Baggy Maggy blijft mijn pad kruisen. In 2004 voor het eerst, toen ik van Baarle Nassau naar Hoogstraten langs het monumentje aan de Hoogstratensebaan in Castelré fietste, en het opvallende monumentje zag. Ik vroeg me af wat het verhaal erachter was, maar op internet was nauwelijks iets te vinden. Dus maakte ik er een foto van mijn Ixus, en schreef ik er een column in de krant over. Facebook was net een maand eerder geboren, maar nog niet ontdekt. Nadat ik iets op mijn website en een historisch forum gepost had, hing Jos van Roozendaal de volgende dag aan de lijn.
Jos, de bevlogen amateur historicus uit Ulicoten, die vanaf de jaren tachtig de hele geschiedenis van Baggy Maggy uitgediept en beschreven had. Van de Amerikaanse bommenwerper die in 1944 neerstortte bij Castelré, en van de tien bemanningsleden. Over dat verhaal heb ik de afgelopen twee decennia verschillende keren geschreven, vanwege verschillende aanleidingen, verschillende invalshoeken, en een nieuwe ontdekking. Die verhalen heb ik hier verzameld: in het dossier Baggy Maggy. Alle foto’s die ik in de loop der jaren verzameld heb staan hier op Google Photos: Fotoalbum Baggy Maggy.
De belangrijkste kern van het verhaal was natuurlijk dat Jos van Roozendaal er in zijn eentje in geslaagd is om de bemanningsleden weer samen te brengen. In de jaren negentig via getypte brieven naar Amerikaanse archieven, ministeries en luchtmacht. En met de mensen waar het om ging, de bemanningsleden en hun familie, via telefoon en fax communiceerde, net voor de tijd dat het prille internet een beetje op gang begon te komen.
Jos realiseerde op die manier in Amerika een eerste reünie van de overlevenden die hij had kunnen vinden, en vloog erheen, samen met Adriënne. Daarna zouden er vanuit de USA verschillende tegenbezoeken volgen. Twintig jaar geleden, in september, kwam er een delegatie naar de zestigjarige herdenking van de crash. Ze werden met alle egards ontvangen door de herdenking die Jos georganiseerd had, met behulp van de herdenking comités en de gemeente Baarle-Nassau.
De Amerikanen die ik daar in september 2004 ontmoet heb, kende ik inmiddels. Want twee weken na die column was ik veertien dagen in Amerika, om daar de laatste twee overlevenden van de crash, en enkele familieleden van inmiddels overleden bemanningsleden op te zoeken. Nadat ik mijn hoofdredacteur Johan van Uffelen het verhaal had uitgelegd, en hij meteen zei: ‘ga er maar gauw heen, voordat het te laat is’.
Dat werd een memorabele trip, naar mensen, die meteen vrienden werden, en met wie we tot hun overlijden altijd warm contact gehouden hebben. Vanuit New York met een Hertz rental naar Amish County in Pennsylvania, waar we ‘s morgens op een boerderij hand in hand met de familie God dankten voor het ontbijt. Via de slagvelden van de burgeroorlog rondom Fredericksburg en Gettysburg naar de historische steden Yorktown, Jamestown en Williamstown in Virginia.
De lange gesprekken met Donald Dukeman, Larry Hewin, Gertrude Kirlin en de kinderen die aan kwamen waaien resulteerden in de reportage in de krant: ‘De lange vlucht van Baggy Maggy’.
Een paar maanden later, in september 2004, kwam Gertrude Kirlin met nog een paar vrienden en familieleden voor de 60 jarige herdenking naar Castelré. Daarna bleef ik tot hun aller overlijden onregelmatig contact houden met haar, en met de laatste twee Mohikanen, Donald Dukeman en Larry Hewin. Die konden vanwege hun hoge leeftijd en lichamelijke ongemakken toen niet meer naar Nederland komen.
Zeven jaar geleden kreeg het verhaal van Baggy Maggy een verrassend en onverwacht gevolg. Toen er, uit het blauwe niets, via Facebook Messenger een vraag opdook van Mark Mayer Greenberg. Een zoon van het enige bemanningslid van de Baggy Maggy, dat Jos nooit had kunnen traceren: Henry Greenberg, de joodse navigator van de Baggy Maggy. Of ik misschien iets meer wist van de oorlogsgeschiedenis van zijn inmiddels overleden vader? Die daar nooit over gesproken had, waar hij tot dan helemaal niets van wist.
