Als ik op een oude foto een oude auto zie, schiet ik in de kentekenmodus. In de archieven waar ik de meeste tijd in doorbreng, Stadsarchief Breda, Het Bossche BHIC, het Regionaal Archief Tilburg, en het West Brabants Archief, is de bijvangst, op zoek naar iets heel anders, vaak een auto met een N-kenteken.
Het gaat daarbij om de N-kentekens, die van 1905 tot 1951 in Noord Brabant op naam gezet werden. Ze hoorden dus niet bij een bepaald voertuig, maar bij de naam van de eigenaar. Een en hetzelfde kenteken kan op verschillende auto’s geschroefd hebben gezeten, een systeem dat nu, geloof ik, in België nog steeds gehanteerd wordt.
In 1951 werd het systeem van provinciale nummers vervangen door het kentekensysteem zoals we dat tegenwoordig nog kennen, met sidecode 1: twee letters, gevolgd door tweemaal twee cijfers. Pas op 1 maart 1956 moesten de laatste nog in omloop zijnde provinciale nummerbewijzen vervangen zijn door een landelijk door de RDW uitgegeven kenteken.
Zie de website van de Contactgroep Auto- en Motorrijwiel Historie (Conam): Provinciale kentekens na 1906.
Ontwaar ik een N-kenteken, dan kijk ik even of het al opgenomen is in de database van ‘De Auto van mijn Opa’. In die leuke automobiele beeldbank van het BHIC zijn er nu in negen jaar bijna 100.000 geïndexeerd, de exacte stand op dit moment: 99198. Daarvan zijn er nu 7537 van een afbeelding voorzien.
Die ‘Auto van mijn Opa’, waarover ik in 2015 voor de krant een verhaal maakte, in het jaar dat ermee begonnen zijn, gaat als de brandweer – daarvan zijn ook veel auto’s van een foto voorzien. Brandweerwagens zijn vrijwel altijd bij aankoop gekiekt, door een persfotograaf, of door een fotograaf van de brandweer zelf, terwijl ze uiteraard ook vaak in actie in beeld verschenen. Ook vrijwel alle bekende van de BBA of andere diensten, zijn van foto’s voorzien.
Ik geloof dat nu zo ongeveer alle N-kentekens die in alle beeldbanken van alle Brabantse archieven leesbaar zijn, door andere kentekenfanatici in de beeldbank gedumpt zijn. Sommigen hebben een truc ontdekt die ik nog niet kende, door in Photoshop een vrijwel onleesbaar kenteken in negatief over te belichten, et voilà!
Heel af en toe kom ik er nog een tegen in het Stadsarchief, die tot dan aan de aandacht ontsnapt is. Zoals het cijfermatig prachtige N-2000, dat door Jan de Jong tussen 1930 en 1935 op het Kasteelplein gekiekt is. Op die enorme glasnegatieven zijn de kentekens vrijwel altijd herkenbaar.
Dat negatief had ik al veel eerder gezien, maar zelf ook niet goed opgelet. Goed, die omissie is weggewerkt, de N-2000 was van D. P. of van J. G. A. ‘Wijnings uit Willebrord, Rucphen en Vorenseinde‘. In 1932 waarschijnlijk van vader op zoon overgegaan, maar omdat de exacte datum van de foto niet bekend is weten we dat niet precies. In 1936 is het kenteken vervallen, en later weer verstrekt aan ene Van Wees uit Breda. Daar hebben we nog geen foto van kunnen vinden.
Niet verrassend; het overgrote merendeel van de ruim 7500 foto’s is ergens in Noord-Brabant gemaakt. Ik vroeg mezelf af hoeveel er in een andere provincie betrapt zijn, of nog verder weg, in een buitenland?
Onderzoeker Paul Huismans van het BHIC, in antwoord op enkele vragen van mijn kant: ‘Die vraag is lastiger te beantwoorden. In de omschrijving kan staan dat een foto in een plaats buiten Brabant – of zelfs buiten Nederland – gemaakt is, maar het is met de huidige gegevens niet eenvoudig om uit te filteren bij welke kentekens dat het geval is. We houden daarvan geen overzicht bij. Duidelijk is wel dat men met de auto op reis ging, ook buiten de provincie. Er zijn best veel foto’s van auto’s aan de kust, in de bergen etc. Met (in het algemene zoekveld bij ‘Alle kentekens’) het zoekwoord ‘Zwitserland’ bijvoorbeeld, komen er 21 kentekens bovendrijven, met ‘België’ 49 en met ‘Rotterdam’ en de checkbox ‘Met afbeelding’ aangevinkt 69. Of de foto’s dan ook in die landen zijn gemaakt, is daarmee nog niet gezegd. Met die zoekwoorden zoek je namelijk full tekst; het betekent alleen dat het zoekwoord in de tekst bij dat kenteken voorkomt.’
