Het is weer voorjaar, zodat me verzocht is boeken en tijdschriften te ruimen, wat weg kan, weg te flikkeren, en de computer- en sportrommel zoveel mogelijk mee naar de krant te nemen. Aan zulke rituelen moet je vooral niet proberen te tornen. Het bijkomend voordeel is dat je weer eens wat tegen komt wat je lang geleden gelezen had, en weer uit je geheugen verdwenen was. Zoals The Sportswit Hall of Fame, een amusante pocket die me, blijkens een signatuur voorin, op 20 januari 1984 op Barbados door Jeanne als verjaardagscadeau overhandigd is. Ach ja, dat was een mooie trip,… >> Lees verder . . . >>
De Beaujolais Party
Of ik dat tennis eigenlijk niet mis, wordt mij nogal eens gevraagd. ?Nou, nee?, zeg ik dan meestal, ?het waren mooie tijden, en die pakken ze me nooit meer af, maar op een gegeven was het mooi geweest, tijd voor iets anders.? Al is er ieder jaar een moment waarop ik, net zoals kinderen bij sommige kranten wel eens verslaggever voor een dag mogen zijn, best weer eens de tennisverslaggever uit zou willen hangen. Komende zaterdag bijvoorbeeld, op de middelste zaterdag van Roland Garros, waarop de traditionele Beaujolais Party voor de deur staat. Beweren dat het altijd een louter culinaire… >> Lees verder . . . >>
Baseball as America
Nieuw was het niet voor me. Minder is het ook niet geworden, zo is me de afgelopen tien dagen gebleken: de Amerikaanse fascinatie voor alles met sport te maken heeft in het algemeen en de cijfertjes in het bijzonder. Aan mijn vaderlandse voetbalvrienden is de wijsheid niet besteed en geschiedkundigen die niks met sport hebben, halen hun schouders erover op, maar wie hart en ziel van Amerika wil leren begrijpen, zal het honkbal moeten leren kennen. Voorgaande one-liner is niet van mij, maar werd al in 1954 geproduceerd door de Franse cultuurhistoricus Jacques Barzun. Niet de minste, want al sinds… >> Lees verder . . . >>
Blijven lachen!
Ik heb regelmatig heimwee naar Berry van Aerle, die na de zoveelste draak van een kwalificatieduel de enige juiste volzin in de microfoon gromde die onder zijn snor gehouden werd: ‘Het was kut’. Iedereen die meer dan een keer per jaar voor een camera verschijnt of voor radio wat zeggen mag, wordt tegenwoordig naar een mediatraining gestuurd. Goed voor de politieke correctheid, maar dodelijk voor de spontaniteit, want sporters en trainers klinken tegenwoordig als zware astmalijders zodra ze geinterviewd worden. Iedere vraag wordt gevolgd door dezelfde mantra van ingedreunde rituelen. Les een: diep ademhalen, langzaam tot tien tellen, nog een… >> Lees verder . . . >>