‘Als iets eindelijk goed werkt komen ze weer met iets anders’. Ik kende die wijsheid al en ik heb hem de afgelopen dagen weer eens aan den lijve mogen ondervinden. Volgens allerlei mensen met veel verstand van computers zijn er vorige week in onze systemen op de krant belangrijke verbeteringen aangebracht met de installatie van de laatste release. Mijn collega’s en ik, die veertig uur per week met die apparaten moeten werken, zijn nog steeds driftig op zoek naar al die verbeteringen. Maar dat komt natuurlijk alleen maar omdat wij daar allemaal veel te weinig verstand van hebben, dus misschien komt het allemaal nog wel eens goed.
Intussen is één van de consequenties van het up-to-daten en integreren van al die tekst-, advertentie- en beeldverwerkingssystemen dat uw internet-redacteur vandaag de dag, even op de kalender kijken, zaterdag 8 maart 1997, een substantieel gedeelte van de ochtend met een balpen en een stukkie papier met de hand achter een 17-inch monitor tekst-files zit te tellen. Volgens mij is dat niet helemaal precies wat ze met elektronische snelweg bedoelen, maar ik heb vooralsnog geen manier kunnen vinden om dat proces in betere banen te leiden. Een lelijk geval van onoverkomelijke compatibiliteit.
D’r wordt héél hard aan een firewall gemetseld, zo is me met een hand op een hart verzekerd, en als dat kunstwerk over een maand waterpas staat zou ik rechtstreeks vanuit die mooie nieuwe software naar de server moeten kunnen FTP’en. Da’s mooi, da’s prachtig, maar ik blijf toch maar even sceptisch, want dat soort beloften doet me een beetje teveel aan Microsoft denken. Daar duurt zoiets ook altijd een jaar of wat langer dan beloofd en als het dan uiteindelijk afkomt is het weer obsolete zoals ze dat in Seattle noemen: achterhaald, uit de tijd, op naar een nieuwe release. Lang leve de vooruitgang….
Zo, dat moest ik allemaal even kwijt, en ik wed dat bovenstaand gejammer eenieder die wel eens achter een beeldscherm zit, bekend voorkomt. Of voor, want daar ben ik nog steeds niet helemaal uit, zitten we vóór of áchter een monitor? Waar dan ook, er zullen er onder u wel meer zijn die zich afvragen waarom ze steeds weer opnieuw met zegeningen van vooruitgang worden opgezadeld waar ze niet om gevraagd hebben.
Weer meer softwaretoeters en -bellen die je toch niet gebruikt maar waar je wel een zwaardere computer voor nodig hebt, dat soort werk. Ik heb u al vaker gewaarschuwd om zo laat mogelijk nieuw ijzer te kopen en met de software ongeveer een jaartje achter de rest aan te huppelen.
Helaas heb ik zelf tegen Sinterklaas de verleiding niet kunnen weerstaan om weer eens binnen stappen bij de leverancier die, uiteraard, in die periode zijn toko toevallig barstensvol had staan met allerlei leuke aanbiedingen. Vooruit maar weer, na het aanschaffen van een handvol heugen, een nieuwe grafische kaart én een nieuw moederbord werd de deur met een diepe buiging voor me opengehouden. ‘Dankuwel en tot ziens, meneer Krijnen’.
Drie maanden na dato durft meneer Krijnen de ware freaks bijna niet meer te vertellen dat in zijn blikken trots een Pentium 166 op een moederbord met 48 megabyte geheugen en een Matrox Millennium met 4 megabyte videogeheugen gezellig samen zoemen. Niet mis? Vindt U dat echt? Nou bedankt, maar ik zweer dat er van de week iemand een meewarig gezicht trok toen we de gegevens van elkaars configuratie uitwisselden.
Die mij aftroefde had zich een Gateway Pentium 200 MMX met 64 megabyte plus MPEG-videokaart en 12-speed cd-rom aangeschaft waarna mij niets meer restte dan hem glimlachend te feliciteren. Ondertussen knarsentanden in mezelf zwerend dat ik minstens tot 31 december 1999 helemaal niks meer koop, geen RAM, geen ROM, geen fifty-speed cd-rom, geen chip, geen byte, geen stekker meer. Ze zoeken het maar uit.
In Amerika kun je als particulier zo’n ding voor een paar centen voor een periode van een jaar leasen en daarna stap je gewoon een modelletje hoger in. Waarom kan dat hier niet?
Gelukkig blijk ik niet de enige te zijn die stukkies papier nodig heeft als ondersteuning van zijn activiteiten op de computer. Hier op de redactie is bijna geen computer te vinden waar aantekeningen op stukken kladpapier het productieproces niet vergezellen en begeleiden. En natuurlijk kent u die handige gele blokjes waar u een velletje aftrekt en dat vervolgens op een scherm, deur of bureaulade drukt. Waar het aan blijft kleven door dat zachte streepje gom. 3M, de fabrikant van die hulpjes in de huishouding, heeft nu in de vorm van een elektronische equivalent van de Post-it Notes een leuk stukje software laten schrijven.
Ik hoop er binnenkort ook gebruik van te kunnen maken, áls die firewall klaar is. Nu heb ik er nog niks aan, want vanwege de vermelde incompatibiliteit móet ik Windows verlaten voordat ik via een ander systeem op het scherm weer lijntjes moet gaan tellen. In de hoop dat mét de lente de oplossing van dat probleem aanbreekt ga ik op het redactiesecretariaat nog maar zo’n papieren plak- en kladblokkie halen. Want ze zullen het wel niet zo’n goed idee vinden dat ik met een watervaste viltstift een meetlat op de rand van de monitor ga zitten tekenen.
Wie al die problemen niet heeft kan die gele velletjes nu, voorzien van een aantekening, ergens óp de desktop van zijn computer parkeren. Of ze printen op speciaal papier en ze daarna overal in huis opplakken. Vanaf de site van 3M kunt u een volledige versie downloaden van de Post-it Notes Design Software die dertig dagen blijft werken. Als-ie niet bevalt kunt u, net als ik, altijd nog met de hand verder krabbelen.