zo relevant.
Overigens waren er op dat moment ook mensen van NAC aanwezig. Op een van de andere foto’s staan Frans Bouwmeester en Kees Rijvers bedrukt toe te kijken bij de berging.
Oh ja, het andere nieuws van die trieste zondag: het was de eerste mooie zondag van het jaar. Alle ijscomannen raakte uitverkocht en in Tubbergen vond de 13-jarige Gerrie Reinerink het eerste kievitsei.