De mijne heet Dorus. Kever PickUp, geboren in 1969, op wiens achterruit in sierlijke gotische letters Dorus Dream gezandstraald stond toen ik hem in 1985 kocht. Dorus was de creatieve geest die een Kever én een VW Bus doormidden zaagde, om uit oud ijzer zijn witte droom te bouwen. De geëtste handtekening is bekleven, de kleur is veranderd, gaande twee restauraties. In 1988 werd ie rood, de spatborden werden later zwart gespoten, in 2010 werd ie het huidige blauw (een VW kleur van 1955) met zwart.
Foto’s twee restauraties
Blijkens een onderzoek van buro Memo2 dat bij Top Gear gepresenteerd werd, is Dorus niet de enige die als mens of huisdier aangesproken wordt.
Een op de vijf autobezitters in Nederland blijkt het blik benoemd te hebben, en spreekt het regelmatig liefkozend toe.
Dat laatste kan ik me niet herinneren. Wel dat ik hem enkele keren zijn huid volgescholden heb, en hem ook wel eens een schop verkocht heb. Zoals toen ik hem een Griekse veerboot op wilde rijden, op welk moment het de koppelingskabel brak.
Zwetend duwend met twee vloekende matrozen – zij in het Grieks, ik in het Engels – parkeerden we Dorus naast een wagen waarop een circus-olifant stond, aan de dunne.
Het overspannen beest, aan vier poten in smeedijzeren ringen geketend, wiegde de hele boot op en neer. Intussen de achterbak van Dorus van onder zijn staart volspuitend met bruine derrie.
Nadat we zonder koppeling met een knarsende en krakende versnellingsbak een golfplaten schuur met een VW logo gevonden hadden kneel de besnorde garagist zijn neus dicht, en raadde me aan ‘die strontkar’ eerst maar eens goed te wassen. Waarop ik zelf, zwaar zweten, liggend in en onder de Dorus, het was 35 graden op de Peloponnesos, de koppelingskabel vervangen heb.
Het is maar één anekdote uit mijn vijfendertig mooie jaren met Dorus. Ooit begin ik er aan: Dorus, het boek.
Onder deze post, in de categorie /Dorus, meer, in woord en beeld, sinds 1986.