Op 23 november vorig jaar heb ik het gewaagd om iets onaardigs over de Mac en zijn bezitters te schrijven en dat heb ik toen geweten. Als ik het nu nog eens nalees, vind ik alweer dat het allemaal nogal meeviel en dat ik toen eigenlijk alleen maar bedoelde dat iedereen vooral zijn best moet doen om gelukkig te zijn met zijn eigen spullen. Mac of PC, Volvo of Volkswagen, Sony of Philips, wat maakt het mij allemaal uit waar u mee zit te internetten, waar u de boodschappen mee doet, of waarmee u Beatles of Beethoven beluistert. Ieder het zijne en het maakt ook allemaal niet zo bijster veel uit. Dat bedoelde ik, alweer bijna een half jaar geleden, ook al, maar dat was blijkbaar niet overal even duidelijk aangekomen.
Zowel mijn e-mail-bakkie als het Gastenboek van De Stem Online werd bestookt met boze brieven van mensen met Aptiva’s, Power Macs, Performa’s en Power Books, of hoe al die dingen ook mogen heten. Hoe ik het in mijn hoofd en waar ik het lef vandaan haalde, dat soort werk.
Omdat ik de beroerdste niet ben, heb ik daarna hard mijn best gedaan om een beetje te wennen aan die Power Macs hier op de redactie. In plaats van iedere keer luidkeels beginnen te roepen dat ik niet begrijp waarom ik moet wachten tot dat apparaat klaar is met het wegschrijven van een foto die ik nodig heb.
Als ik die foto’s daar eenmaal in de PC heb zitten, kan ik tenminste vooruit. Terwijl er een programma bezig is om de resolutie van die plaatjes één voor één naar voor internet acceptabele resoluties weg te schrijven, stuurt Cute FTP ze op de achtergrond naar de server zodra ze klaar zijn.
Intussen heb ik in de onvolprezen TextPad, een perfecte en bliksemsnelle tekstverwerker, twintig of dertig verhalen tegelijkertijd open staan, terwijl ik in al die verhalen tegelijkertijd kan zoeken en vervangen, hetgeen een zegen van een optie is. Intussen kan ik met alt-tab op en neer blijven wandelen tussen Microsoft Internet Explorer, Netscape Navigator en de Hot Java Browser, die ik als een geintje geïnstalleerd heb. Terwijl je met die verschillende browsers mooi kan zien hoe ze allemaal hun eigen interpretatie aan die HTML-codes geven, kijken op diezelfde achtergrond ook nog twee mail-programma’s af en toe of er post is en speelt de cd-speler een gouwe ouwe.
Daar zit ik dus allemaal aan te denken als die toch bepaald niet misselijke Power Mac 8100 met 64 megabyte geheugen die foto door de gehaktmolen aan het draaien is en ik intussen niks kan doen. Ik weet ook wel dat er in die PC ook geen sprake is van échte multi-tasking, maar dat kan me niet zoveel bommen. Al die processen samen zorgen er weliswaar voor dat alles wat langzamer verloopt, maar ik kan intussen wel gewoon doorwerken in plaats van wachten en als je ergens op moet wachten, duurt alles veel te lang.
Waar ik dus met enige regelmaat genoeg tijd voor heb, is het bestuderen van de desk-top van de Mac, en die bevalt me eigenlijk wel. Al die lijntjes en kaders zijn lekker strak vorm gegeven, met niet al te veel toeters en bellen. Ik kan dus best begrijpen dat iemand op zo’n ding valt als op een jonge meid. Intussen draait hier op de krant op sommige Mac’s, die als server zijn ingericht, een soort ‘Soft Windows’ dat er ook best aardig uitziet omdat die lettertjes er weer nét iets anders uit zien.
Intussen lijkt Apple meer moeite te hebben om nieuwe besturingssystemen aan het draaien te krijgen dan Bill Gates zijn Windows 95 destijds, maar met de vormgeving, zeg maar het smoel, van die oude systemen, is dus niks mis. Dat vond blijkbaar ook een grappenmaker met veel tijd, die in zijn vrije tijd een mooi programmaatje geschreven heeft: WinMac.
Ik kwam het toevallig tegen op de uitstekende site van IDG Webwereld, waar ze een afdeling hebben: ‘Elke week de beste software’. Daar zijn verrekte handige dingen te downloaden zoals ‘History Tree’, een programma dat je als ‘plug-in’ van Explorer of Netscape kan installeren. Het programma maakt een soort programma-boom van de bezoeken die je aflegt op het web, met takken voor iedere site en pagina waar je geweest bent. Als je de cursor over een tak beweegt, verschijnt het adres weer in beeld.
Verder stonden er de afgelopen week nog wat handigheidjes klaar zoals een piepklein DOS-programma waarmee je het modem en de seriële poorten van je computer kan controleren. Verder een paar editors, en zowaar ook een update voor Mac-bezitters die systeem 7.6 draaien.
Tussen al dat soort werk vond ik dus nog iets wat me bijzonder intrigeerde: WinMac, in de vorm van een gecomprimeerd bestand onder de titel wmac302b.zip. ‘Laat je computer er als een Mac uitzien’ was de tekstregel waarmee het programma door IDG werd aangeprezen. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid, reden om de 1.9 megabyte te downloaden. Eigenlijk veel te veel voor een geintje, maar goed.
Na het uitpakken en installeren prijkte het bekende gekleurde appeltje ineens in de programmalijst van Windows 95 en nadat ik dat aangeclickt had, werd de taakbalk van Windows 95 keurig vervangen door een klassieke Mac-taakbalk.
Nu zit ik handenwrijvend te wachten tot de Mac-bezitters onder mijn vrienden weer eens op de koffie komen. Ik wil die gezichten wel eens zien als ik die Intel-bak opstart, na de vorige avond uiteraard eerst dat appeltje naar de startgroep gesleept te hebben. Dat Windows 95-logo heb ik lang weten te onderdrukken, zodat het opstarten nóg iets sneller gaat. Verschijnt daar een heuse Mac-balk in beeld! En alles werkt ook nog! Het allermooiste laat ik ze daarna pas zien: lekker alt-tabben langs al die programma’s die intussen noest door staan te werken….