Andersom kan natuurlijk ook: foto’s van niet Brabantse auto’s in Brabantse archieven. Die vallen dan op door een andere beginletter: A, voor Groningen, B voor Friesland, D voor Drenthe, E voor Overijssel, G, GZ en GX voor Noord-Holland, H, HZ en HX voor Zuid Holland, K voor Zeeland, L voor Utrecht, M voor Gelderland, P voor Limburg, R voor Rijksdiensten en Ministeries en X voor verlofgangers die in Nederland een auto voor de export naar Nederlands-Indië gekocht hadden.
Ik ben er nog niet in geslaagd om te achterhalen waarom destijds niet gewoon als beginletter voor de eerste letter van de naam van de betreffende provincie gekozen is. Dat zou toch veel logischer en begrijpelijker zijn geweest. Die drie letters voor Noord- en Zuid Holland waren noodgedwongen, vanwege de snelste groei van het wagenpark in die twee provincies; er moesten niet meer dan vijf cijfers op de platen verschijnen.
Er is nog geen enkele provincie waar ze het qua beeldarchief van die kentekens zo goed en uitgebreid voor elkaar hebben als bij het BHIC. Wel zijn er inmiddels provincies die dezelfde weg gekozen hebben. Met online een database waarin gezocht kan worden, en waarin foto’s door gebruikers toegevoegd kunnen worden, bijvoorbeeld Zeeland. Andere initiatieven zijn te vinden op Facebook en Flickr, of op particuliere blogs en websites.
In verschillende provincies kan door oude handgeschreven archieven gebladerd worden, soms min of meer doorzoekbaar.
Goed, foto’s van non Brabo’s in Brabantse beeldbanken. Bovenstaande foto kwam ik tegen in de collectie glasnegatieven van Jan de Jong in het Bredase Stadsarchief. Het is een foto die in 1935 in de Veemarktstraat gemaakt is. Voor de muziekhandel Spronk, toen Veemarktstraat 4, staat een Ford V8 De Luxe, met kenteken G-69795, ik schat bouwjaar 1932. Van wie zou die mooie bak zijn, en wat deed ie daar?
Na lang bladeren door het Noord-Hollands Archief van het Provinciaal Bestuur duikt de handgeschreven ‘Eureka!’ op. > Lees verder onder de foto >
Kenteken G-69795 stond dus op naam van Reclamebureau Remaco aan de Keizersgracht 451 in Mokum. Waarom hij in Breda was, zie ik in verschillende notulen van de gemeenteraad van 1930 en 1931.
Remaco was een van de eerste, en het grootste reclamebureau voor buitenreclame van Nederland. Met het recht om in tientallen steden in Nederland alle gemeentelijke aanplakborden en zuilen te exploiteren. Niet alleen met gemeentelijke mededelingen, maar ook met allerlei advertenties.
Remaco stond er ook om bekend dat het lukraak affiches over de reclame van andere bureaus plakte. Maar ja, dat deden er wel meer, hetgeen hier en daar nogal eens tot handgemeen en oproer leidde.
‘Sommige raadsleden hadden er moeite mee dat Remaco goed geld verdiende over de Bredase ruggen, maar hun bezwaren werden door het college weggewuifd: ‘De opbrengst is in de laatste vier jaren steeds beneden de 500 gulden gebleven. Het gaat dus over een betrekkelijk klein bedrag, waarop de Gemeente nooit verliezen van betekenis kan lijden’.
Een delegatie van Remaco, waarschijnlijk een directeur met chauffeur, zal dus in 1935 op bezoek geweest zijn om de contracten te verlengen of aan te passen. Voor de laatste vijf jaar dan, want Remaco was goed fout in de oorlog, en plakte, betaald door de bezetter, heel Nederland vol met Duitse propaganda. Voor een groot gedeelte in eigen huis vervaardigd, zodat er goed verdiend werd. In de notulen kan ik niet vinden hoe daar in Breda op gereageerd is, maar over de opkomst en ondergang van Remaco is veel geschreven en op internet te vinden.
Zie bijvoorbeeld Ons Amsterdam: Reclamebureau Remaco faciliteerde de Duitse propagandamachine.
Ik denk dat die Ford in ieder geval tot 1945, in tegenstelling tot duizenden andere auto’s, niet gevorderd zal zijn door de Duitsers. Maar dat hij kort voor de bevrijding misschien wel als vluchtvoertuig spoorslags oostwaarts vertrokken is.