Een van deze twee foto’s is op de website van het Stadsarchief gekozen als uithangbord van de Buitententoonstelling ‘Welkom in Breda‘. De foto’s en bijbehorende podcasts vertellen het verhaal van de ontwikkeling van Breda als een gastvrije en diverse stad.
Het is een lovende tekst, waarbij je jezelf als Bredanaar goed gaat voelen, maar er zijn wel wat kanttekeningen bij te plaatsen.
Citaat: ‘Breda is al eeuwenlang een gastvrije stad. Ook de nieuwkomers in de afgelopen 60 jaar krijgen meestal een hartelijk welkom. Na de Tweede Wereldoorlog ervaren Poolse oud-strijders dat. In het decennium daarna krijgt de stad een Molukse wijk. Op initiatief van het bloeiende Bredase bedrijfsleven komen in de jaren 60 onder meer Spanjaarden, Marokkanen, Italianen en Turken naar Breda. Oorlogen en natuurrampen brengen nieuwkomers uit alle windhoeken naar de Parel van het Zuiden. Zo wordt Breda steeds diverser, met bijbehorende eet-, muziek- en feestcultuur.’
Mooi, maar in ieder geval heeft het merendeel van de Molukse gemeenschap zich natuurlijk nooit zo welkom gevoeld, elders in Nederland, of in Breda. En ook de Spanjaarden, Marokkanen, Italianen en Turken hebben niet alleen te maken gehad met gastvrije Bredanaars, want die zijn er natuurlijk ook altijd geweest, maar ook met allerlei vervelende en nare reacties en ervaringen. In de buurt, op het werk, in de sport, of in het uitgaansleven.
Goed, we gaan de pret verder niet bederven, maar Stadsarchief en organisatie van die buitententoonstelling hebben zich kennelijk niet verdiept in de achtergronden van de foto die ze als intro gekozen hebben. Een gemiste kans, want er zit een prachtig én triest verhaal achter.
De twee foto’s zijn op vrijdag 9 april 1965 in de Ambonse wijk in Breda gemaakt. Bij de bruiloft van Arnold Tuankotta en Rosa Teterissa. Het zal een van de grootste Bredase bruiloften ooit geweest zijn. Het duurde twee dagen en een nacht, op het Stadhuis, in het kerkje in de wijk, en in een vijftig meter lange tent, die in een week opgebouwd was.
In een van de kranten worden de benodigde boodschappen opgesomd: 5 balen rijst van 25 kilo, 75 kippen, 130 kilo vlees, 80 bloemkolen en 80 savooikolen. Arnold was van beroep metaalbewerker in Oosterhout, dus hij zal flink gespaard hebben, of misschien iets geërfd . Na de burgerlijke inzegening op de Grote Markt, de kerkelijke door predikant Keilahu in het kerkje in de Molukse buurt en de eerste receptie opende het paar de feestelijkheden met de traditionele volksdans, de Kataredji.
Meer dan de twee foto’s in het Stadsarchief heb ik niet kunnen vinden. Maar ze zijn van Hans Chabot, en daar liggen nog 180.000 onbeschreven negatieven van in de krochten van het archief, klaar om gedigitaliseerd en beschreven te worden. Als die monsterklus achter de rug is zal er wellicht een reportage van die mooie dag in 1965 opduiken.
Want de freelancer Chabot werkte niet alleen als persfotograaf voor Dagblad De Stem en De Telegraaf, maar voor wie er ook maar belde naar de Valkenierslaan. Niet alleen voor nieuws, maar voor van alles en nog wat, en ook voor honderden bruiloften, geboorten en begrafenissen.
Hans goed gekend hebbende, denk ik niet dat het op die dag bij die twee foto’s gebleven is. Het zou zelfs nog kunnen dat de krant ze niet besteld had, maar dat hij er een paar rolletjes volgeschoten heeft, om er vervolgens ongevraagd twee bij de redactie aan de Reigerstraat af te leveren. Gratis, tussen de reguliere bestellingen, zo van ‘kijk maar wat jullie er mee doen’. Dat deed hij wel vaker, ‘want een vliegende kraai vangt altijd wat’, zei hij weleens.
Het sprookjeshuwelijk was geen lang leven beschoren, en kreeg een triest einde. Zag ik, toen ik twee jaar geleden langs de begraafplaats Driesprong aan de Kameelstraat fietste en er maar eens een rondje liep, langs de laatste rustplaatsen van vele Ambonees Molukse Bredanaars.
Daar zag ik dat Arnold Tuankotta op 4 januari 1971, nog geen zes jaar na die geweldige bruiloft, op 31-jarige leeftijd overleden is.