Update: oorspronkelijke post is van 21 februari 2019, we zijn weer drie jaar verder, het ding is nog steeds niet teruggelegd . . .
Bouwer, restaurateur en projectontwikkelaar Maas-Jacobs bouwt, maakt, realiseert, restaureert en renoveert al vier decennia hele mooie dingen in West-Brabant. Daarom is het des te jammer dat het bedrijf uit Zundert, samen met de gemeente Breda, drie jaar geleden besloten heeft om de kroon op het project Gasthuispoort onder de nieuwe vloeren en kasseien te schoffelen.
Want waar zijn de tastbare herinneringen aan middeleeuwse Gasthuispoort gebleven, dames en heren?
Die stond daar tweehonderd jaar lang, van 1330 tot 1530, ingebed in de stadsmuren. Daarna verdwenen de twee torens uit het straatbeeld, maar eind jaren zeventig kwamen de fundamenten van de poort en de wallen weer tevoorschijn. Nadat aan weerskanten van de Vlaszak in de jaren zestig en zeventig tientallen oude én eeuwenoude panden gesloopt waren, werd door de archeologische dienst in 1976 aan de westkant van de Vlaszak flink gegraven en onderzoek verricht. Daar was enige haast bij, want de heipalen voor de nieuwbouw van de sociale dienst lagen klaar. In de beperkte tijd die men bevochten had werd een complete stad onder de stad bloot gelegd. Binnen een paar dagen waren de resten van een toren van de ‘Gasthuyseyndse Poort’, de aanzet van een trap, het bruggenhoofd van de Gasthuysbrug en een ongeveer 40 meter lang stuk van de uit de dertiende en veertiende eeuw daterende stadsmuur zichtbaar. De archeologen, die in het voorjaar van 1976 dagelijks volop bekijks hadden, slaagden erin om een groot aantal restanten veilig te stellen.
Maar daarna arriveerden de bulldozers en heistellingen en herinnerde al gauw niets meer aan wat ooit was. Wel werd in een staaltje van snel en proactief handelen besloten om de fundamenten van de twee torens een blijvend gezicht te geven. In een mum van tijd werd een aanpassingen in het bestek binnen de kop van het gebouw, precies op de stek waar ooit de zuidelijke toren stond. In het voor horeca bestemde gedeelte, waarin na de oplevering twee jaar later Pizzeria Da Nino zich zou vestigen.
Van de enorme kloostermoppen die tijdens de opgravingen gered waren, werd in het restaurant een put van ongeveer een meter diep en een meter of vier doorsnede gemetseld. Ik heb nooit het idee gehad dat de nogal eigengereide en af en toe heerlijk botte eigenaar Maurizio Pescini met die put in zijn sas was. Het scheelde hem immers een tafel of vijf, dat verdomde onding midden in zijn restaurant. Waar hij altijd in vliegende vaart, schrijlings op de spiltrap gezeten, van de keuken naar beneden overheen kwam zeilen. Bovendien had Pescini – what’s in a name? – zijn buik vol van grappenmakers die hem vroegen of ze gefrituurde goudvissen uit die put bestellen konden.
Nadat Da Nino gestopt was, zat er tot de herbouw kunstenaarscafé De Wasserette en, en ook toen stond die put flink in de weg. Ik meen dat ze er een deksel overheen gelegd hadden, zodat ie nog iets van een functie als tafel of podium had, of zoiets.
Dat was het ene fundament, het andere lag sinds 1978 bij de meubelzaak van Hendriks voor de deur, daar waar nu Bobbi’s bar gevestigd is. Het leek een beetje op een stenen bank, maar wie er uit de wind op ging zitten, was al gauw weer vertrokken, want in de wind stonk het een uur naar hondenpis.
Natuurlijk is het niet zo gek dat Maas Jacobs helemaal geen zin had om die poort weer op te gaan metselen in het pand waar Bagels & Beans zich inmiddels gevestigd heeft. Scheelt immers een meter of twintig peperdure vierkante meters in de verhuur. Maar ik vond het wel een beetje gemakzuchtig dat de gemeente en afdeling stadsarcheologie het allemaal best vonden. In juni 2016 liet de gemeente bij monde van woordvoerder David Slager nog weten dat het immers allemaal niet zoveel voorgesteld had, die amateuristische namaak, maar dat de bronzen plaquette bewaard gebleven was.
Verder maakte zich er drie jaar geleden niemand druk om. Alleen architect en raadslid (D66) Frank Toeset (D66) stelde voor om ‘het Bredase creatieve talent uit te nodigen om een ontwerp te maken voor een hedendaagse verbeelding van de voormalige stadspoort’.
Geen idee wat de stand van zaken van die proefballon is. Misschien moet ie maar weer eens opgeblazen worden, zodat die prachtige bronzen plaquette gepoetst en bij Bobbi’s Bar voor de deur teruggeplaatst kan worden. Plek zat.
Al is het dan wel te hopen dat het brons niet per ongeluk tegen schrootprijs naar Stolwerk afgevoerd is, of om een andere reden spoorloos is. We hebben in Breda al genoeg voorbeelden van oeroude parafernalia, al dan niet monumentaal, die spoorloos verdwenen zijn. Van kiosken op de Grote Markt en in het Valkenberg, van Manneke Pis uit datzelfde Valkenberg tot fonteinen, torenspitsen, standbeelden, gevelstenen en kunstwerken. Ze waren ooit van onze voorvaderen, van ons allemaal, maar niemand weet waar ze gebleven zijn.
Facebook: Waar is . . .
Fotoalbum op Google Photos: De Gasthuispoort.
De zwart wit foto’s zijn gemaakt door Johan van Gurp, Dagblad De Stem, Stadsarchief Breda.
Vurig geschreven pleidooi.
Mooi gedaan.
Over het verdwenen beeldje uit het Valkenberg. Manneke Douche??
Ik weet bijna voor 100% zeker waar dit beeldje is.
Misschien verstandig dat we vooraf een gesprek hierover mogen hebben?
Graag stel ik mijn ordner, mits u dit dikke boekwerk wil hebben aan u ter beschikking.
Ad Graumans