Op 9 april 1959 wordt De Vlucht door Stoof aan de Ginnekenstraat voor de Maria Hemelvaartkerk geplaatst. Foto T. Brekelmans – Stadsarchief Breda.
Op een van de foto’s bij het stukkie dat ik zondag schreef over de veranderingen, begin jaren zestig op de hoek Ginnekenstraat, Eindstraat, Houtmarkt en Karnemelkstraat, verscheen De Vlucht in beeld. Over het beeld dat Hein Koreman begin jaren vijftig maakte, werden een paar vragen gesteld, die ik een comment gedeeltelijk geantwoord heb. Aanleiding om wat meer informatie en foto’s te verzamelen, over wat denk ik het bekendste beeld in de stad is. Of zeker zo bekend als Judith op de Grote Markt, Willem III op het Kasteelplein, of de beelden op de graven van de Oranjes en de Nassaus in de Grote Kerk.
Dat De Vlucht op vier plaatsen in Breda gestaan heeft weten we. Van 1957-1959 (sommige bronnen zeggen vanaf 1955) stond het in de Parkstraat, van 1959 tot 1965 op het pleintje voor de Maria Hemelvaart aan de Ginnekenstraat, en van 1965 tot 1999 voor het politiebureau aan de Markendaalseweg. In april 1999 is het op de huidige standplaats in het Valkenberg geplaatst.
Overigens gaf Hein Koreman het als titel ‘De Trek’, maar de ‘De Vlucht’ werd het al snel. Beter, want het was een vlucht, in totale paniek en ontreddering, voor de Breda naderende Duitsers, waar het om ging, waar het om gaat. Op verzoek van het Oranjecomité en het ‘Comité 4 en 5 mei‘ speelt ‘De Vlucht’ nu ieder jaar op 4 mei een prominente rol bij de dodenherdenking, en staat het dan in zeen zee van bloemen. Op mooie dagen zitten er vaak tientallen mensen rondom het beeld, tijdens Palm Parkies honderden.
Wat ik me afvroeg: waar waren moeder en kind in de eerste jaren van hun bronzen bestaan? In een artikel uit BN De Stem van 12 oktober 1999 staat dat Koreman in 1953 de Keukenhofprijs voor zijn bronzen moeder en kind won. Volgens dat artikel zou vervolgens het beeld ‘als tegenprestatie’ aan de gemeente Breda geschonken hebben. Die het het beeld vervolgens op de hoek van de Parkstraat en de Wilhelminastraat plaatste. Met gevoel voor historie: tegenover het begin van de Baronielaan waar in 1940 de vluchtelingenstroom richting België gesplitst werd.
Twee dingen in dat artikel uit 1999 blijken niet helemaal te kloppen, maar het wees me wel de weg naar waar ‘De Trek’, sorry, ‘De Vlucht’, van 1953 tot 1955 of gestaan heeft: in De Keukenhof in Lisse. Maar niet als winnaar van dé Keukenhof Prijs van dat voorjaar, maar als winnaar van een nog altijd eervolle derde plaats. Maar Koreman heeft het beeld kennelijk niet geschonken aan Breda. Blijkens een artikel in de IJmuider Courant van 25 september 1954 heeft de Gemeente Breda het dat jaar aangekocht. Maar ik denk dat het toen nog om een voorstudie ging, die in Lisse bekroond werd. Want in dat artikel (opmerkelijk: op dat moment noemde de krant het al ‘De Vlucht’) staat dat het beeld is aangekocht en dat de kunstenaar het in brons en 2.40 hoog uit zal gaan voeren. Vermoedelijk is het dus de kleinere uitvoering van het beeld, dat op een van bijgaande foto’s in het Stedelijk Museum staat, in de Keukenhof met de derde prijs beloond. Dat zal hetzelfde exemplaar zijn dat op één foto in het Stadsarchief staat. Op de binnenplaats van toen nog Sint Joost, nu het pleintje voor de ingang van De Nieuwe Veste en de bieb aan de Sint Janstraat. Het verschil is niet alleen de hoogte, zo te zien ongeveer de helft van de uiteindelijke versie zoals we die kennen, maar ook de linkerarm van de moeder. Die hangt niet los in de versie zoals we haar kennen; op de kleinere uitvoering is de linkerhand tegen het hart gevouwen, onder de linkerborst.
In Het Stadsarchief is geen enkele foto te vinden van het beeld toen het aan de kop van de Parkstraat stond, maar ik heb er wel twee gevonden in Het Nationaal Archief. Ze zijn ongedateerd, maar moeten dus tussen 1955 (of 1957) en 1959 gemaakt zijn.
Overigens: als het aan Stadssociëteit De Gouden Cirkel had gelegen was het beeld sinds 1999 niet naar het Valkenberg verhuisd. De Gouden Cirkel voerde in 1998 actie om het Bredase stadsbestuur ertoe over te halen om ‘Moeder en kind’ weer op de kop van de Parkstraat te plaatsen. Net zoals enkele gemeenteraadsleden die al in 1959 het beeld door Stoof terug wilden laten brengen naar de Parkstraat. Omdat het daar veel beter tot zijn plaats kwam. Daar waar de moeder het kind, dat terug de stad in wilde, naar het zuiden leidde. Terwijl de moeder in de Ginnekenstraat de verkeerde kant op wilde, naar het noorden. Jan Akkermans; ‘toen De Vlucht in de Ginnekenstraat stond werd gezegd: ‘het kind wil naar de Hema, de moeder naar V&D’. Tevergeefs, gemeenteraadslid Mendes kreeg in 1959 zijn zin niet en de Gouden Cirkel veertig jaar later ook niet. Op 15 april 1999 werd het door Maarten en Olav Koreman, die het samen met hun vader schoongemaakt en hersteld hadden, in het Valkenberg geplaatst. Hein Koreman (Lage Zwaluwe, 28 september 1921) overleed op 24 juli 2012 op 90-jarige leeftijd.
In 2015 werd het beeld nog een keer op ware grootte in suiker nagemaakt. Honderd kilo suiker werd door vrijwilligers van Stichting KOP huis-aan-huis en kopje-voor-kopje verzameld en in het beeld verwerkt. Volgens kunstenaar Wouter Osterholt als een verwijzing naar de suikerindustrie die in Breda aan de ‘Zoete Inval’ was gevestigd. Het beeld werd in het Valkenberg naast het origineel onthuld, en werd daarna in processie naar het asielzoekerscentrum in De Koepel gebracht. Osterholt zei toen dat zijn beeld ‘de gastvrijheid’ verbeeldde: ‘Een karaktereigenschap die Bredanaars zichzelf graag toedichten, terwijl de komst van het asielzoekerscentrum tot enige weerstand bij sommige omwonenden leidde, omdat ze bang waren voor waardedaling van hun huis’. Dat gebrek aan compassie raakte hem: ‘want op 12 mei 1940 werden alle Bredanaars zelf vluchtelingen, en waren ze zelf afhankelijk van de gastvrijheid van onbekenden’. Daarna werd het beeld tentoongesteld in het Mondiaal Centrum aan de Roland Holststraat. Of het daar nog steeds staat, of in de koffie van de bezoekers is opgelost, geen idee.
De meeste foto’s uit Het Stadsarchief, waarop we onder meer de burgemeesters Nijpels en Feij herkennen, zijn van Johan van Gurp. De andere foto’s, zijn van T. Brekelmans, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (binnenplaats Sint Joost), Jorgen Janssens, Hans Chabot, B. van Gils en Stadsbeheer Gemeente Breda, de twee foto’s in het Nationaal Archief, waarop het beeld aan de Parkstraat staat, komen uit de Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst.