Mooie serie in de Beeldbank van het Stadsarchief, over de Kabouterbeweging en de Oprichting van de Oranjevrijstaat in Breda. Hij stond al een paar jaar op mijn lange lijst van nog eens te beschrijven onderwerpen uit de recent Bredase geschiedenis.
De foto’s zijn gemaakt op vrijdag 3 april 1970. De kabouters deden eerst een soort van bestorming van de Stadhouderspoort van de KMA. Toen die gesloten bleef, omdat de gouverneur Joop Mulder geen zin had om met het langharig links tuig in discussie te gaan, en de cadetten geen uitval deden, zette men koers naar het Stadhuis, om daar de afdeling Breda van de Oranje Vrijstaat te proclameren.
Pierre van der Pol was geloof ik chef de bureau van het politbureau publiciteit van de Parel van het Zuiden.
De foto met Jan Wijn en Django, die ik tot dan nooit eerder gezien had, heb ik twee jaar geleden als eens gepost. Django was een van de twee enorme Deense Doggen van Jan en Ria Wijn, van het formaat kalf, die in het Klapcot sommige bezoekers de stuipen op het lijf joegen. Aan de linkerzijde van Jan loopt Dré Roks.
Die foto is gemaakt op het moment dat de stoet zich in beweging zet van KMA naar Stadhuis. Geen idee of Jan zich aangesproken voelde door de kabouterbeginselen, of dat ie toevallig d’n Django in het Valkenberg aan het uitlaten was en toen de marcherende kabouters tegen het lijf liep. Ik geloof trouwens niet dat Jan en Ria destijds het begrip poepzakjes al omarmd hadden. Terwijl die twee doggen toch met gemak elk twee tot drie keer per dag anderhalve kilo dampende stront kakten.
De Kabouterbeweging leefde kort, vrolijk en rumoerig. Het was een ludieke Nederlandse – én een kleine beetje Belgische – protestbeweging en lokale politieke partij. Voortkomend uit de Provo beweging van de in 1970 alweer ex-provo’s Roel van Duijn en Robert Jasper Grootveld. Ruim vijftig jaar na dato kunnen we constateren dat de hoofdzaken, waartegen de beweging fulmineerde, aan actualiteit niets ingeboet hebben: consumentisme, woningnood en aantasting van natuur en milieu.
De nationale Oranjevrijstaat was een maand eerder in Mokum opgericht, op donderdag 5 februari 1970. Volgens de initiators vielen de grenzen van de Oranje Vrijstaat precies samen met de bestaande grenzen tussen met West-Duitsland en België. De naam van de nieuwe staat werd toen, en nu in de archieven, zowel los als aan elkaar geschreven gehanteerd, net als die van de Kabouterbeweging. De Oranjevrijstaat werd bestuurd door een eigen regering, mét verschillende departementen, waar onder meer kraakpanden, winkels voor tweedehands goederen en biologische voedingswinkels onder vielen.
Het roemruchte tijdschrift Aloha, de opvolger van het van 1965 tot 1969 bestaande Hitweek, publiceerde een eenmalige ‘Staatscourant der Oranje Vrijstaat’, ‘in dienst van de Kabouters’.
Op 3 juni 1970 werd het serieus, toen de de Kabouters, onder leiding van Roel van Duijn, met de partij Amsterdam-Kabouterstad, vijf zetels behaalde, en daarmee de vierde partij in de raad werd. Met elf procent van de stemmen, na PvdA, CPN en VVD.
Uit het archief op Amsterdam.nl: ‘De fractie viel op door ludieke acties, zoals het roken van wiet tijdens raadsvergaderingen en een nieuwe, fonetische spelling, maar viel uiteindelijk door interne conflicten uiteen‘.
In België was de Kabouterbeweging vooral actief in Mechelen, met Provo en kunstenaar Paps Kabouter (Frans Croes) als leider. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 plakten ze heel Mechelen vol met roze handjes, maar ze haalden geen zetel.
Al een maand na de oprichting in Amsterdam, arriveerden de stoottroepers van de Oranje Vrijstaat in de provincie Brabant, in Breda. Behalve de 47 foto’s in de Beeldbank, die als datum ‘maart 1970’ mee gekregen hebben, is er in het archief van het Stadsarchief niet veel te vinden over de plaatselijke Kabouters en hun bewegingen.
In de papieren bieb in het Stadsarchief aan de Parade staat het in 1996 uitgegeven boek ‘Louter Kabouter’, van Coen Tasman, ‘Kroniek van een beweging 1969-1974’. Waarschijnlijk opgenomen vanwege de beschrijving: ‘Boek bevat korte beschrijvingen van kaboutersteden in Nederland, waaronder Breda, dat een zeer actieve Kabouterbeweging had‘.
