Krijnen.Com Krijnen.Com

Driekoningenoord

‘Mooie mannen, maar je kan er beter geen ruzie mee krijgen’, dacht ik altijd als ik dit prachtige portret weer eens zag. Johan van Gurp heeft het op vrijdag 20 oktober 1978 op woonwagenkamp Driekoningenoord aan de Terheijdenseweg gemaakt. Ik heb het nooit eerder als onderwerp gebruikt, maar het dook weer op tijdens mijn zoektocht naar meer gegevens en foto’s over het leven van Cupido. Onze zingende clown, geboren, getogen en beschermd op Driekoningenoord. De foto zou helemaal perfect geweest zijn als Cupido de jongste in het midden geweest zou zijn, maar dat is helaas niet zo.

Maar natuurlijk moeten deze mannen Cupido gekend hebben, en misschien waren het wel de Guardian Angels, die voor hem de mouwen opstroopten als het nodig was. De middelste heeft aan het verband op zijn neus te zien kort daarvoor een beuk ontvangen, en ik vraag me af hoe het afgelopen is met degene die hem uitgedeeld heeft.

De tweede van rechts lijkt sprekend op de sidekick van Jason Statham in ‘Lock, Stock and Two Smoking Barrels’ van Guy Ritchie. Waarin ze het opnemen tegen Brad Pitt en zijn Ierse zigeuners. Moraal, van die film, dat verhaal: geen ruzie maken met die mannen want je trekt altijd aan het kortste eind.

Als je de kolenschoppen van de linker ziet; die heeft geen bokshandschoenen nodig, en ook geen hulpmiddelen om auto’s te slopen. Wat me het meest bevalt aan de foto: de levenslust, de vrolijkheid, de lol in het leven, en de onverschrokkenheid die er vanaf straalt. Die mannen gaan nooit en nergens voor opzij, en als ze ergens voor gaan, dan gaan ze met zijn allen.

Johan maar eens even gevraagd of hij nog speciale herinneringen koestert aan die dag. Niet meteen, maar nadat hij zijn agenda geraadpleegd heeft, en ik de datum nog eens naliep in de beeldbank van het Stadsarchief, waren we eruit.

Op die dag bracht wethouder wijlen Luce Paulussen (PvdA), samen met kampbeheerder Jan van Asseldonk en coördinator woonwagenschap Van der Linden een bezoek aan Driekoningenoord. Jan, begin dit jaar overleden, was VVD wethouder, warme bakker, en van 1978 tot en met 1983 waarnemend beheerder op woonwagenkamp Driekoningenoord aan de Terheijdenseweg.

Dat is iets wat je de Bredase VVD’ers in die jaren na moet geven: die slaagden er altijd in om op de een of andere manier goed overweg te kunnen met, hoe zal ik ze noemen ‘de gewone mensen’? Op het kamp, in het Westeind, Tuinzigt, op bezoek of op de barricaden. Of het nou Van Asseldonk was, Ed Nijpels, of Loes van Beusekom, die hadden er een klik mee. Overigens net als Luce Paulussen en Christ Crul, die later uit hun eigen PvdA gegooid zouden worden, en ook CDA burgemeester Willem Merkx.

Johan herinnerde zich de dag weer nadat hij zijn agenda geraadpleegd had. ‘Ach ja, dat bezoek, nu schiet het me weer te binnen. Zoals dat toen altijd ging als ik op Driekoningenoord kwam, dan wilden ze daar graag op de foto. Ze verdrongen elkaar om te poseren. Dat hoef je tegenwoordig niet meer te proberen denk ik. Ik vraag me af wat er van die jongens terechtgekomen is en waar ze gebleven zijn.’

Johan maakte ook nog een los portret van de jongste van het stel. Ik denk dat er wel een paar opstaan met de achternaam Damen. Dat was geloof ik de meest voorkomende naam op het kamp. Een jaar na dat bezoek fotografeerde Hans Chabot nog Jan Damen in zijn woonwagen. Die was toen net 94 jaar oud, en de oudste bewoner op het kamp.

