Zeventig jaar geleden, op vrijdag 17 september 1954, was het een dolle boel in de Ginnekenstraat, bij de opening van C & A Breda. Volgens een van mijn voorgangers op de Stadsredactie van Dagblad De Stem was er twintig man van de Bredase politie nodig ‘om de bijna eindeloze file dames’ in toom te houden, die met alle geweld het nieuwe gebouw van de firma C. en A. wilden binnendringen.
‘Hand in hand stonden vijf agenten aan de kop van de stoet de rij in bedwang te houden. Het eerste kwartier vocht het verkeer zich met moeite door de Ginnekenstraat heen. Toen ook dat niet langer mogelijk was, werd een agent geposteerd op het kruispunt Eindstraat – Ginnekenstraat, die alle verkeer naar de Houtmarkt verwees. Want ondertussen stond het trottoir tegenover C & A eveneens zwart van het publiek. Het was klokslag twee uur, toen de eerste groep nieuwsgierige dames werd binnengelaten. Zij stevenden naar binnen met triomphantelijk gezicht en het duurde geen vijf minuten of de verkopers en verkoopsters hadden de handen al meer dan vol’.
‘Ondertussen hadden leden van het personeel méér dan de handen vol aan de uitreiking van de honderden ballonnen, die aan de kinderen gegeven werden. De jeugd liep deze weldoeners zowat van de voet en het gevolg daarvan was dat hele trossen zo maar de lucht in vlogen. Zodoende heeft men deze uitreiking gestaakt, later op de middag ging men er achter het gebouw mee verder’.
Mooi ook om te lezen dat ‘een charmante blondine’ een schaar aanbood aan Burgemeester Constant Kortmann om het rood witte lint voor de ingang door te knippen. Die refereerde daarna in zijn speech aan het feit dat Breda binnen twee of drie jaar de 100.000e inwoner zou mogen verwachten, waarmee de Parel van het Zuiden zich ‘in de rij van de grotere gemeenten zou kunnen scharen’.
Volgens Constant diende zijn stad zich in te blijven spannen, om te blijven verantwoorden aan de hoge eisen die stad en streek stellen. ‘Alleen evenwicht en sportiviteit van kleine en grote bedrijven zijn in staat aan de hoe eis van streekwinkelcentrum te voldoen’.
De drie Brenninkmeijers van C & A hadden een hele zooi hotemetoten uitgenodigd. De Commissaris van de Koningin, Jan de Quay was er, voorzitter Schriek van de Kamer van Koophandel, directeur Lely van Openbare werken, directeur Kooyman van het Woningnoodbureau, en het hoofd van Bouw- en Woningtoezicht, Bosschaart, naast tientallen architecten, bouwers, aannemers en onderaannemers. Voor de opening genoten ze van een lunch bij de familie Joosen in Huize Merula, Baronielaan 102.
Opvallende afwezigen: de drie grootste concurrenten van de nieuwe toko, Raming, Vroom en Dreesmann en Peek en Cloppenburg.
Ik vraag me af of dat misschien iets te maken had met het gegeven dat het erg lang geduurd heeft voor er een C & A in Breda opgetuigd werd. Het was de 22e in Nederland, dus vele kleine plaatsen kregen voorrang voor Breda. Zouden die drie concurrenten misschien de komst zo lang mogelijk getraineerd hebben?
Hoe dan ook: het DNA van C & A was fanatiek katholiek, dus daar kan het niet aan gelegen hebben. Iedere opening van een nieuwe vestiging, ook in de Protestantse bastions boven de rivieren, werd destijds met een plechtige Roomse mis opgesierd.
De Bredase dienst was die vrijdagochtend voor de opening tweehonderd meter verderop door Pastoor Van Osta in de Maria Hemelvaartkerk opgedragen. Het voltallige personeel was daarbij aanwezig. Ik denk dat skippen geen optie was, of in ieder geval niet goed voor je loopbaan.
Robert, Frederik en Wolfgang Brenninkmeijer waren aanwezig en zullen de koppen goed geteld hebben. In zijn dankwoord, de collectezakken ongetwijfeld goed gevuld, prees Van Osta ‘de goed Katholieke Houding’ van zijn gelovige donateurs, ook in sociaal opzicht: ‘U tracht te komen tot wat in Quadragesimo Anno staat over de beroepsstanden’. Die moest ik even opzoeken: dat was de encycliek die Paus Pius de Elfde in 1931 schreef.
Goed, na de hosties en het amen keerden de drie tollenaars met in hun kielzog personeel en genodigden terug naar hun verkooptempel, werd het lint doorgeknipt door Constant Kortmann, en knokten duizenden Bredase dames zich de rest van de vrijdag en de zaterdag naar binnen, tuk op de openingsaanbiedingen.
In een apart kader werd die moderniteit beschreven: ‘In de zaak heeft het principe van visual selling toegepast. De gehele wintervoorraad is zichtbaar en bovendien bereikbaar voor de cliënt. Hierdoor ontstaat een systeem van semi-zelfbediening, dat voor het eerst in Breda in zijn volle consequentie is toegepast. Ook voor de kassa’s en de inpaktafels is een speciaal systeem ontworpen dat efficiënt en vlot werkt’.
Wat we kunnen constateren: De Brenninkmeiers hebben het beter gedaan dan de drie niet uitgenodigde concurrenten. Raming en Vroom en Dreesmann zouden achttien jaar later fuseren, waarna V & D in 2015 ten onder zou gaan. Peek en Cloppenburg bestaat nog wel, maar heeft Breda rond de eeuwwisseling verlaten.
De geest van August en Clemens Brenninkmeier is in Breda nog steeds alive and kicking: zeventig jaar na die mooie septemberdag in 1954 floreert de Bredase vestiging van C & A nog steeds op hetzelfde adres.
P.s. De grote bestelwagen met kenteken N-86973 is van bloemisterij en handelskwekerij Reesink, Oosterstraat 100. Hij staat in de database van ‘De Auto van mijn Opa’ van het BHIC beschreven: ‘In het blad Bedrijfsvervoer van 10 september 1949 komen we de bestelwagen van bloemist en handelskweker Reesink tegen’.
‘Het kenteken is op die foto niet leesbaar, maar aangezien hij er maar een had kan het alleen maar de 86973 zijn. Het blad weet nog te melden dat het gaat om een Bedford K en dat Reesink de carrosserie heeft laten bouwen door de firma Ravenhorst in Arnhem. Het is op een zwart-wit foto natuurlijk niet te zien, maar we weten nu door de beschrijving wel dat de bovenzijde crême van kleur is en dat hij van onderen bruin was gespoten’.
Hierover merkt het blad nog op: ‘een merkwaardige combinatie voor een kwekerij overigens, daar deze meestal vanzelfsprekend in diverse tinten groen duiken’.
Het bestelwagentje in ongeveer het midden op de foto in de Ginnekenstraat met N-52283 is van aardappel- en groentehandel Dingemans, Torenstraat 2. Wat dat voor merk was weet ik nog niet, maar dat zal nu een dezer dagen ongetwijfeld opduiken bij het BHIC en de ‘Auto van mijn Opa’. Wordt vervolgd.
De twee foto’s zijn gemaakt door Hans Chabot, met dank aan Stadsarchief Breda.
| Facebook: /Léon Krijnen | Facebook: /Breda | Facebook: /Oud Breda |