Dat ‘zeer actieve‘ staat me niet echt bij, maar misschien kwam ik toen te weinig in Provadya en de Trapkes, en vooral in de kroegen waar geen kabouters kwamen. Oelaat, het legendarische ‘krities maandblad voor Breda en West-Brabant’, besteedde er natuurlijk wel een paar keer enige aandacht aan.
Op een paar foto’s zien we, midden op het bordes, burgemeester Willem Merkx, die zo te zien, wel plezier in de hele toestand had. Op enkele foto’s hanteert hij de hem aangereikte megafoon. Op die foto’s zie je ook dat er een professionele filmcamera op hem gericht is, met een richtmicrofoon. Het zou mooi zijn als die beelden nog eens op zouden duiken.
Misschien is die cameraman met de afdeling Rotterdam of Amsterdam naar Breda gekomen. Op een van de spandoeken staat iets in kennelijke kaboutertaal, in onbegrijpelijke tekens, soort van Sanskriet of Swahili. Ik dacht eerst aan het letterschrift uit Lord of the Rings, maar dat is het niet. Hoe dan ook, eronder staat in ons gangbare Latijnse letterschrift: ‘Rotterdam – kabouterstad’. Op het grote Bredase spandoek een verbastering van de klassieke VVV kreet – ‘Gemoedelijk en gastvrij’ – : ‘Verloederlijk en gasvrij’. De Grote Markt was toen overigens voor auto’s nog zeer gastvrij: gezien het bord links van het bordes. Er mocht nog gratis geparkeerd worden, zij het maximaal anderhalf uur, met blauwe parkeerschijf.
Ik herken op de foto’s geen hoofdstedelijke provo en/of kabouter Amsterdamse kopstukken. Wel meen ik een enkele een halve eeuw jongere Bredanaars te ontwaren, waaronder Ad Haarhuis en Willem van der Made op het bordes van het stadhuis. Verder, naast de al vermelde Dré Roks, Martin van Hooijdonk, Paul Siegmund en Vincent van Oosterhout bij de spontane kraak van het prachtige Jugendstil pand Prinsenkade 2, waar nu bonbonfabrikant La Bohème in gevestigd is. Omdat het grote Bredase spandoek daarbij sneuvelt kunnen we constateren dat de veldtocht van de KMA via het Stadhuis naar de Prinsenkade voerde.
In de archieven verder nada tot niks over de kortstondige historie van de Kabouterbeweging en de Oranje Vrijstaat in Breda.
Mijn collega stadsverslaggever en columnist Gerard van Herpen maakte zich eind jaren ’80 al zorgen om het gebrek aan beschrijving van het linkse en/of ludieke segment van de Bredase geschiedenis in de sixties en seventies. Onder de kop ‘Wie beschrijft geschiedenis van de Bredase revolutionaire bewegingen?’, in zijn serie ‘De Stad in’ Dagblad De Stem van 20 oktober 1988:
‘In 1970 proclameerde de kabouterbeweging de Oranjevrijstaat in Breda. De jaren zeventig waren vol beweging. Er was een Bredaas Kamer Kollektief dat niet voor geweld uit de weg ging, ook de Rode Jeugd en Rode Hulp meldden zich zo nu en dan en dan met een bommelding, en een meer vreedzame jongerenbeweging presenteerde zich als Oranjevrijstaat.
Na afloop van de raadsvergadering van 2 april 1970 werd op het Stadserf een eerste volksvergadering gehouden. Bij die gelegenheid werden de verschillende departementen opgericht. Een departement van publiciteit onder leiding van Pierre van de Pol moest de publieke opinie omturnen ten gunste van de Oranjevrijstaat. Er waren nog verschillende andere departementen. De jongerengroepen in Breda brachten veel beroering in de stad’.
Gerard eindigde met een pleidooi voor dat ontbrekende stuk geschiedschrijving in de Bredase annalen. We kunnen alleen maar constateren dat het er de afgelopen 33 jaar niet van gekomen is. Het lijkt me wel iets voor Frans Gooskens.
Gelukkig hebben we de foto’s nog, van maart 1970. Ze zijn gemaakt door ene W.F. Helm, aan de foto’s te zien een amateurfotograaf, die in datzelfde jaar ook enkele foto’s van de Carnavalsoptocht gemaakt heeft, en wat foto’s van de sloop van de Barbara Kathedraal. Zijn naam zegt me niets, kent iemand hem?
| Facebook: /LeonKrijnen | Facebook: /Breda | Facebook: /OudBreda |