Geen idee of die Brabantse PVV’ers, die nu een hoop populistisch kabaal maken, ooit een boek lezen. Tevens waag ik het te betwijfelen of ze ooit in de kerk komen. Wat je toch mag verwachten van behoudende vromen die zich druk maken over het gegeven dat Alperen Yylmaz bij zijn beëdiging als raadslid in Bergen op Zoom voor ‘Zo waarlijk helpe mij Allah’ in plaats van ‘God’ gekozen heeft.
Ik zou ze ‘Wees niet bang’, de autobiografie van Tiny Muskens, aan willen raden. Tiny, van 1994 tot 2007 de bisschop van Breda, maakte het niet uit hoe men zijn en onze God noemde. Sterker nog; hij gaf zelf de voorkeur aan Allah, omdat ie dat veel mooier vond klinken. Niet alleen dat: Muskens vond het ook een goed idee om Tweede Pinksterdag voor het islamitische Suikerfeest in te ruilen. Ik wed dat die PVV’ers, die waarschijnlijk niets eens weten waar Pinksteren voor staat, geen best idee zouden vinden, maar misschien moet Alperen dat gewoon eens voorstellen, dan horen we het wel.
Muskens, dezelfde bisschop die zei dat armen best een broodje mochten stelen om de honger te stillen. De prelaat die zich uitsprak vóór condoomgebruik in Afrika.
In 2010, drie jaar voor zijn overlijden, ben ik samen samen met Marieke Boerefijn bij Muskens in Teteringen op de koffie geweest. Dat was naar aanleiding van het prijswinnende proefschrift, waarmee ze cum laude geslaagd was aan de universiteit in Tilburg. Over Tiny Muskens, en diens dialoog, én confrontatie met moslims.
Aan Muskens vroeg ik toen niet, omdat die vraag, aan hem, net zo overbodig als onbeleefd zou zijn. Aan Marieke vroeg ik het wel. Haar antwoord zou ook het mijne geweest zijn, op dezelfde vraag: ‘Ik weet het niet. Ik zeg niet dat er een God is, maar ook niet dat er geen God is. Ik weet het gewoon niet.”
Muskens twijfelde niet aan het bestaan van een God, maar het was het om het even zijn hoe wij, en de rest van de wereld, gelovig of ongelovig, Hem noemen.
Broeder Martinus, zoals Muskens als emiritus in Teteringen woonde: ‘Dat is ons probleem. Sommige gelovigen zijn bezorgd dat God het niet goed vindt dat we hem anders dan God noemen. Dat is niet zo. Wij hebben dat zelf verzonnen om er ruzie over te kunnen maken. Iedereen spreekt tot God. Allah Jamah Kuasa, de almachtige God.’