Johan van Gurp scoorde er in 1974 ook nog een fantastisch portret van Meneer Netten, bewaker en portier van het kamp. Die werd ook niet gauw tegengesproken, denk ik, als ik die markante kop zie. Ik weet niet of hij de vader of familie van Gonnie Netten was. Gonnie heeft op de website van De Vlasselt een prachtig verhaal over haar leven op Driekoningenoord gepubliceerd: ‘Dit is mijn verhaal, de geboren reiziger, Gonnie Netten‘.

Laten we vooral ook Frits van Eijs niet vergeten, vierendertig jaar lang, van 1950 tot aan de opheffing 1984 hoofd van de lagere school op het kamp. Die had een heel andere uitstraling, bedaard, aan zijn pijp lurkend, en altijd luisterend kreeg hij het respect dat hij voor zijn mensen had al die jaren driedubbel terug.

Zelf heb ik ook nog wat mooie herinneringen aan het kamp. Natuurlijk ging ik er weleens onderdelen scoren, voor oude Mercedessen. Op een dag had ik een reservewiel nodig en meldde me zelf bij een van de slopers. Die sprak ik altijd aan met ‘U’ en ‘meneer’, aan, ik had het idee dat het dan wat gemakkelijker ging.

Die keer niet. Of meneer misschien nog een reservewiel voor een Mercedes had. ‘Haal er daar maar een vanaf’, wees hij naar de onderste van een stapel van zes of zeven wrakken, ‘kost een tientje’. ‘Eh, ja, maar hoe moet ik dat eraf krijgen?’, vroeg ik. ‘Zoek het maar uit, ik heb er geen tijd voor’, was het antwoord.

Mijn zus Hethy zou een boek over Driekoningenoord kunnen schrijven. Ze heeft er als vroedvrouw tientallen nieuwe bewonertjes mee de wereld op geholpen. Qua datering zou de jongste van het groepsportret zomaar door haar opgevangen kunnen zijn. Sommige anekdotes mag ik van haar niet delen vanwege de gevoeligheid en de privacy, maar eentje kan er wel.

Soms kwam ze daar in het holst van de nacht aan. Dan stond er altijd een vriend of familielid van de aanstaande vader te wachten. Die ging vervolgens gedurende de bevalling achter het stuur van haar BMW 318 zitten. ‘Dan gebeurt er niks mee, mevrouw’.

Verder koestert ze alleen maar warme herinneringen aan al haar bezoeken aan de kampen. ‘Al waren ze in eerste instantie wel eens beledigd dat ik de dure cadeaus die ze tijdens de bevalling op de achterbank gezet hadden, niet mee wilde nemen. Dat duurde dan even voor ze accepteerden dat ik dat echt niet aan wilde nemen, dat vonden ze onbegrijpelijk’.

De sfeer op de kampen was toen anders. Net als in de wereld eromheen hebben de drugs veel veranderd en kapot gemaakt. Vroeger waren er tussen de geboren handelaars, sjacheraars en scharenslijpers natuurlijk ook wel die scheef schaatsten. Die met de inname en verwerking van autowrakken en boedels misschien ook niet zo nauw namen.

Maar kijkend naar de oudere foto’s van Driekoningenoord bevangt me toch iets van heimwee naar een verdwenen wereld, met vooral een niet kapot te krijgen gemeenschapszin. Een voor allen, allen voor een. Zoals die jongemannen op de foto. Je zou wensen dat je een 06-nummer van ze had, mocht je ooit in de problemen komen.

En kijk ook even naar de eindexamenfilm die Jac Verheul in 1969 in het kader van zijn opleiding op de Sint Joost over de bewoners maakte: ‘En zo is ‘t gelegen‘.

Gonnie Netten: ‘Dit is mijn verhaal‘.

| Facebook: /Léon Krijnen | Facebook: /Oud Breda | Facebook: /Breda | Stadsarchief:/Driekoningenoord |

Screenshot

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.