Hij fotografeerde maar 10 jaar voor dagblad De Stem,maar wie Piet Mijzen heeft ontmoet, is hem nooit vergeten.
Muzikant, fotograaf, purser op de grote vaart, graficus, slager en levensgenieter.
Piet Mijzen, die eind december thuis in Etten-Leur op 85-jarige leeftijd overleed, was een geboren Amsterdammer. Uit de Vespuccistraat, volgens architectuurliefhebbers de mooiste straat van De Baarsjes in Oud West, klassieke Amsterdamse school.
Zijn eerste, enige en grote liefde Marie, die hem heeft overleefd, en met wie hij 67 jaar samen was, kwam uit Amsterdam-Noord, het stadsdeel van De Volewijckers.
Nadat ze elkaar over het IJ hadden leren kennen, kwamen ze eind jaren ’50 met hun eerste stel kinderen in Etten-Leur terecht. ‘Omdat mijn ouders hier een baan en een woning konden krijgen’, vertelt Steef Mijzen. Hij is een van de veertien kinderen, onder wie twee tweelingen, van wie er twaalf nog leven. Ze groeiden op in de Van Schendelstraat, gingen naar de Heilig Hartschool, en daarna naar andere scholen.
Kinderen en kleinkinderen? ‘Ongeveer 58’, zegt Steef, ‘ons huis was altijd bomvol. Alles kon, er waren altijd vrienden en vriendinnen, en als ze mee wilden blijven eten dan werd een stoel extra aangeschoven.’
Bij Rotogravure, leerde de pater familias fotograferen. Zo kwam hij begin jaren ’60 bij De Stem terecht, aanvankelijk als freelancer. ‘Toen hij een rondje gaf omdat hij een elftal kinderen compleet had, slaagden we erin om bij de directie een vaste baan voor hem te regelen’, vertelt toenmalige chef- sport Peter Heerkens. Waarna Mijzen in 1970, tot verbijstering van al zijn collega’s, als vader van inmiddels veertien kinderen ontslag nam. Omdat ie wilde emigreren. ‘Naar Nieuw-Zeeland’, vertelt zoon Steef, ‘of Canada, maar dat is er nooit van gekomen.’
Voor dagblad De Stem was Piet Mijzen de fotograaf van sloop en nieuwbouw. Hij heeft tientallen foto’s gemaakt van de demping van de haven, maar ook van de oostelijke en noordelijke nieuwbouw. Soms bijna gepenseeld licht, mooie invalshoeken. Prachtige portretten ook. ‘Een monumentale man, altijd even vriendelijk’, weet een andere ex-collega, Hein Groothuis, ‘maar als er aan zijn foto’s gesneden was, kon ie woest worden. Hij heeft een keer een typemachine naar Rob van Deursen gegooid omdat die een foto had verpest.’
Naast het fotograferen stond het leven van Mijzen in het teken van muziek. Joep Peeters stond met hem aan de wieg van het Breda Jazz Festival, terwijl Mijzen in Etten-Leur intussen óf oprichter, óf lid van een orkest was. ‘Hij kon geweldig improviseren’, zegt Peeters, ‘maar hij kwam elke repetitie met een ander instrument aan, van altsax tot trompet, klarinet of tuba.’ Groothuis en Van Gurp herinneren zich dat Mijzen iedere vrijdag tussen de middag van de slager terug kwam met 30 kilo vlees. ‘Voor het gezin, voor de hele week. Dat werd in de donkere kamer geparkeerd, want daar was het koel.’ Heerkens: ‘Toen die emigratie niet doorging, is ie zelf nog een tijd slager geweest. En voor hij naar het zuiden kwam was hij purser op de grote vaart’.
Terugkijkend op zijn jeugd, met zestien mensen in dat rijtjeshuis in Etten-Leur, zegt Steef Mijzen steeds meer respect te krijgen voor zijn ouders. ‘Het was eigenlijk onvoorstelbaar, hoe dat altijd ging. Wat hebben we een prachtige jeugd gehad. We musiceerden of sportten allemaal ergens, de een in een band, de ander bij de voetbal, of bij het wielrennen. Overal kwam hij kijken. Op zijn fiets, of met zijn Lelijke Eend, omdat iedereen even zijn gezicht wilde laten zien. Hij was in alle opzichten een geweldige vader.’
Een paar honderd foto’s en drie portretten in de archieven
Op zolder in de Van Schendelstraat in Etten-Leur liggen een paar duizend negatieven van foto’s die Piet Mijzen in de jaren ’60 in en om Breda gemaakt heeft. In de archieven zijn er precies 250 voor het nageslacht bewaard gebleven. Plus drie portretten die Johan van Gurp in 1976 van hem maakte. Vrij uniek, want Mijzen had er een bloedhekel aan om geportretteerd te worden.
‘Ik heb hem één keer eerder gefotografeerd’, zegt Van Gurp, ‘van achteren, op 23 juli 1967, in het Parc des Princes in Parijs. Als wielerliefhebber kiekte ik mijn voorbeeld Piet Mijzen vanaf de tribune, terwijl hij tijdens de ere-ronde tourwinnaar Roger Pingeon, Julio Jimenez en Franco Balmanion vastlegde. Vier jaar eerder, op 8 september 1963, had Mijzen, zonder dat beiden het wisten, Van Gurp voor zijn lens. Die zit als puber, met zijn tweelingbroer Piet, bij NAC-MVV (2-3) duidelijk herkenbaar, pal vooraan op de latere spionkop, met zijn kin tegen het Lexington reclamebord. Tussen hen en de Maastrichtse keeper Frans Körver, met een RolleiFlex voor zijn buik, zijn collega fotograaf Hans Chabot.