Het toeval wilde dat ie die verhalen net ontdekt had, toen ze voor een Europese rivier cruise geboekt hadden, vanaf Rotterdam naar Duitsland en verder. Met een dag in Arnhem, waar het gezelschap langs de relevante punten van de Slag bij Arnhem geleid zou worden. Op die dag pikte ik Mark en zijn vrouw Sandy ‘s morgens op bij een hotel aan de Rijnkade.
Op naar Ulicoten, Castelré, Hoogstraten en Baarle-Nassau. Samen met Adriënne en Jos van Roozendaal. Dat was toen vooral emotioneel voor Mark, die voor de eerste keer van Jos allerlei details over twee dagen in het leven van zijn vader hoorde, waar hij helemaal niets van wist. Die het luik in handen hield, waarachter zijn vader zat tot de crash van Baggy Maggy, en de gyroscoop die zijn vader bediende.
Vorige week, op de dag af zeven jaar later, gingen we op herhaling, met Adriënne en Karin van Roozendaal. En werd het weer emotioneel, maar nu vooral omdat de op 19 januari overleden Jos er niet meer bij was. Nu met Gordon Greenberg en zijn vrouw Patti, die zich twee dagen daarvoor ook volkomen onverwacht bij me meldden. Gordon, de andere zoon van Henri, die net als zijn oudere broer Mark, nooit iets van de geschiedenis van zijn vader wist tot na diens overlijden. Zij waren aan het fietsen door Toscane, misschien dat Gordon hij een beetje opzag tegen de herinneringen, toen ze toch besloten om de laatste week van hun Italiaans trip om te gooien en een vlucht naar Schiphol te boeken. En ik een mailtje, en tien minuten later een telefoontje kreeg.
Twee dagen later, bijna tachtig jaar nadat Baggy Maggy aan de Hoogstratensebaan uit de oorlogshemel viel stonden we vorige week weer bij het monument. Maar nu ook met onze herinneringen aan Jos, ‘wat zou hij dit prachtig gevonden hebben’, aldus Adriënne en Karin, ‘en wat zou trots geweest zijn dat de herinnering levend blijft’.
Daarna reden we naar Hoogstraten, naar de Technische School aan de Karel Boomstraat. Waar we zeven jaar geleden dankzij leraar Gert Goetschalckx de kelder in konden waar Henry Greenberg door de Duitsers na de crash opgesloten werd. Daar keken we door het kelderraampje waardoor een medelevende vrouw ‘s nachts appels aanreikte.
Gearriveerd aan de Karel Boomstraat zien we dat de school er niet meer gehuisvest is. Het monumentale pand wordt intern omgebouwd tot kantoorruimtes, het voorste gedeelte is al in gebruik genomen. De stoep aan de noordkant is opgehoogd, waardoor de lage boogramen uit het zich verdwenen zijn. Maar als we door twee gaten in de bouw deur kijken zien we een restant van de trap naar de kelder waar Henry Greenberg de nacht van 18 op 19 september 1944 op de kale betonvloer doorgebracht heeft. Voordat hij naar Duitsland getransporteerd werd, en de kampen en de dodenmars zou overleven.
Na de oorlog begon Henry Greenberg een hamburgertent in de South side of Chicago, de ruige kant van de stad. Hij sprak nooit meer over de oorlog, maar zorgde ervoor dat zijn zonen konden studeren. Beiden werden advocaat, Mark werd later openbaar aanklager, Gordon is partner van een gerenommeerd kantoor in Los Angeles, zijn vrouw is rechter.
Met de ontvangst van Gordon en Patti is aan de geschiedenis van de Baggy Maggy, van het monument, en van Jos weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd, en hopelijk een boost. Mark en Gordon zullen het aan hun kinderen doorgeven, en misschien, naar we hopen, krijgen we vandaag of morgen weer een vraag over Baggy Maggy.
| In memoriam: Jos van Roozendaal | BN De Stem: in Liefdevolle Herinnering | Dossier: Baggy Maggy | Fotoalbum Google Photos: Baggy Maggy | Facebook: Baggy Maggy |