De tijd vliegt, en steeds sneller naarmate je ouder mag worden. Een gedeelte van het hier onderstaande schreef ik vijf jaar geleden, toen de 45e editie van het Jazzfestival nog gewoon gevierd kon worden. Zo niet het tiende lustrum, als zou dat eigenlijk niet de vijftigste keer geweest zijn, omdat vanwege de tijdelijke heerschappij van Queen Corona ook de 49e uitvoering niet door kon gaan. Goed, of we dit jaar de 49e of de 50e niet kunnen vieren maakt niet uit, feit blijft dat het komende Hemelvaartsdag vijftig jaar geleden is dat het eerste jazzfestival afgeblazen werd.
Van die première in Breda zijn me een paar dingen bijgebleven. Zoals de schitterende bierbus, die in 1971 op vrijdagavond tussen alle kroegen in de Boschstraat, Grote Markt, Havermarkt, Ginnekenweg en Ginnekenmarkt op en neer pendelde.
Een vuurrode Britse Bristol Lodella dubbeldekker met op de zijkanten het logo van vervoerder Thames Valley.
En de eerste streetparade, met het voor de gelegenheid opgerichte Ochtendchloor, dat al toeterend een rondje door de binnenstad liep.
Onze fotograaf Johan van Gurp, tot dan fanatiek volger van rondjes draaiende wielrenners, liep mee. En raakte pardoes verknocht aan het Jazzfestival, dat hij de rest van zijn carrière passioneel zou blijven volgen.
Het mooie van de fotoreportage van die eerste streetparade, is dat er tussen de toeterende koppen door allerlei in de vergetelheid verdwenen winkels opduiken.
Als muzikanten herkennen we een piepjonge Joep Peeters op de sousafoon en verder onder meer Jac Kriens op de grote trom, Frank van Baarle, Rob Cremer, Gé en Luc Mous, Rens Evers en Joost van Sambeek.
Op uithangborden en gevels zien we de namen van zaken die bij veel oudere Bredanaars een belletje zullen doen rinkelen.
Smits van Tetrode bijvoorbeeld, voor huishoudelijk borstelwerk, toilet- en schildersartikelen en geneesmiddelen.
Frumau lederwaren, nachtclub Terminus, slijterij de Gulden Ridder, Smits Lunchroom, Ila Tijdschriften, een bakker die ‘Bredase Turfjes’ verkoopt, Walraven voor exclusieve kleding.
Nu onvoorstelbaar: de Grote Markt, waar tegenwoordig de terrassen heersen, was toen nog het domein van de heilige koe.
Die mocht er gratis geparkeerd worden, zij het slechts anderhalf uur, met blauwe schijf, vanwege de op 31 januari 1967 in Breda ingevoerde ‘Blauwe Zone’. Niets nieuws onder de zon: waar nu raad, college en betrokken bewoners zo ongeveer eeuwig met elkaar in de clinch liggen over al dan niet in te voeren of uit te breiden parkeermaatregelen, was er in de jaren ’60 ook een paar jaar geouwehoerd over die opzienbarende noviteit; de blauwe zone. De een voorzag dit, de ander voorzag dat , en de VVD was tegen.
Maar de zone kwam er uiteindelijk, waarna de boel gecontroleerd en gehandhaafd werd door de net zo strenge als vriendelijke full-time ‘autobewaker’ P. M. Jansen, die er de hele dag op en neer liep.
| Facebook: /Léon Krijnen | Facebook: /OudBreda | Facebook: /Breda |
Zie ook: Zie ook BN De Stem: Herinneringen aan vijftig jaar Breda Jazz Festival
In de Beeldbank van het Stadsarchief zitten enkele duizenden foto’s, die als ‘Jazzfestival’ of Jazz Festival’ getagd zijn, waaronder uiteraard 2200 van Johan van Gurp.
Voor wie er geen genoeg van kan krijgen: Stadsarchief/Johan van Gurp/Jazzfestival.